Docentenhandleiding LitLab en Nieuw Nederlands Literatuur
Het materiaal van LitLab biedt leerlingen een kennismaking met literatuuronderzoek. De Proeven en Leesclubs dragen bij aan de ontwikkeling van hun onderzoeksvaardigheden, en leren ze als literatuuronderzoekers te lezen. Zo vullen leerlingen de analysevaardigheden aan die ze in Nieuw Nederlands Literatuur opdoen. Concreet betekent deze aanvulling dat leerlingen:
- met andere literaire begrippen leren werken dan de terminologie die ze kennen uit Nieuw Nederlands Literatuur;
- tekstfragmenten uit Nieuw Nederlands Literatuur leren vergelijken en contextualiseren met andere teksten.
De LitLab-opdrachten zijn dus te gebruiken als verwerkingsopdrachten van de stof van Nieuw Nederlands Literatuur, en bieden een verdiepende verkenning waarin leerlingen op de basis voortbouwen die ze in Nieuw Nederlands Literatuur gelegd hebben.
Nieuw Nederlands Literatuur bestaat uit 5 cursussen van in totaal 13 (havo) en 14 (vwo) hoofdstukken die havo-vwo leerlingen voorbereiden op de verschillende onderdelen van het examendomein ‘Literatuur’: literaire begrippen (met name cursus 1, 2), literatuurgeschiedenis (met name cursus 3 en 4) en literaire ontwikkeling (met name cursus 4 en 5, deels gebaseerd op de didactiek van Lezen voor de Lijst).
De Proeven en Leesclubs van LitLab sluiten aan op al die examendomeinen van Literatuur, maar door de vele schrijf-, onderzoek- en debatopdrachten zijn ze ook inzetbaar voor leerdoelen uit de andere subdomeinen van het schoolvak Nederlands, zoals argumentatievaardigheden en schrijfvaardigheden. Zie de docentenhandleiding van LitLab voor een uitgebreide verantwoording van de opbouw en didactiek van LitLab.
In deze handleiding leggen we zes verschillende dwarsverbanden tussen LitLab en de werkboeken van Nieuw Nederlands Literatuur:
- Genre: leerlingen verdiepen in een Proef hun kennis van de genres die aan bod komen in Nieuw Nederlands Literatuur
- Literaire begrippen: leerlingen vergroten in een Proef het begrippenkader dat ze leren kennen in Nieuw Nederlands Literatuur
- Vaardigheden: leerlingen ontwikkelen de vaardigheden die ze in Nieuw Nederlands Literatuur opdoen
- Periode: leerlingen verdiepen met een Proef of een Leesclub hun inzicht in de historische periodes die Nieuw Nederlands Literatuur onderscheidt
- Thema: leerlingen ontwikkelen in een Leesclub andere manieren van lezen binnen de thema’s die ze kennen uit Nieuw Nederlands Literatuur
- Tekst: leerlingen verdiepen in een Proef of een Leesclub hun kennis van één van de teksten waarvan Nieuw Nederlands Literatuur een fragment opnam
Het aantal momenten dat u voor een dwarsverband met LitLab kiest, is natuurlijk afhankelijk van de tijd die daarvoor beschikbaar is in uw lesprogramma. We geven bij elke Proef aan hoeveel lesuren die in beslag zal nemen. Voor een Leesclub kunt u 1 of 2 lesuren uittrekken. We hopen dat deze opzet ruimte laat om op een geschikt moment een relevante Proef of Leesclub te kiezen die past bij uw onderwijs en uw leerlingen.
Deze handleiding houdt rekening met de verschillen tussen het havo- en het vwo-werkboek van Nieuw Nederlands Literatuur. Voor beide niveaus geven we suggesties voor passende verdiepingsopdrachten. Voor vwo ligt het zwaartepunt bij de Proeven en voor havo bij de Leesclubs, waarbij we nadrukkelijk niet suggereren dat de Proeven uitsluitend voor vwo en de Leesclubs uitsluitend voor havo bedoeld zijn. Afhankelijk van de competenties en interesses van uw leerlingen kunt u uiteraard een combinatie maken tussen de verdiepingsopdrachten voor havo en vwo.
Het vwo-werkboek
- Voor Cursus 1 en Cursus 2 bieden we drie verschillende verdiepende opdrachten aan in de vorm van een Proef. U kunt daarbij kiezen tussen dwarsverband 1 ‘genre’, dwarsverband 2 ‘literaire begrippen’ of dwarsverband 3 ‘vaardigheden’.
- Daarnaast bieden we voor bijna elk hoofdstuk uit Cursus 3 een verdiepende opdracht aan in de vorm van een Proef, volgens dwarsverband 4 ‘periode’ of dwarsverband 6 ’tekst’.
- Voor de hoofdstukken uit Cursus 4 bieden we uitsluitend verdieping aan via de Leesclubs, volgens dwarsverband 5 ’thema’ of dwarsverband 6 ’tekst’. Dat doen we omdat deze cursussen net als de Leesclubs hoofdzakelijk de literaire ontwikkeling van leerlingen aanspreken.
Het havo-werkboek
- Voor Cursus 1 en Cursus 2 bieden we twee verschillende verdiepende opdrachten aan in de vorm van een Proef. U kunt daarbij kiezen tussen dwarsverband 1 ‘genre’ en dwarsverband 2 ‘literaire begrippen’.
- Daarnaast bieden we voor bijna elk hoofdstuk uit Cursus 3 een verdiepende opdracht aan in de vorm van een Leesclub, volgens dwarsverband 4 ‘periode’ of dwarsverband 6 ’tekst’.
- Voor de hoofdstukken uit Cursus 4 bieden we uitsluitend verdieping aan via de Leesclubs, volgens dwarsverband 5 ’thema’ of dwarsverband 6 ’tekst’. Dat doen we omdat deze cursussen net als de Leesclubs hoofdzakelijk de literaire ontwikkeling van leerlingen aanspreken.
Bij iedere Proef is het mogelijk om een van de eindopdrachten te becijferen en als toetsopdracht op te nemen in uw PTA (Programma van Toetsing en Afsluiting). Afhankelijk van de Proef kan die eindopdracht de vorm hebben van een kort essay, een onderzoeksverslagje, een creatief schrijven-opdracht of een debat. Kijk daarvoor eerst naar de docentenhandleiding en antwoordmodellen van de Proef. Ook de Leesclubs kunnen indien gewenst becijferd worden (door docenten of peers). Daarvoor kunt u gebruikmaken van ons beoordelingsformulier (zie de docentenhandleiding).
Raadpleegt u deze handleiding liever als pdf-bestand? Gebruik dan de downloadbare versies:
Hoe gebruik ik deze handleiding?
Voor elke cursus uit de werkboeken van Nieuw Nederlands Literatuur (havo en vwo) vindt u hieronder per hoofdstuk enkele suggesties voor relevant verdiepingsmateriaal van LitLab. Klik op het juiste werkboek om de opties te verkennen.
Verdiepingsopdrachten van LitLab voor het werkboek vwo
Cursus 1 biedt een introductie in de (roman)literatuur als analyse-object. Aan de hand van een reeks romanfragmenten en recensies reikt het materiaal de leerling een begrippenapparaat aan waarmee hij of zij analytisch leert praten en schrijven over literaire verhalen. Het schema hieronder geeft een samenvatting van alle fragmenten en literaire begrippen uit deze cursus.
Hoofdstuk 1. Literatuur
Literatuur
- Dimitri Verhult, De helaasheid der dingen (2006)
- Esther Gerritsen, Roxy (2014)
- Renate Dorrestein, Buitenstaanders (1983)
- Kader Abdolah, Het huis van de moskee (2005)
- Leon de Winter, De ruimte van Sokolov (1992)
- Arnon Grunberg, De man zonder ziekte (2012)
- Twee recensies van De man zonder ziekte van Rob Schouten en Joost de Vries
Literaire begrippen
- Literair, Proza, Autobiografie, Roman, Ironie, Stijl, Neologisme, Titel, Fictie, Literatuur, Personages, Oeuvre, Conflictmodel, Gothic novel, Perspectief, Personaal perspectief, Perspectief van de alwetende verteller, Wisselend perspectief, Onbetrouwbaar perspectief, Setting, Ruimte, Spanning, Vertelheden, Flashback, A-chronologie, Vooruitwijzing, Vertraging, Open plekken, Cliff hanger, Verhaalmotief, Thema, Concreet motief, Abstract motief, Recensie, Interpretatie, Ideeënroman
Verdieping van Cursus 1 via LitLab
We bieden drie dwarsverbanden voor verdieping van Cursus 1 met het materiaal van LitLab.
Dwarsverband 1: genre
Het eerste dwarsverband is gericht op het genre dat deze Cursus introduceert: wat is ‘literatuur’ precies, en wie bepaalt wat literatuur mag heten? Die vragen komen aan bod in Proef 8 ‘Wat is literatuur?’. Leerlingen maken kennis met twee verschillende visies op deze kwestie: de tekst-immanente (structuralistische) versus de contextuele (institutionele) benadering van literaire kwaliteit.
- Periode: 2000 – nu
- Niveau: 3
- Vorm eindopdracht: essay, recensie of onderzoeksverslagje
- Hulpmiddelen: Lezen voor de Lijst
Literatuur
- geen
Literaire begrippen
- Literair veld, Poortwachter, Symbolisch kapitaal
Dwarsverband 2: literaire begrippen
Het tweede dwarsverband is gericht op de literaire begrippen die Cursus 1 centraal stelt. In Proef 1 ‘Personages’ ontdekken leerlingen hoe ze literaire begrippen als ‘Personage’, ‘Perspectief’ en ‘Verteller’ kunnen gebruiken om onderzoek te doen.
- Periode: 1945 – nu
- Niveau: 3
- Vorm eindopdracht: essay of creatief schrijven
- Hulpmiddelen: Personagebank
Literatuur
- Arnon Grunberg, De asielzoeker (2003)
Literaire begrippen
- Representatie, Verteller, Ideologie, Personage
Dwarsverband 3: vaardigheden
Het derde dwarsverband is gericht op de vaardigheden die leerlingen in deze cursus ontwikkelen en met name het praten over proza. Met een afsluitende LitLab leesclub over Grunbergs De man zonder ziekte krijgen leerlingen de kans om de opgedane kennis en vaardigheden toe te passen in een discussie over dit boek.
Leesclub xx [nog in ontwikkeling]
- Genre: roman
- Tekst: Arnon Grunberg, De man zonder ziekte (2012)
Cursus 2 biedt een introductie in de poëzie als analyse-object. Aan de hand van een reeks gedichten en liedjes reikt het materiaal de leerling een begrippenapparaat aan waarmee hij of zij analytisch leert praten en schrijven over poëtische teksten. Het schema hieronder geeft een samenvatting van alle fragmenten en literaire begrippen uit deze cursus.
Hoofdstuk 2. Poëzie
Literatuur
- Maaike Ouboter, ‘Dat ik je mis’ (2013)
- Herman de Coninck, ‘Poëzie’ (1980)
- Remco Campert, ‘Credo’ (1951)
- Matsuo Basho, ‘Op een dorre tak’ (17e eeuw)
- Kees Stip, ‘Op een gans’ en ‘Op een groentepaard’ (1988)
- P., ‘Even uw aandacht graag!’ e.a. gedichten (2015)
- Leo Vroman, ‘Die boom’ (2006)
- William Shakespeare, ‘Sonnet 18’ vertaald door Arie van der Krogt (1609/2011)
- Tjitske Jansen, ‘En dan’ (2002)
- Vasalis, ‘Is het vandaag of gistren’ (2002)
- Neeltje Maria Min, ‘Mijn moeder is mijn naam vergeten’ (1966)
- Ester Naomi Perquin, ‘Michael van W.’ (2012)
- Buddingh’, ‘Vergissen is Menselijk’ (1967) en ‘rabarberrabarber’ (1963)
Literaire begrippen
- Poëzie, Bloemlezing, Atonaal, Strofen, Haiku, Puntdicht, Pseudoniem, Allusie, Ollekebolleke, Sonnet, Rijmschema, Italiaans sonnet, Semantisch veld, Beeldspraak, Vergelijking, Metafoor, Shakespeare-sonnet, Metrum, Alliteratie, Assonantie, Parafraseren, Halfrijm, Binnenrijm, Homoniem, Personificatie, Climax en Anti-climax
Verdieping van Cursus 2 via LitLab
We bieden drie dwarsverbanden voor verdieping van Cursus 2 met het materiaal van LitLab.
Dwarsverband 1: genre
Het eerste dwarsverband is gericht op het genre dat deze cursus introduceert. In Proef 16 ‘Parodie in poëzie’ doen leerlingen onderzoek naar de parodiërende functie die poëzie soms opeist. Zij analyseren de parodiërende werking van gedichten van Ramsey Nasr, Michel van der Plas, Piet Paaltjens, Ingmar Heytze, Anne Vegter en Leo Vroman. Zo verdiepen leerlingen hun kennis van het genre: ze leren gedichten niet alleen waarderen als literaire taalbouwsels, maar ook als teksten die in discussie gaan met elkaar en met de samenleving waarin ze ontstonden.
- Periode: 1880 – nu
- Niveau: 1
- Vorm eindopdracht: creatief schrijven
Literatuur
- Michel van der Plas (?), ‘Ik wou dat ik twee hondjes was’ (1954)
- Ramsey Nasr, ‘Ik wou dat ik twee burgers was’ (2009)
- Herman Gorter, ‘Zie je ik hou van je’ (1890)
- Ingmar Heytze, ‘Zie je ik haat je’ (2001)
- Anne Vegter, ‘Het monster van de angst’ (2015)
- Leo Vroman, ‘Vrede’ (1957)
Literaire begrippen
- Satire, Parodie, Ironie
Dwarsverband 2: literaire begrippen
Het eerste dwarsverband is gericht op de literaire begrippen die Cursus 2 centraal stelt. In Proef 4 ‘Voordracht’ ontdekken leerlingen hoe ze kunnen herkennen dat een berijmde tekst als de Beatrijs tijdens de veertiende eeuw als voordracht gefunctioneerd heeft. Met behulp van de opnames van voordrachten op de website Vogala leren zij literaire begrippen als ‘(eind)rijm’, ‘metrum’ en ‘performatieve literatuur’ als onderzoeksinstrumenten hanteren.
- Periode: 1300-1400
- Niveau: 1
- Vorm eindopdracht: essay of creatief schrijven
- Hulpmiddelen: Website Koninklijke Bibliotheek, Vogala, Scandeermachine
Literatuur
- Beatrijs (1374)
- Willem Wilmink, Beatrijs. Een middeleeuws Maria-mirakel (2000)
- Jean Pierre Rawie ‘No second Troy’ (1981)
- Vondel, Gysbreght van Aemstel (1638)
Literaire begrippen
- Performatieve literatuur, Eindrijm, Metrum, Vertelsituatie
Dwarsverband 3: vaardigheden
Het derde dwarsverband is gericht op de vaardigheden die leerlingen in deze cursus ontwikkelen en met name het praten over poëzie. Met een afsluitende LitLab leesclub over Perquins dichtbundel Celinspecties (2012) (waarin ook het gedicht ‘Michael van W.’ opgenomen is) krijgen leerlingen de kans om de opgedane kennis en vaardigheden toe te passen in een discussie over deze bundel.
Leesclub 11: Schuld & Criminaliteit
- Genre: dichtbundel
- Tekst: Ester Naomi Perquin, Celinspecties (2012)
Cursus 3 biedt een inleiding tot de (met name) Nederlandse literatuurgeschiedenis aan de hand van fragmenten uit enkele zeer bekende of invloedrijke werken, zoals Karel ende Elegast, het Wilhelmus en Max Havelaar. Met glossen in de kantlijn voegt deze cursus bovendien een aantal literaire begrippen toe aan het begrippenapparaat uit cursus 1 en 2.
Verdieping van Cursus 3 via LitLab
We bieden twee dwarsverbanden voor verdieping van Cursus 3 met het materiaal van LitLab:
- Het eerste dwarsverband is gericht op een specifieke tekst waarvan een fragment behandeld werd in het hoofdstuk in kwestie. Zo doen leerlingen in Proef 5 ‘Boeken’, Proef 9 ‘Volksliederen’, Proef 13 ‘Gekleurde taal’ en Proef 16 ‘Parodie in poëzie’ onderzoek naar teksten waarvan NNL fragmenten opnam (zie het schema hierboven), zoals (respectievelijk) de Bijbel, het Wilhelmus, Bredero’s Spaanschen Brabander en het gedicht ‘Aan Rika’ van Piet Paaltjens. De opdrachten bij deze teksten uit NNL bieden een uitstekende voorbereiding op deze Proeven.
- Het tweede dwarsverband werpt een breder licht op de literatuurhistorische periode die het hoofdstuk in kwestie behandelt. De meeste LitLab Proeven zijn thematisch ingericht en beperken zich meestal niet tot één specifieke literatuurhistorische periode. Toch leggen de meeste Proeven via de keuze van voorbeeldteksten het accent op één periode. In Proef 4 en 5 benaderen leerlingen bijvoorbeeld primair werk uit de Middeleeuwen (zoals de Beatrijs en Jacob van Maerlants Rijmbijbel) vanuit een breder thematisch onderzoekskader. Zo kunnen leerlingen in deze Proeven tegelijkertijd hun onderzoeksvaardigheden trainen en hun kennis vergroten van de literatuurgeschiedenis.
Zie de tabbladen hieronder voor de verschillende verdiepingsmogelijkheden via LitLab per hoofdstuk.
Hoofdstuk 3. Oudheid
Literatuur
- Homeros, De Ilias en de Odyssee (7e eeuw v. Chr.)
- Sophocles, Koning Oedipus (ca. 430 v. Chr.)
- Ovidius, Metamorfosen (1 n. Chr.)
- De Bijbel (o.a. Genesis 1, Genesis 6, Genesis 41, Exodus 7-34, Job, Mattheüs 26)
Literaire begrippen
- Oedipusmotief, Orpheusmotief, Pygmalionmotief
Dwarsverband 6: tekst
- Periode: 1200-1500
- Niveau: 1
- Vorm eindopdracht: essay of onderzoeksverslagje
- Hulpmiddelen: STCN, YouTube
- Benodigdheden: Koptelefoon of oortjes
Literatuur
- Anjou Bijbel (1300-1350)
- Gutenberg Bijbel (1450-1455)
- Jacob van Maerlants Rijmbijbel (1271)
Literaire begrippen
- Katern, Katernsignatuur, Verluchtigen
Cursus 4 behandelt de naoorlogse literatuurgeschiedenis in zes thematische hoofdstukken: Oorlog, Liefde, Nederland en de wereld, Ouders, Geloof, en Fictie en werkelijkheid. Het doel van deze cursus is niet om een literatuurhistorisch overzicht te bieden van de periode vanaf 1945. In plaats daarvan maakt het materiaal leerlingen vertrouwd met een groot aantal bekende werken uit deze periode en leren zij thematische verbanden te zien tussen die werken.
Verdieping van Cursus 4 via LitLab
De LitLab Leesclubs zijn thematisch georiënteerd en sluiten goed aan op de thematische hoofdstukken van Cursus 4. U kunt daardoor elk hoofdstuk uit Cursus 4 passend afsluiten met een Leesclub over een vergelijkbaar thema. Zo krijgen leerlingen de kans om in een discussie met elkaar de opgedane kennis te combineren met de leeservaring van een concrete tekst.
Voor elk hoofdstuk uit Cursus 4 staat er minstens één relevante Leesclub klaar. Deze Leesclubs verdiepen het materiaal van Nieuw Nederlands Literatuur vanuit ofwel dwarsverband 5 ’thema’ ofwel dwarsverband 6 ’tekst’. Voor dwarsverband 5 verwijzen we naar een LitLab-thema dat aansluit op het onderwerp van het hoofdstuk. Bij het hoofdstuk over liefde suggereren we bijvoorbeeld om ter afsluiting een leesclub te doen binnen het LitLab-thema ‘Liefde & macht’. Voor dwarsverband 6 verwijzen we naar een leesclub over een van de voorbeeldteksten uit het bewuste hoofdstuk Nieuw Nederlands Literatuur. Let op: de Leesclubs tussen haken zijn nog in ontwikkeling.
Hoofdstuk 9. Oorlog
Literatuur
- Dirk Ayelt Kooiman, Montyn (1983)
- F. Hermans, De donkere kamer van Damokles (1958)
- Harry Mulisch, De Aanslag (1982)
- Paul Rodenko, ‘Bommen’ (1951)
- Daan de Ligt, ‘Heinz’ (2009)
Literaire begrippen
- Engagement, Surrealisme, Cynisch
Dwarsverband 5: thema
De Leesclubs van LitLab zijn goed bruikbaar als verwerkingsopdrachten van gelezen boeken ter ondersteuning van het leesdossier. Het materiaal biedt daarnaast een goede voorbereiding op het mondelinge examen. Als u gebruik wilt maken van de Leesclubs, kunt u uw leerlingen in groepjes van 4-6 een keuze laten maken uit het titelaanbod. Laat hen eerst paragraaf 15.3 ‘Een boek kiezen’ uit het werkboek invullen. De leerlingen kunnen vervolgens op basis van hun antwoorden en voorkeuren een leesclub selecteren, met behulp van onderstaande keuzehulp.
Klik hier voor een printbare versie van de keuzehulp.
Kies een LitLab Leesclub op basis van genre
Genre | LitLab Thema |
Familie | Familie & identiteit |
Historisch | Verleden & herinnering |
Oorlog | Verleden & herinnering |
Psychologisch | Waan & werkelijkheid |
Romantisch | Liefde & macht |
Sociaal/politiek | Utopie & dystopie |
Spanning | Schuld & criminaliteit |
Kies een LitLab Leesclub op basis van onderwerp