Hoe werkt het?
In elke proefopstelling doorloop je 5 stappen:
- De voorbereiding
- De instrumenten
- Het experiment
- De lakmoesproef
- Het vrije experiment
Noteer je antwoorden op de vragen op papier of in een Word-bestand.
Succes!
Wat heb je nodig?
- Een koptelefoon of oortjes
- Pen en papier of een leeg Word-bestand
Stap 1: De voorbereiding
Waarom bestuderen literatuuronderzoekers nationalisme?
De Nederlandse politiek van nu wordt in belangrijke mate bepaald door nationalisme. Dat wil zeggen dat de politiek als uitgangspunt heeft dat het land Nederland een eenheid is. Dat is niet altijd zo geweest. Nationalisme kwam in Europa op aan het begin van de 19e eeuw. Cultuurhistoricus Joep Leerssen liet zien dat toen al langer levende ‘national thoughts’ (= beelden die men had over het onderscheid tussen landen) uitgroeiden tot ‘nationalism’ (= een politiek gebaseerd op idealen van nationale eenheid). Landen gingen zichzelf begin 19e eeuw beschouwen als ‘naties’. Benedict Anderson typeerde die als ‘verbeelde politieke gemeenschappen’: als fictieve gemeenschappen van inwoners van een land die zich onderling verbonden voelen.
Teksten spelen in het verbeelden van die gemeenschappen, en dus in nationalisme, een grote rol. Denk maar even aan de eerste regel van het huidige Nederlandse volkslied, het Wilhelmus: ‘… ben ik van Duitse bloed’. Zo’n zin maakt concreet dat er verschil is tussen degenen die wel en niet bij Nederland horen (NB: ‘Duits’ betekende toen ‘Nederlands’). Voor literatuuronderzoekers zijn dergelijke teksten interessant onderzoeksmateriaal. Ze willen weten hoe die teksten als een nationaal symbool – vergelijkbaar met bijvoorbeeld een nationale vlag – de eenheid in een natie bevorderen.
Nationale symbolen als aanjagers van nationalisme
Nationale symbolen komen er niet zomaar. Literatuuronderzoekers zeggen dat ze ‘geconstrueerd’ worden. Het eerste Nederlandse volkslied is een goed voorbeeld van zo’n constructie, want het werd gekozen via een prijsvraag. Toen de Franse bezetting in 1815 ten einde was, ging men op zoek naar een geschikt volkslied. Het Wilhelmus viel af. Sommige onderzoekers denken omdat de tekst van het Wilhelmus niet iedereen aanstond: niet iedereen wilde een Oranje als leider van het land, en daar stuurt het Wilhelmus wel op aan. Andere onderzoekers denken dat de tekst van het Wilhelmus rond 1815 bijna vergeten was en daarom ongeschikt was als volkslied. Omdat er geen vanzelfsprekende kandidaat was, moest de prijsvraag uitkomst bieden. De winnaar werd Wien Neêrlandsch bloed door d’aderen vloeit van de dichter Tollens.
Pas in 1932 werd het Wilhelmus het Nederlandse volkslied. Het lied gaat over de Opstand van de Nederlanders tegen de Spaanse overheersing in de zestiende eeuw. Nadat het lied in 1932 tot volkslied gekozen was, gaf het nationalistische gevoelens richting: tegenover de toenemende macht van Duitsland werd door het Wilhelmus een al eeuwenlang zelfstandig Nederland geplaatst.
Inmiddels wordt het Wilhelmus weer om andere redenen als symbool van nationalisme gepromoot. In het nieuwste regeerakkoord staat dat Nederlandse scholen het Wilhelmus aan moeten leren. Dat is afgedwongen door CDA-leider Buma, die in het verplicht aanleren van het Wilhelmus een herstel van traditionele normen en waarden ziet. Voor Buma is die traditie: christendom en koninkrijk.
Máxima en ‘de Nederlander’: elk woord telt bij nationalisme
Deze proef gaat over onderzoek naar teksten die nu gevoelens van nationale eenheid oproepen. Hoe gaat dat, in een land met inwoners van zoveel verschillende afkomsten? Hoe elk woord telt als het om nationalisme gaat, zagen we in 2010. Máxima, toen nog prinses, zei toen bij de presentatie van een landelijk rapport ‘Identificatie met Nederland’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) dat ‘dé Nederlander’ niet bestond. Ze bedoelde dat onder de noemer ‘de Nederlander’ veel verschillen schuil gaan. Maar sommigen hoorden haar zeggen dat ‘Nederlander-zijn’ iets is wat niet bestaat. Eén woordje bracht behoorlijk wat maatschappelijke commotie teweeg, die soms moeilijk te duiden en te begrijpen is als je er middenin zit.
Toch doen literatuuronderzoekers dat, dat duiden, want ze wijzen op betekenis en associaties van teksten. In deze proef kijken we naar teksten waarin het verband tekst-natie niet zo duidelijk is. Wat gebeurt er als nationalistische beelden verpakt zijn in popliedjes of een trailer voor een film? In deze proef leer je die beelden herkennen en begrijpen.
Opdrachten
- Of een tekst nationalistisch gevoelens oproept, is beter te bepalen als je naar teksten uit landen kijkt waar je minder vertrouwd mee bent. In Canada maakte men het volkslied genderneutraal door enkele woorden te vervangen, en in Amerika speelt een controverse rond het volkslied (de Star Spangled Banner). Afro-Amerikanen verenigd in de ‘Black Lives Matter’-beweging vinden het beledigend. Lees deze blog, en bepaal welke woorden uit het Amerikaanse volkslied een probleem vormen. En waarom?
In deze stap heb je gezien hoe teksten uitdrukking geven aan nationalistische gevoelens. In de opdracht keek je met de blik van een buitenstaander naar nationalisme en zag je dat uitdrukkingen van nationale eenheid beter zichtbaar worden als je zelf geen onderdeel van die eenheid bent of mag zijn. In de volgende stap krijg je instrumenten aangereikt om nationale symbolen in Nederlandse teksten – in dit geval popliedjes – te onderzoeken.
Stap 2: De instrumenten
Een vraag, instrumentarium en een methode
Als je een antwoord wilt vinden op wetenschappelijke vragen, dan moet je eerst duidelijk weten wat precies je vraag is. Daarna heb je instrumenten nodig waarmee je kunt beschrijven wat je onderzoekt. In deze proef gebruiken we termen die je helpen om beelden te analyseren die landen van elkaar en van zichzelf vormen: nationaal symbool, stereotype en zelfbeeld. Met goed begrip van wat die termen inhouden, kun je als onderzoekers met elkaar in discussie treden over je onderzoeksresultaten.
Stereotype en zelfbeeld uitgediept
Landen uiten gevoelens van nationalisme door zich af te zetten of te vergelijken met anderen, volgens allerlei vaste patronen. Zo ontstaan zelfbeelden en stereotypen: denkbeelden over jezelf en over de ander die wijd verbreid zijn. In veel gevallen zit in dat stereotype van het andere land precies wat het land zelf niet wil zijn, of denkt te zijn. Nederlanders zien de Belgen als dom, omdat ze zichzelf als slim zien. Het zelfbeeld van Nederlanders is dat ze slim zijn in het handeldrijven: iets wat Nederlanders in het bloed zou zitten sinds de Gouden Eeuw. Voor het vormen van het zelfbeeld gebruiken landen niet alleen tegenstellingen, maar ook perioden of gebeurtenissen uit het eigen verleden die men zich graag herinnert.
Of dit beeld feitelijk klopt, is niet eens belangrijk. Wie in Nederland weet hoe België het doet in de handel ten opzichte van Nederland? Veel belangrijker is hoe landen zich dingen willen herinneren of voorstellen. Zo herinneren Nederlanders zich wellicht liever de VOC-koopmannen als oorzaak van de toenmalige rijkdom dan de slavenhandel.
Nationaal symbool uitgediept
Nationale symbolen zijn een belangrijk middel om nationale zelfbeelden zichtbaar en kenbaar te maken. Ook in dat symbool – bijvoorbeeld een dier, een volkslied, een vlag – ziet het land alles wat het zou willen zijn. Het beeld dat anderen buiten dat land van dat nationale symbool hebben, kan erg verschillen van wat dat land zelf in die symbolen ziet.
Nationaal symbool
Afbeeldingen of voorwerpen die worden gebruikt om een natie te verbeelden.
Nationaal zelfbeeld
Het beeld dat een land (natie) van zichzelf heeft.
Nationaal stereotype
Het beeld dat een land van een ander land heeft – vaak is dit beeld precies het tegenovergestelde van wat een land zelf wenst of denkt te zijn.
Dieren als nationale symbolen
Voordat we in deze proef popliedjes bekijken, kijk je naar een tekst waarmee een dier de rol van nationaal symbool kreeg.
Opdrachten
- In Vlaanderen speelde één roman in de 19e eeuw een belangrijke rol bij de vormgeving van de natie. Dat was De leeuw van Vlaanderen van Hendrik Conscience uit 1838. Kijk naar het college van Geert Buelens voor de Universiteit van Nederland tot 7:32. Hoe werd juist die roman nationaal symbool?
In deze stap leerde je dat je vragen over nationalisme en nationalistische gevoelens in teksten kunt beantwoorden met analytische termen als ‘nationaal symbool’ en ‘stereotype’. Je maakte al een analyse van een dier als nationale symbool. In de volgende stap gebruiken we deze definities om nationalistische beelden in teksten uit de Nederlandse popmuziek beter te begrijpen.
Stap 3: Het experiment
In deze stap onderzoek je welke beelden over Nederland en andere landen we terugvinden in recente popliedjes. Wat zeggen ze over gevoelens van nationalisme die er in Nederland leven?
Opdrachten
- Bekijk en beluister: Fluitsma & Van Tijn ‘Vijftien miljoen mensen’. Schrijf in drie woorden op welk beeld van Nederland in dit popliedje (eigenlijk gemaakt voor een reclame van de Postbank, de voorloper van ING) geschetst wordt. Let bijvoorbeeld op de etnische achtergrond van de mensen die afgebeeld zijn. En op de manier waarop omgang met regels in Nederland getypeerd wordt.
- Bekijk nu ‘Het land van’ van Lange Frans en Baas B, en doe hetzelfde. Welk beeld komt hier van Nederland naar voren als je drie kenmerkende woorden zoekt? En hoe verhouden die zich tot de woorden uit de vorige opdracht?
- Bekijk nu ‘Het land van’ (2016) van Lange Frans (tekst van Jeroen van Koningsbrugge & Dennis v/d Ven), een commentaar op de eerdere versie van deze rapper. Hoe stelt die tweede versie van ‘Het land van’ die eerste versie bij?
- Rapper Typhoon zong ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van het Koninkrijk Nederland in de Ridderzaal het nummer ‘Van de regen naar de zon’. Vergelijk dit nummer met de verschillende versies van ‘Het land van’ en met ‘Vijftien miljoen mensen’. Welke nationale symbolen herken je in al die liedjes? Of is er weinig sprake van overlap? En wat zegt dat?
- Fluitsma & Van Tijn zingen ‘Vijftien miljoen mensen / op dat hele kleine stukje aarde / die schrijf je niet de wetten voor / die laat je in hun waarde’. Lees nu het gedicht In het land der koningen van Ramsey Nasr. Hij schreef het een dag na Koninginnedag in 2009, waarop een verwarde man de bus van de koninklijke familie probeerde te raken en daarbij 7 mensen doodde. Waar schrijft Nasr over het nationalistische ideaal van de ‘wetteloosheid’ dat Fluitsma & Van Tijn bezingen, en wat schrijft hij precies? Herken je verder onderwerpen uit het liedje in het gedicht, en welke verschillen en overeenkomsten zie je daar?
- Wat vind je van de diversiteit aan nationale symbolen die deze popliedjes gebruiken? Zie je veel terugkerende thema’s, of gebruiken de rappers en zangers hun eigen beelden en metaforen om hun idee van Nederland vorm te geven? In welke mate speelt perspectief (dat van de blanke Hollander, de Surinamer, de immigrant, de man of de vrouw etc.) een rol in de nationalistische ‘verhalen’ die in deze stap aan bod kwamen?
In deze stap experimenteerde je met concreet onderzoeksmateriaal: Nederlandse popmuziek en poëzie. Je analyseerde de woorden en beelden in deze teksten als nationalistische symbolen. Zo gebruikte je de methode uit de vorige stap om het materiaal op een systematische manier te onderzoeken. In de volgende stap reflecteer je op je bevindingen.
Stap 4: De lakmoesproef
Met de lakmoesproef test je wat je te weten bent gekomen tijdens het experiment. Hoe verandert het beeld dat een land van zichzelf heeft als andere groepen van de bevolking voor invulling van dat beeld zorgen?
Opdrachten
Schrijf een essay van 500 woorden waarin je een van onderstaande clips betrekt, en de stelling verdedigt dat de kwestie ‘dé Nederlander bestaat’ ook eens bekeken zou moeten worden vanuit het man/vrouw-perspectief. Is ‘de Nederlander’ – zo deze al bestaat – ook een vrouw? Geef in je essay een eigen uitleg van wat nationale symbolen zijn en wijs ze aan in de gekozen clip.
- Ramsey Nasr, ‘Mi have een droom’
- Fresku, ‘Nederland’
- Opgezwolle, ‘Made in NL’
In de lakmoesproef paste je nogmaals de methode toe waarmee je experimenteerde in de volgende stap. Je reflecteerde op de problematiek van ‘de Nederlander’ en betrok daarin je bevindingen uit de vorige stappen. Na deze terugkoppeling kijk je in de volgende stap verder, naar andere vormen van nationalisme om ons heen.
Stap 5: Het vrije experiment
In het vrije experiment is er ruimte om naar eigen inzicht verder onderzoek te doen met de instrumenten en tools die we in deze proef gebruikt hebben. Daarnaast is het vrije experiment een ruimte voor creatief schrijven. We geven je richtlijnen om creatief te reflecteren op de thema’s die in deze proef aan de orde kwamen.
Opdrachten
Niet alleen popsongs, ook films doen veel in de verspreiding van beelden over Nederland onder een groot publiek. Bekijk de trailer van de film Michiel de Ruyter uit 2015.
- Welke kenmerkende eigenschap van de Nederlander verbeeldt Michiel de Ruyter in deze film? Lees ter inspiratie van de onderzoekers Pieterse, Ham en Dietz deze ingezonden brief in de NRC.
- Onderzoek nu hoe deze eigenschap en de beelden uit de trailer zich verhouden tot wat we weten over de levensloop van Michiel de Ruyter. Schrijf een analyse waarin je de trailer vergelijkt met De Ruyters leven. Wat kun je concluderen?
- Teksten speelden in de aanloop naar de vorming van de 19e-eeuwse natiestaten ook al een grote rol in het verwoorden en opwekken van ‘national thoughts’. In de loop van de 16e eeuw had een verhaal – de zogenaamde ‘Bataafse mythe’- de bevolking van Nederland doen wennen aan het idee dat er zoiets als een ‘nationale eenheid Nederland’ zou kunnen bestaan. Zoek op wat de Bataafse mythe is en bekijk de volledige film over Michiel de Ruyter. Beschrijf in 500 woorden hoe de mythe doorklinkt in deze film en benoem de nationale symbolen volgens de definities uit deze proef.
Verder lezen:
- J. Leerssen, Encyclopedia of Romantic Nationalism in Europe ERNiE
- B. Anderson, Imagined communities. Reflections on the origin and spread of nationalism, Verso, London, 1983. Zie ook van Bastiaan Nugteren een recensie en beschouwing van betekenis van Andersons werk voor andere onderzoekers
- M. Meijer Drees, ‘Patriottisme in de Nederlandse literatuur (ca. 1650-ca. 1750)’, in: De Nieuwe Taalgids 88 (1995), pp. 247-260.
- L. Jensen, ‘Pre-Modern Dutch identity and the peace celebrations of 1748‘. In: Jane Fenoulhet, Gerdi Quist & Ulrich Tiedau (eds.), Discord and Consensus in the Low Countries, 1700-2000. London: UCL Press, 2016, pp. 6-19 en 191-193.
Ben je benieuwd naar mogelijkheden voor het schrijven van een profielwerkstuk over literatuur, bijvoorbeeld rond het thema nationalisme? Klik dan eens op de ‘Profielwerkstuk’-knop in het hoofdmenu en lees enkele suggesties voor grotere onderzoeksvragen die je in een profielwerkstuk kunt uitdiepen.