Spelregels

In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Spijkerzwijgen van Simon van der Geest. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:

  1. Ronde 1 bestaat uit 5 vragen over het verloop van verhaal. De spelers draaien om de beurt een kaartje om en geven antwoord op de vraag. Daarna mogen andere spelers reageren.
  2. Ronde 2 is een vragenrondje waarin elke speler een vraag mag formuleren aan een van de personages.
  3. Ronde 3 is de discussieronde. In deze ronde draaien de spelers om de beurt een kaartje om van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
  4. Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.

Inleiding

‘Is er een zus verdronken? vraagt Sven verbaasd. ‘Een zus van onze opa’s?’

‘Dat wist jij dus ook niet? Niemand vertelt elkaar iets in deze familie…’ (p. 217)

De twaalfjarige Vonkie gaat voor het eerst van haar leven een week logeren bij haar opa. Haar vader en moeder willen tijd om met elkaar dingen op een rij te zetten en daar kunnen ze Vonkie niet bij gebruiken. Bij opa ontdekt ze dat niet alleen haar ouders geheimen hebben. Ook opa vertelt niet alles. Koppig als ze is, besluit Vonkie dat het tijd wordt dat de waarheid boven water komt. Samen met haar achterneef Sven gaat ze op onderzoek uit.

In deze leesclub ga je met elkaar in gesprek over het familieverhaal van Vonkie: een twaalfjarig meisje dat voor niets en niemand bang lijkt. Je ontdekt wat het voor familieleden kan betekenen om iets voor hen te verzwijgen. Daarnaast leer je hoe gebeurtenissen in het verre verleden het leven van een familie kunnen bepalen.

Ronde 1: Grip op het verhaal



Grip op het verhaal

1. Wat is precies de reden waarom Vonkie uit logeren moet?

2. Waarom sluit de moeder van Spijker zichzelf op in een kast?

3. Buts redt het leven van Spijker. Wat was er gebeurd?

4. Wat zit er in het blikje dat de opa van Vonkie bij het bosje heeft begraven?

5. Wie is Johanna en welke rol heeft zij in het verhaal van Spijker en Buts?

Dit was het laatste kaartje!

Antwoorden

  1. De ouders van Vonkie willen ongestoord praten over hun huwelijk.
  2. Zij was verdrietig omdat Spijker het popje van haar overleden dochter Mathilde kapot gegooid had.
  3. Spijker zakte door het ijs toen hij dacht dat ijsberen hem achtervolgden.
  4. Een foto, een kievitseitje, een knikker, een muntje en een witte veer.
  5. Johanna was de dochter van de molenaar. Spijker en Buts waren allebei op haar verliefd.

Ronde 2: Vragenrondje

Hieronder staan verschillende fragmenten uit het boek. Kies allemaal één fragment. Bedenk en noteer een vraag die je aan een van de personages zou willen stellen. Probeer samen antwoord te geven op die vraag.

  • Opa laat Vonkie een oude familiefoto zien: ‘Spijker,’ zegt… en zo.’ (p. 23)
  • Opa vertelt Vonkie over Buts voor het slapengaan: ‘Opa laat… slaap val.’ (p. 29)
  • Vonkie en Opa gaan samen vissen: ‘Niet veel … Buts wel.’ (p. 46)
  • Buts vertelt Vonkie over Mathilde: ‘Hoe kun… er acht.’ (p. 102-103)
  • Buts vertrekt naar Nieuw Zeeland na de brand: ‘Was het … jouw schuld.’ (p. 200)

Ronde 3: Discussie



Feest der herkenning?

Kaart 1/8 - Feest der herkenning?

Vonkie is enig-kind. Spijker komt uit een groot gezin. Kom jij uit een groot of uit een klein gezin. Wat zijn de voor- en nadelen van een groot of klein gezin?

Kaart 2/8 - Feest der herkenning?

Als Vonkie op zoek gaat naar de snippers van de brief wordt ze betrapt door haar opa. Ze probeert de situatie te redden door een ‘leugentje om bestwil’. Misschien vertel je zelf ook wel eens zo’n leugentje om bestwil. Wat is volgens jou het verschil tussen een ‘leugentje om bestwil’ en een ‘echte’ leugen?

Kaart 3/8 - Feest der herkenning?

Vonkies opa vertelt veel over vroeger. Vonkie is er ook wel nieuwsgierig naar. Heb jij een opa of oma die verhalen van vroeger vertelt? Hou je van die verhalen of niet? Leg uit waarom wel of niet.

Kaart 4/8 - Feest der herkenning?

Waarom zijn Spijker en Buts nou precies zou boos op elkaar? Wat is er volgens jou nodig om broers weer bij elkaar te brengen in zo’n situatie?

Kaart 5/8 - Feest der herkenning?

Opa zegt op een gegeven moment dat sommige ruzies niet meer bij te leggen zijn. Is dat waar? Zijn ruzies soms te oud om nog bij te leggen? Leg je antwoord uit.

Kaart 6/8 - Feest der herkenning?

Opa bewaart een kapot popje in een doosje. Hij heeft geprobeerd het te maken, maar dat lukte niet. Waarom gooit hij het niet weg? Zou jij het wel weggooien? Leg uit waarom wel of niet.

Kaart 7/8 - Feest der herkenning?

Vonkie dwingt haar opa om meer over zijn verleden te vertellen. Vind jij het goed dat zij haar opa op deze manier een beetje onder druk zet? In welke situaties kan dat wel en in welke situaties is zoiets minder gepast, denk je?

Kaart 8/8 - Feest der herkenning?

In het boek zegt opa dat opa’s hun kleinkinderen niet over hun sores moeten vertellen. Vind jij dat ook? Mogen (groot)ouders hun zorgen niet delen met hun (klein)kinderen? Leg je antwoord uit.

Feest der herkenning?

Dit was het laatste kaartje!



Stof tot nadenken?

Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?

Op verschillende momenten in het verhaal komt de omgang met het milieu en met dieren ter sprake. Geef een voorbeeld van zo’n moment in het verhaal. Welke mening kun je daaruit afleiden? Ben jij het met die mening eens? Leg je antwoord uit.

Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?

In dit boek hebben verschillende mensen geheimen: de ouders van Vonkie, opa, de broer van opa, de ouders van opa, de molenaar. Zij hebben allemaal verschillende redenen om te zwijgen. Wat zijn die redenen?

Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?

Tijdens het verhaal wordt duidelijk hoe de dood van het zusje van opa zijn jeugd heeft gevormd. Leg uit hoe die gebeurtenis zijn relatie met zijn moeder en zijn broer Buts heeft bepaald?

Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?

Opa vertelt veel verhalen over vroeger. Helpen deze verhalen je om het gedrag van opa beter te begrijpen? Leg je antwoord uit.

Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?

In dit verhaal vertelt Opa over het verleden. Je hoort het verhaal van Buts en Spijker daardoor maar van één kant. Had het iets toegevoegd als je ook het verhaal van Buts vanuit zijn perspectief had kunnen lezen? Leg uit waarom dat wel of niet zo is.

Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?

‘Ik ben niet bang…Niet voor het rotverhaal dat ze me straks gaan vertellen.’ (p. 244).  Vonkie is een week bij opa geweest. Leg uit in hoeverre die week haar heeft veranderd?

Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?

Als Arnold Meijer met zijn dochter in de molen gaat wonen, heeft het dorp meteen een oordeel klaar. ‘Hoe ken zo’n man zich nou redden zonder vrouw, zo in zo’n afgelegen molen?’ (p. 155) Welk beeld van de rollen tussen mannen en vrouwen zie je in deze uitspraken terug?

Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?

Johanna’s vader draagt graag vrouwenkleding. Als dit geheim ontdekt wordt, slaat hij op de vlucht. Hoe keek men vroeger naar mannen die zich als vrouwen verkleedden? En hoe denkt men daar tegenwoordig over?

Stof tot nadenken?

Dit was het laatste kaartje!

Ronde 4: Oordeel

Geef Spijkerzwijgen samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.

Heb je zelf een goede discussievraag die nog niet gesteld is? Vul die dan in, dan voegen wij de vraag aan een van de stapeltjes toe.

Leesclubs_respons