Stel dat je we vragen, om je te leren kennen: ‘op welk dier lijk jij het meest?’. En jij antwoordt: ‘op een hond’. Of: ‘op een leeuw’. Je antwoord zegt dan iets over jouzelf. Het laat zien hoe jij jezelf ziet. Voor een hond koos je misschien omdat je jezelf heel trouw vindt, voor een leeuw omdat je jezelf heel dapper vindt. Anderen zullen dat ook begrijpen, want die zien een hond ook als trouw, en een leeuw als dapper. Maar waar komen onze ideeën over hoe dieren zijn vandaan? Waarom denken veel Nederlanders bij een hond aan ‘trouw’ en niet bijvoorbeeld aan ‘lui’, en bij een leeuw aan ‘dapper’ en niet aan ‘koppig’?
In dit Staaltje ga je teksten lezen en opdrachten maken die je laten zien hoe een heel land op een bepaalde manier over een diersoort gaat denken via teksten. Die teksten zorgen ervoor dat gedachten over dieren heel lang kunnen bestaan en gedeeld kunnen worden in een land. Maar dat ze ook kunnen veranderen: een ooievaar werd in de 17e eeuw in Nederland gezien als de aankondiging van de dood, terwijl we een ooievaar nu juist zien als de brenger van nieuw leven, van een baby.
Om te zien hoe beelden kunnen veranderen, lees je een stukje van het sprookje Roodkapje, in een Nederlandse vertaling uit 1893. Het sprookje zelf is nog veel ouder. De Franse schrijver Charles Perrault bedacht Roodkapje in de 17e eeuw, en in zijn sprookje gaat Roodkapje dood omdat ze door de wolf wordt opgegeten. In 1812 maakten de gebroeders Grimm een andere versie van Roodkapje, die we in Nederland gingen gebruiken vanaf het einde van de 19e eeuw. In Nederlandse vertalingen van Perraults sprookje gaat vanaf dat moment de wolf dood, en niet Roodkapje.
Daarna lees je een stukje uit een petitie een verzoek aan de regering om iets te regelen over wolven uit 2024. Wolven werden in de 19e eeuw in Europa met uitsterven bedreigd doordat er veel op wolven gejaagd werd. Aan het eind van de 20e eeuw besliste de Europese Unie dat de wolf een ‘strikt beschermde status’ moest krijgen om ervoor te zorgen dat het dier niet uit Europa verdween. Er zijn nu weer meer wolven. In 2023 heeft Europese Commissie voorgesteld de status te veranderen van ‘strikt beschermd’ naar ‘beschermd’. Dat zou betekenen dat landen, als blijkt dat de wolf daar niet kan samenleven met de mensen, maatregelen mogen nemen. Jori van der Burg riep Nederlanders op een petitie te ondertekenen om politici in Nederland te overtuigen die maatregelen te nemen.
Tekst 1: Stukje uit het sprookje Roodkapje van Charles Perrault (Nederlandse vertaling uit 1893)
Roodkapje was verschriklijk bang,
Zij sprak geen enkel woord,
Voor zij, gelukkig juist bij tijds,
Haar vader roepen hoort.
Die goede man kwam aangerend,
Hij hakt de deur kapot,
Twee van zijn makkers volgen hem,
Nu wist de wolf zijn lot.
Het booze dier was spoedig dood,
Zijn wolvenbloed verft alles rood.
De wolf was dood en ieder blij;
Ze sprongen van de pret.
‘Hiep, hiep, hoezee!’ zoo juichte men,
‘Ze vingen ’t beest in bed.’
Roodkapje danste vooraan mee
En ging toen gauw naar huis. […]’
Bron: Charles Perrault, Roodkapje (vert. Reinoudina de Goeje). Jacs.G. Robbers, Amsterdam 1893, p. 13-14.
Tekst 2: Een petitie tegen wolven (2024)
Het is genoeg! Er zijn teveel zinloze slachtoffers gevallen door de wolf. Ze doden niet één dier waarmee ze voldoende voedsel hebben om zelf te overleven, maar slachten en verminken op brute wijze onze dieren en laten ze (half)dood achter in lijden. Nederland is te klein voor de wolf. Wilt u ook dat het zinloos doden en de brute verminkingen van onze dieren stopt? De zorgen, de angsten, de machteloosheid, het verdriet en de boosheid spookt elke dag en vooral in de nacht door ons hoofd. Wat kunnen we doen tegen de wolf? Hoe kunnen we onze dieren beschermen? Hoeveel slachtoffers moeten er nog vallen? Hoelang houden we dit nog vol? Helpt ons! En teken alstublieft deze petitie.
Bron: Jori van der Burg, Petities.nl, 2024.
1. Je hebt de twee teksten gelezen. Schrijf nu kort op, of bespreek met een medeleerling en maak samen aantekeningen van dat gesprek:
a) Wat was er nieuw voor je in deze teksten?
b) Wat begreep je misschien nog niet zo goed?
c) Wat denk jij als je aan een wolf denkt? En je medeleerlingen?
2. In tekst 1, het sprookje, gaat de wolf al dood voordat hij Roodkapje heeft opgegeten. Jij kent misschien de versie van het sprookje waarin Roodkapje wordt opgegeten, maar dan uit de buik van de wolf wordt gesneden. De wolf gaat in die versie ook dood, dus die twee versies zijn allebei anders dan het sprookje zoals Perrault dat geschreven had, met Roodkapje die aan het einde dood gaat. Welk eind van Roodkapje spreekt jou het meeste aan, en waarom?
3. Zou jij de petitie willen ondertekenen, en waarom?