Het is altijd lastig om nieuw te zijn in een groep. De leden van de groep lijken je heel goed te bekijken, en misschien is dat ook wel zo. Mensen zijn in zo’n situatie vaak onwennig, niet gewend aan elkaar. Of misschien zelfs wel een beetje vijandig: wat kom jij hier doen? Taal is heel belangrijk in zo’n situatie: je drukt ermee uit hoe jij naar de nieuwkomer kijkt, maar kunt ook horen wat de nieuwkomer van jouw groep vindt. Helpt het dan als je dezelfde taal spreekt?

Daar gaat de nieuwe Nederlandse regering wel vanuit. Die wil dingen doen om ervoor te zorgen dat mensen die nieuw in Nederland zijn (nieuwkomers) zich snel thuis gaan voelen in het land en mee kunnen doen. Dat schreven ze op in het regeerakkoord. Dat is een soort contract tussen de politieke partijen die nu regeren. Ze maken in dat contract afspraken over de dingen die ze gaan doen en proberen te bereiken door beleid te maken.

Eerst lees je een stukje uit het regeerakkoord Omzien naar elkaar dat speciaal over de taal van nieuwkomers gaat: de regering wil dat ze allemaal taalniveau B1 halen. Dan lees je een tekst die uitlegt wat dat taalniveau precies is. Dan maak je opdrachten om de twee teksten goed te begrijpen, en maak je opdrachten die je laten nadenken over de teksten. Wat betekent het dat de regering zo naar de taal van nieuwkomers kijkt? Wat zegt dat over hoe Nederlanders nieuwe mensen bekijken en ontvangen?

Wil je eerst meer weten over hoe het moeilijk voor nieuwkomers om Nederlands te leren, bekijk dan deze video.

Tekst 1: regeerakkoord

Integratie en Inburgering
In een rechtvaardige samenleving mag je afkomst nooit je toekomst bepalen. Integratie is daarom van essentieel belang voor zowel mensen zelf als de Nederlandse samenleving. Succesvolle integratie vereist zowel het nemen van eigen verantwoordelijkheid, als een samenleving die iedereen de kans biedt zijn talenten te ontplooien. Meedoen dus. Door de taal te leren, aan het werk te zijn, actief deel te nemen aan onze samenleving […]. […]

Het is van groot belang dat nieuwkomers (arbeidsmigranten, statushouders) zo snel mogelijk integreren in onze samenleving. Wederkerigheid is hierbij het vertrekpunt en daaruit volgt een wederzijdse opdracht. Van de nieuwkomer vergt dit burgerschap, leren van de taal en het vinden van werk. Kansrijke asielzoekers krijgen vanaf dag één les in de Nederlandse taal en we maken het makkelijker (vrijwilligers)werk te verrichten. Nieuwkomers worden gestimuleerd het beste uit zichzelf te halen. Ook met het leren van de taal. Het bereiken van een zo groot mogelijke taalbeheersing blijft het doel, bij voorkeur taalniveau B1; waarbij we afspraken maken met gemeentes om achterstanden in taal zo goed en snel mogelijk aan te pakken.

Bron: Regeerakkoord 2021-2025, ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst‘, p. 26.

Tekst 2: Referentiekader

Taalniveau B1

Bron: ‘Europese taalniveaus CEFR. (A1, A2, B1, B2, C1, C2)‘, de Taalbigrade.

Je hebt beide teksten gelezen. Schrijf nu kort op, of bespreek met een medeleerling en maak samen aantekeningen van dat gesprek:

  • wat vond je ervan?
  • wat was er nieuw voor je, wat begreep je misschien nog niet zo goed?
  • wat heb je ervan geleerd?