Hoe werkt het?

In elke proefopstelling doorloop je 5 stappen:

  1. De voorbereiding
  2. De instrumenten
  3. Het experiment
  4. De lakmoesproef
  5. Het vrije experiment

Noteer je antwoorden op de vragen op papier of in een Word-bestand.

Wat heb je nodig?

  • Een koptelefoon of oortjes
  • Pen en papier of een leeg Word-document
Ga naar stap 1

Stap 1: de voorbereiding

Vondel vandaag

Ben je wel eens in een Vondelstraat geweest? Daar zijn er veel van in Nederland. De zeventiende-eeuwse dichter Joost van de Vondel leeft door in de namen van straten en parken. Maar wat herinnert ons verder nog aan Vondel? En: wat is herinneren voor een samenleving, waarom is het belangrijk en hoe werkt het eigenlijk? Dit zijn de onderzoeksvragen waar deze proef om draait.

Vandaag de dag is Vondel dus nog in het straatbeeld aanwezig. Ook in de dagbladen duikt de zeventiende-eeuwse dichter vrij geregeld op. Bekijk bijvoorbeeld de foto hieronder uit het AD van 2016.

Basisschoolkinderen planten tulpenbollen bij het Vondelmonument in Amsterdam (Vondelpark). Een veelzeggend beeld. Het laat zien dat de jonge generaties (kinderen) meehelpen een herinnering levend te houden aan een ‘monumentaal’ (indrukwekkend) persoon in de Nederlandse cultuur: Vondel.

Wat is herinneren en waarom is het belangrijk?

Zo’n foto als die hierboven is op het eerste gezicht een (vrij recente) herinnering aan wat er bij het Vondel-monument gebeurd is. Foto’s als deze zijn herinneringen. Maar met de keuze van wie of wat en hoe je fotografeert, maak je ook herinneringen. Een foto kan speciaal voor jouzelf waardevol zijn, zoals een selfie, dan is het een individuele herinnering. We spreken van collectieve herinnering als foto’s of andere beelden, of verhalen, of voorwerpen ook voor de familie, voor een dorp, een stad, de provincie of heel Nederland waardevol zijn (bijvoorbeeld Koningsdag, oorlogsmonumenten, het Dagboek van Anne Frank).

Het gevaar van vergeten

Wat verleden tijd is, kan ook vergeten worden, verdwijnen uit de collectieve herinnering. Hoe meer er uit het verleden vergeten wordt, hoe lastiger het wordt om het heden, de huidige samenleving te begrijpen.

Herinneringscultuur en literatuur

Door herinneren én vergeten ontstaat in een samenleving een herinneringscultuur. Literatuur heeft in de herinneringscultuur een belangrijke functie, aangezien veel verhalen, gedichten en toneelstukken het verleden laten her(be)leven. Dat gebeurt bijvoorbeeld in literatuur over de Tweede Wereldoorlog, of over de ‘gouden’ eeuw waarin Vondel leefde.

Opdrachten

  1. Zoek in jouw omgeving drie plekken die vernoemd zijn naar Vondel (gebruik bijvoorbeeld Google Maps en de Street View optie). Wat zijn dat voor plekken?
  2. Bekijk dit filmpje van Utrechtse studenten die voorbijgangers vragen wat ze over Vondel weten. Wat kun je zeggen over de hedendaagse herinnering aan Vondel?
  3. Zoek gegevens op over Vondels leven en zijn literaire werken. Was hij in zijn eigen tijd al bekend en beroemd? Waar maak je dat uit op?

In deze stap heb je kennisgemaakt met Vondel als belangrijke dichter uit het Nederlandse verleden. Hij heeft nog steeds een fysieke plek en rol in de Nederlandse samenleving. In de volgende stap krijg je instrumenten aangereikt om die te onderzoeken.

Stap 2: de instrumenten

Een vraag en het instrumentarium

Wat herinnert ons aan de zeventiende-eeuwse dichter Vondel, en waarom? Om deze onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, heb je instrumenten nodig. In dit geval zijn dat termen die je helpen de herinneringscultuur rond Vondel te ontleden: herinneringsplaatsen, literair erfgoed en toe-eigening.

Wat zijn herinneringsplaatsen?

Het begrip ‘herinneringsplaats’ komt van het Franse ‘lieu de mémoire’. Deze term werd aan het eind van de twintigste eeuw geïntroduceerd door de Franse historicus Pierre Nora. Een herinneringsplaats is gekoppeld aan een herinnering uit het verleden. Om die niet verloren te laten gaan, worden er herinneringsplaatsen ingericht. Die verbinden mensen (opnieuw) met het verleden, zorgen ervoor dat ze de herinnering niet vergeten.

Een herinneringsplaats kan tastbaar zijn: een standbeeld, een kerk of een park. Daarnaast zijn er ook niet-tastbare herinneringsplaatsen zoals feestdagen of herdenkingsmomenten.

Wat is literair erfgoed?

Literair erfgoed is literatuur uit het verleden die waardevol wordt gevonden en wordt bewaard om aan volgende generaties lezers door te geven. Welke literatuur tot het erfgoed wordt gerekend, is van oudsher al een zaak van groepen professionele lezers (zoals critici, uitgevers, boekhandelaren en literatuurwetenschappers). Zij discussiëren en onderhandelen er voortdurend over, in een doorlopend proces. Wat literair erfgoed precies ‘is’, kan dan ook niet voor altijd en eeuwig muurvast bepaald worden. Dit komt ook doordat mettertijd de opvattingen over literatuur steeds opnieuw veranderen en steeds nieuwe generaties professionals onderhandelen over wat zij waardevolle literatuur vinden

Wat is toe-eigening?

Toe-eigening van literatuur is in de eerste plaats een persoonlijk proces. Als je bijvoorbeeld een roman uitkiest of aangereikt krijgt, en die roman vervolgens leest, dan geef je zelf betekenis aan de inhoud. Dan heb je je die roman, met andere woorden, ‘toege-eigend’: je hebt je er individueel mee verbonden. Dit kan een opstap zijn naar collectieve toe-eigening, namelijk wanneer je in een groep je leeservaringen uitwisselt en over de roman discussieert om tot een gezamenlijke interpretatie te komen. Wanneer een bepaalde tekst of gebeurtenis wordt toege-eigend, raken eigentijdse motieven en belangen vermengd met de historische kenmerken van die tekst of gebeurtenis.

Toe-eigening kan een controversiële term worden zodra er sprake is van culturele toe-eigening (cultural appropriation): een dominante cultuur neemt elementen over van een cultuur die in historisch of politiek opzicht achtergesteld wordt. Die elementen kunnen van alles zijn: feest- en gedenkdagen, recepten en eetgewoontes, kleding en kapsels. Als bijvoorbeeld witte mensen cultuurelementen toe-eigenen van zwarte mensen, wordt er wel gesproken van modern kolonialisme. Er zijn internationaal debatten gaande over culturele toe-eigening, ook onder schrijvers van literatuur. Betoogd wordt dat als witte schrijvers niet-witte personages opvoeren in hun verhalen, zij soms niets vermoedend bekende stereotypen over mensen van kleur herhalen. Zodoende zouden zij ongelijkheden bevestigen die altijd al hebben bestaan.

Herinneringsplaatsen
‘(Tastbare) plaatsen of (ontastbare) tradities die je kunnen verbinden met het verleden.’
Literair erfgoed
‘Historische literatuur die wij willen bewaren en doorgeven aan volgende generaties.’
Toe-eigening
‘Een proces waarbij een eigen betekenis aan cultuurgoed wordt gegeven.’

Opdrachten

Gysbreght van Aemstel (1638) is het bekendste toneelstuk van Vondel. Het is een tragedie die zich afspeelt in het middeleeuwse Amsterdam (rond 1300), op de dag voor Kerstmis. Het stuk begint met vijandelijke troepen die de stad al lang belegeren, en een list verzinnen om Amsterdam binnen te vallen. Ze doen net alsof ze de belegering stoppen, en laten een schip buiten de stadsmuren achter. Een vijandelijke spion overtuigt de Amsterdamse kasteelheer Gysbreght ervan het schip binnen Amsterdam te halen – het lijkt vol te zitten met hout dat de stad in alle kou hard nodig heeft. Maar terwijl de Amsterdammers de kerstnacht vieren, komen er uit het schip soldaten tevoorschijn die de stad met geweld innemen. Badeloch, de vrouw van Gysbreght, probeert haar man te overtuigen om te vluchten. Volgens haar is de stad al verloren, maar Gysbreght wil vechtend ten ondergaan. Totdat de aartsengel Rafaël, namens God, Gysbreght beveelt te vluchten. Gysbreght vertrekt met zijn gezin en een klein groepje Amsterdammers. Aan het einde van het stuk voorspelt Rafaël dat het verwoeste Amsterdam in de toekomst als een machtige koopmansstad zal herrijzen.

  1. Kijk naar een stuk uit een hedendaagse versie van de Gysbreght en lees ook het onderschrift. Leg uit waarom dit een goed voorbeeld van toe-eigening is.
  2. Zoek uit wat bedoeld wordt met de Gysbreght-‘traditie’: wat was dit voor een ‘traditie’? Wanneer is hij begonnen, wanneer geëindigd en waardoor kwam dat? Selecteer de nodige gegevens uit het Wikipedia-lemma Gysbreght van Aemstel.
  3. Leg uit hoe de Gysbreght-traditie als herinneringsplaats heeft gefunctioneerd.

In deze stap heb je geleerd hoe mensen zich door middel van herinneringsplaatsen kunnen verbinden met het verleden. Daarnaast heb je gezien hoe toe-eigening kan verlopen en hoe literair erfgoed als herinneringsplaats kan werken. In de volgende stap ga je met de termen die je geleerd hebt onderzoek uitvoeren.

Stap 3: het experiment

In deze stap gebruik je verschillende websites bij je verdere onderzoek naar Vondel: de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (dbnl), de Koninklijke Bibliotheek (KB) en Historiek.

Opdrachten

  1. In het Vondelpark in Amsterdam staat het Vondel-monument, zagen we al in stap 1. Dit beeld is in de negentiende eeuw geplaatst. Waarom juist toen? Gebruik bijvoorbeeld dit artikel om deze vraag te beantwoorden.
  2. Onderzoek en leg uit naar welke herinnering(en) uit het verleden het Vondel-monument kan leiden. Kijk bijvoorbeeld op deze site.
  3. In 1862, enkele jaren voordat het Amsterdamse Vondelmonument werd onthuld, vond in Roermond ‘Neêrlands Eerste Vondelfeest’ plaats. In dit artikel staat een beknopte beschrijving van dat feest. Wat was de aanleiding? Beschrijf verder wat de doelstelling van het feest was en hoe de herinnering aan Vondel precies werd ingevuld. En: had het ook iets te maken met het Vondelmonument in Amsterdam?
  4. Een van de redenen waarom het werk van Vondel tot het literaire erfgoed wordt gerekend (door met name de literatuurwetenschappers), is het gegeven dat hij consequent heeft nagedacht over literatuur en zijn opvattingen ook heeft opgeschreven. Om beginnende dichters te helpen schreef hij bijvoorbeeld een inleiding tot de Nederlandse dichtkunst: de Aenleidinge ter Nederduitsche dichtkunste (1650). Raadpleeg deze webpagina om je te verdiepen in wat Vondel in die inleiding naar voren brengt: aan welke kwaliteiten en vereisten moeten dichters voldoen, en: hoe kunnen zij het beste te werk gaan? Gebruik ongeveer 200 woorden voor je antwoord.
  5. Wat vind jij van Vondels literatuuropvattingen? Ben je het met hem eens? Waarom wel/niet?

In deze stap heb je gezien hoe herinneringsplaatsen kunnen ontstaan en heb je onderzoek naar Vondels literatuuropvattingen gedaan om meer te weten te komen over de zeventiende-eeuwse dichter. Daarna heb je, met wat je over Vondel te weten bent gekomen, zelf een herinneringsplaats voor Vondel ingericht. In de volgende stap reflecteer je op je bevindingen.

Stap 4: de lakmoesproef

Met de lakmoesproef test je wat je te weten bent gekomen tijdens het experiment. In deze stap ga je reflecteren op wat je tot nu toe hebt geleerd tijdens jouw Vondel-onderzoek.

Opdrachten

Hieronder staan drie stellingen. Bedenk per stelling zowel een argument voor als een tegenargument en formuleer de beide argumenten schriftelijk. Maak gebruik van wat je bij vorige stappen opgezocht en geleerd hebt om je argumenten kracht bij te zetten.

  1. Het is belangrijk om te weten wie Vondel was, zodat plaatsen van herinnering aan Vondel weer gaan leven.
  2. Het is terecht dat Vondels werk behoort tot het literaire erfgoed.
  3. De Gysbreght-traditie moet in ere hersteld worden.

In deze lakmoesproef heb je kritisch naar de stellingen over de herinneringscultuur rond Vondel gekeken door ze vanuit twee perspectieven te onderbouwen of te ontkrachten, om zo te zien hoe goed je de bestaande herinneringscultuur al doorgrondt.

Stap 5: het vrije experiment

In het vrije experiment is er vrijheid en ruimte om tot meer diepgang te komen. In deze laatste stap maak je gebruik van de kennis die je nu hebt en richt je een virtuele herinneringsplaats (website) in voor Vondel, met één van zijn gedichten als kern.

Opdrachten

  1. Ga op zoek naar een gedicht van Vondel dat jou op de een of andere manier aanspreekt. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld deze bundel (uit 1989) met een keuze uit Vondels gedichten, en achterin uitleg bij ieder gedicht (volg de link ‘aant.’) . Beargumenteer waarom dit gedicht tot het literaire erfgoed behoort. Om je argumentatie kracht bij te zetten kan je gebruik maken van Koninklijke Bibliotheek-pagina’s over Vondel.
  2. Nu ga je de inhoud van je virtuele herinneringsplaats rond het door jouw gekozen gedicht van Vondel maken. Met dat doel neem je eerst de tekst van het gedicht over en zet je erbij uit welk jaar het is. Dan schrijf je er zelf drie tekstjes bij: één bij het gedicht, één over de dichter en één over zijn literatuuropvattingen (richt je op een publiek dat niets van Vondel afweet). Vertel in het eerst tekstje waarom het gedicht jou aanspreekt en in het tweede wie de dichter was en hoe hij nog herinnerd wordt (met een paar voorbeelden). In het derde tekstje vertel je waar en hoe je Vondels literatuuropvattingen in het door jou gekozen gedicht terugziet. Zoek bij elk tekstje ook een paar aansprekende illustraties.
  3. Je gaat nu de website bouwen. Dat kan (gratis) met bijvoorbeeld JouwWeb . Allereerst de homepage: bedenk een geschikte titel en schrijf een korte introductie waarin de term ‘herinneringsplaats’ voorkomt. Plaats er dan koppelingen op naar de pagina’s met de inhoud van je herinneringsplaats (uit opdracht 2) of maak een menubalkje.
  4. Maak een groepje met 3-4 medeleerlingen. Wissel jullie websites uit, bekijk ze en geef elkaar schriftelijk commentaar: wat vind je heel goed en waarom (de tops), wat kan er beter en hoe dan (de tips). Bepaal vervolgens, met argumenten, welke van de websites jullie de beste virtuele herinneringsplaats over Vondel vinden. Tot slot kun je aan jullie docent vragen de beste resultaten uit de groepjes te bekijken om te bepalen (ook weer met argumenten) welke site hij of zij de állerbeste vindt.

Verder lezen

Vond je dit onderwerp interessant en ben je benieuwd naar opties voor het schrijven van een profielwerkstuk over literatuur? Klik dan eens op de ‘Profielwerkstuk’-knop en lees enkele suggesties voor grotere onderzoeksvragen die je in een profielwerkstuk kunt uitdiepen.