Spelregels

In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Met stille trom van F. Springer. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:

  1. Ronde 1 bestaat uit 5 quizvragen over de tekst. Een van de spelers leest de vragen voor en alle spelers (inclusief voorlezer) schrijven hun antwoorden op een blaadje. Na het omdraaien van de laatste vraag verschijnen de juiste antwoorden in beeld. Daarna berekent iedereen zijn score.
  2. Ronde 2 is een algemeen vragenrondje over de tekst: de spelers benoemen om de beurt wat ze onduidelijk vonden en proberen samen een antwoord te vinden. Als de grootste onduidelijkheden opgelost zijn, begint ronde 3.
  3. Degene met de meeste goede antwoorden op de quizvragen mag als eerste een kaartje van de discussievragen omdraaien van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
  4. Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.

Inleiding

‘“Maar,” zei Van Maenen, “blijft het daarom toch niet onze plicht een oervolk op te heffen uit zijn oertijd? Om voor hun oog om oog, hun vrees voor natuurverschijnselen, iets anders in de plaats te stellen? Zal hun leven niet zekerder en zinvoller worden als zij weten dat regen niet betekent dat de gedode vijanden op wraak zinnen, dat een tweeling, die geboren wordt, géén ongeluk brengt, dat men met een andere stam ook handelen in plaats van vechten kan zonder de voorouders tot razernij te brengen?” (p. 117)

In Met stille trom van F. Springer verplaats je je naar de jungle van voormalig Nederlands-Nieuw Guinea in 1962. Door de ogen van controleur Leen Dekker beleef je de laatste maanden van het Nederlandse gezag in deze kolonie, die in augustus 1962 onder internationale druk werd overgedragen aan de Verenigde Naties en daarna aan Indonesië. Met stille trom biedt een interessante kijk op de geschiedenis van een kolonie die vaak een beetje vergeten wordt door veel Nederlanders. Je zult wel merken dat die kijk vanuit ons hedendaagse perspectief verouderd is. In deze leesclub gaan jullie daarover in gesprek: welk beeld van de eilandbewoners en van de relatie tussen de Papoea’s en de Nederlanders zie je terug in deze roman? Hoe zie je de koloniale ideologie in deze roman terug, en hoe denken we nu over de ideeën die de personages in dit boek uitdragen?

Ronde 1: Quiz



Quizvraag

1. Waardoor is controleur Brandsen in opspraak gekomen?

2. Waarvan worden Duchateaux en Balthasar beschuldigd door mevrouw Veter?

3. Hoe heet de plaats waar Dekker voor het eerst landt na zijn overplaatsing?

  • A Batavia
  • B Zakar
  • C Bangkok
  • D Hollandia

4. In Zakar zijn verschillende vertegenwoordigers van de Protestantse Zending en de Katholieke Missie aanwezig. Wie behoort niet tot deze kerkelijke groep?

  • A Pieters
  • B Vreeswijk
  • C Van Maenen
  • D Baer

5. Wat is het vakgebied van professor Cabell?

Antwoorden

  1. Hij had de arm gebroken van een oudere Papoea.
  2. Zij zouden haar hebben aangerand.
  3. D Hollandia
  4. C Van Maenen
  5. Antropologie

Ronde 2: Vragenrondje

Wat vond je onduidelijk in Met stille trom, wat begreep je niet zo goed? Formuleer om de beurt een vraag over de tekst en probeer samen tot een antwoord te komen.

Ronde 3: Discussie



Feest der herkenning?

Kaart 1/8 - Feest der herkenning?

Wat wist jij al over Nederlands-Nieuw Guinea voordat je dit boek las? Wat is het belangrijkste wat je tijdens het lezen hebt geleerd over de geschiedenis van deze Nederlandse kolonie?

Kaart 2/8 - Feest der herkenning?

Heb je wel eens eerder een boek gelezen of een film gezien over het koloniale verleden van Nederland of België? Kreeg je in Met stille trom een ander beeld van dat verleden dan het beeld dat je kreeg op basis van die eerdere verhalen? Leg je antwoord uit.

Kaart 3/8 - Feest der herkenning?

Heb je door het lezen van dit boek een goed beeld gekregen van hoe het leven was in de jungle van Nederlands-Nieuw Guinea? Leg je antwoord uit.

Kaart 4/8 - Feest der herkenning?

Misschien ken je mensen of heb je familieleden die de koloniale tijd in Indonesië of Nieuw Guinea nog hebben meegemaakt. Als je hen één vraag over die tijd zou moeten stellen naar aanleiding van Met stille trom, wat zou die vraag dan zijn?

Kaart 5/8 - Feest der herkenning?

In de ‘Voorgeschiedenis’ voorin het boek vertelt de schrijver dat hij in 1963 uiteindelijk besloot om het boek niet te publiceren. Dat gebeurde pas in 2011. Wat waren zijn redenen daarvoor? Wat vind jij van die redenen? Leg je antwoord uit.

Kaart 6/8 - Feest der herkenning?

In de ‘Voorgeschiedenis’ schrijft de auteur ook over ‘Papoea’s die zo abrupt de Hollandse, vaderlijke arm om hun schouders moesten missen’. Wat zegt die formulering over de relatie tussen de Nederlanders en de Papoea’s? En wat vind jij van deze voorstelling van die relatie?

Kaart 7/8 - Feest der herkenning?

In het verhaal discussieert de Duits-Amerikaanse antropoloog Cabell met de Nederlanders over het nut van kolonisatie. Cabell vindt dat de Westerlingen de beschavingen op Nieuw Guinea verpesten met hun kapitalisme en hun geloof. Wat vind jij van dat standpunt? Leg je antwoord uit.

Kaart 8/8 - Feest der herkenning?

Tegenwoordig kijken we toch een beetje anders naar de dekolonisatie van Indonesië en Nieuw Guinea dan zestig jaar geleden. Kun je op basis van je lezing van Met stille trom de belangrijkste verschillen benoemen?

Feest der herkenning?

Dit was het laatste kaartje!



Stof tot nadenken?

Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?

Je bekijkt de verhaalwereld van Met stille trom door de ogen van de witte Leen Dekker. Welk beeld krijg je van de Papoea’s die onder zijn gezag vallen? Omschrijf dat in drie kernwoorden en licht die woorden toe.

Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?

Met stille trom is een boek dat geschreven is vanuit het perspectief van de witte koloniaal: zowel de schrijver F. Springer als het personage Leen Dekker werkten voor het Nederlandse bestuur in Nederlands-Nieuw Guinea. Hoe beïnvloedt dat perspectief jouw beleving van het verhaal, denk je? Wat zie je bijvoorbeeld niet door die blik?

Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?

Wat valt je op aan de manier waarop Leen Dekker zich opstelt als de gezagsdrager in Zakar? Zou je die opstelling als positief of negatief bestempelen? Leg je antwoord uit.

Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?

Welk beeld krijg je in dit boek van de manier waarop het koloniale bestuur georganiseerd was in Nederlands-Nieuw Guinea?

Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?

De achternaam van het hoofdpersonage verwijst naar een beroemde Nederlandse auteur uit de koloniale literatuur: Eduard Douwes Dekker, beter bekend onder de naam Multatuli. Multatuli verdedigde in zijn werk het lot van de Indonesiërs. Kun je dat ook zeggen over Leen Dekker en de Papoea’s onder zijn gezag? Leg je antwoord uit.

Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?

Het boek wisselt vertellerstekst af met brieven en rapporten van de koloniale bestuurders. Wat voegt deze vermenging van genres volgens jou toe aan het verhaal?

Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?

Springer heeft met Met stille trom de aanloop naar de dekolonisatie van Nederlands-Nieuw Guinea, in augustus 1962, willen typeren. Wat zegt de titel van zijn roman over die typering? Hoe verschilt dit dekolonisatieproces van bijvoorbeeld de dekolonisatie van Indonesië of Vietnam?

Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?

In het boek wordt duidelijk dat verschillende Westerse groepen verschillende belangen hebben in de jungle van Nieuw Guinea: de Katholieke Missie, de Protestantse Zending, de wetenschappers, het Nederlandse koloniale bestuur. Ze zeggen allemaal in het belang van de Papoea’s te handelen. Evalueer die claim voor de verschillende groepen.

Stof tot nadenken?

Dit was het laatste kaartje!

Ronde 4: Oordeel

Geef Met stille trom samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen

Leesclubs_respons