Spelregels

In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Achter de draad van Hans Kuyper. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:

  1. Ronde 1 bestaat uit 5 vragen over het verloop van verhaal. De spelers draaien om de beurt een kaartje om en geven antwoord op de vraag. Daarna mogen andere spelers reageren.
  2. Ronde 2 is een vragenrondje waarin elke speler een vraag mag formuleren aan een van de personages.
  3. Ronde 3 is de discussieronde. In deze ronde draaien de spelers om de beurt een kaartje om van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
  4. Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.

Inleiding

‘Mars draait zich om en wringt zich tussen de struiken door het bos weer in. Pas als hij al een tijdje gelopen heeft, dringt werkelijk tot hem door wat hij daarnet gezien heeft. Die stomme zes draden, dat iele hekwerk – het lijkt opeens het machtigste wapen van de hele oorlog, het dodelijkste ook. En het staat tussen Lijne en haar land, tussen Mars en het graf van zijn moeder. Tussen hem en Geert ook, misschien.’ (p. 79)

Het is 1916, de tijd van de Eerste Wereldoorlog. Mars woont met Geert op boerderij de Kemkeshoeve in Nederland, vlakbij de Belgische grens. Geert speelt een grote rol binnen een groep smokkelaars die mensen en goederen van het bezette België naar het vrije Nederland brengen. Hun werk wordt bemoeilijkt door de aanleg van een dodendraad.

Op een dag gaat het mis. Het lukt de groep smokkelaars het Belgische meisje Lijne naar de Kemkeshoeve te smokkelen, maar vlak daarna komt Geert niet thuis. Lijne blijkt zwanger en bevalt op de boerderij van dochter Irene (‘Reentje’). Mars en Lijne zorgen voor haar. Als het noodlot toeslaat, voelt Mars zich genoodzaakt de oversteek andersom te maken. Hij vertrekt, door de dodendraad heen, naar België, op zoek naar familie van Lijne.

In Over de draad kruip je in de huid van Mars die zich staande moet houden in moeilijke omstandigheden. Het boek laat je nadenken over het belang van het hebben van familie, over het goede willen doen, over de invloed van de oorlog, over het hebben van doelen en keuzes en over kleine acties met grote gevolgen. Wat zou jij doen als er ineens een vluchteling in je huis zou komen wonen? Hoe ver zou jij voor iemand gaan die problemen heeft? Waar is jouw basis, waarnaar je altijd kunt terugkeren?

Ronde 1: Grip op het verhaal



Grip op het verhaal

1. In welk land staat de Kemkeshoeve?

2. Waarom was de Kabouterboom voor veel kinderen belangrijk?

3. Waaraan is Lijne overleden?

4. Wie is Hilarion?

5. Waarmee konden de smokkelaars toch de dodendraad passeren?

Dit was het laatste kaartje!

Antwoorden

  1. In Nederland.
  2. Kinderen stopten briefjes met wensen in de boom.
  3. Ze kreeg een infectie door een pijl van Mars.
  4. Een man uit het klooster die Mars en Reentje heeft geholpen.
  5. Ze gebruikten een passeursraam.

Ronde 2: Vragenrondje

Hieronder staan verschillende fragmenten uit het boek. Kies allemaal één fragment. Bedenk en noteer een vraag die je aan een van de personages zou willen stellen. Probeer samen antwoord te geven op die vraag.

  • Mars vraagt aan De Paling wat de dodendraad precies is: ‘Maar als … speelkaarten verkopen.’ (p. 36-38)
  • Mars ontmoet het uit België gevluchte meisje Lijne voor het eerst: ‘Pas als … vraagt Mars.’ (p. 47-48)
  • De hond van Malle Chris loopt tegen de dodendraad aan: ‘Geritsel in … de verte.’ (p. 77-79)
  • Mars en Reentje worden in het struikgewas ontdekt door een jonge Duitse soldaat: ‘Zie je … haar lijf.’ (p. 101-103)
  • Mars wordt door de abt ondervraagd over zijn plan om met Reentje België in te gaan: ‘De abt … Reentje beschermen.’ (p. 115-117)
  • Maddie vertelt Mars over Lijne en haar relatie met een Duitse soldaat: ‘Toen Lijne … plekke doodgeslagen.’ (p. 137-139)

Ronde 3: Discussie



Feest der herkenning?

Kaart 1/8 - Feest der herkenning?

Mars krijgt van Terwisga een mooie boog om mee te jagen. Waarom wil Mars die voor Geert verborgen houden? Zou jij in zo’n situatie hetzelfde doen? Leg je antwoord uit.

Kaart 2/8 - Feest der herkenning?

Geert probeert de details van zijn smokkelwerkzaamheden verborgen te houden voor Mars. In hoeverre vind je dat een goede keuze van Geert?

Kaart 3/8 - Feest der herkenning?

De Kemkeshoeve staat niet in het centrum van het dorp, maar juist achteraf. In het dorp wordt er nogal wat geroddeld over de Kemkeshoeve, over Mars en over de moeder van Mars bijvoorbeeld. Wat voor effect hebben deze roddels op Mars? Wat zou jij hem adviseren zodat hij er beter mee om kan gaan?

Kaart 4/8 - Feest der herkenning?

‘Mars is gewend om alleen te zijn, soms dagenlang. Sinds zijn moeder stierf, heeft hij leren leven met de stilte van de Kemkeshoeve. Eten, slapen, jagen en Geert ontwijken. Het is vreemd om die stilte nu te delen met iemand als Lijne. Iemand die je niet kunt ontwijken, ook al zou je willen – en Mars wil het niet’ (p. 81). Deel jij soms ook de stilte met iemand? Hoe voelt dat?

Kaart 5/8 - Feest der herkenning?

Als Reentje is geboren, reageert De Paling als volgt: ‘Dus het is een meisje […]. Nou ja, niks aan te doen’ (p. 66). Hoe zou jij op zo’n uitspraak reageren?

Kaart 6/8 - Feest der herkenning?

Lijne is zwanger geraakt van een Duitse soldaat. Dat had veel gevolgen voor haar en haar familie. Wat vind je van de reactie van de dorpsbewoners? Zou zo’n situatie in deze tijd ook kunnen voorkomen, denk je? Leg je antwoord uit.

Kaart 7/8 - Feest der herkenning?

Mars belooft nooit meer een pijl af te vuren na het schieten van de pijl voor zijn ontsnapping. Waarom deed Mars die belofte, denk je?

Kaart 8/8 - Feest der herkenning?

In de epiloog (Na de draad, p. 171) lees je wat er is gebeurd met de personen uit het verhaal. Welk verhaal raakte je het meest en waarom?

Feest der herkenning?

Dit was het laatste kaartje!



Stof tot nadenken?

Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?

Hilarion zegt: ‘Weet waar je vandaan komt, dat is de grond onder je voeten. Het maakt niet uit wat het leven je brengt, of juist niet brengt. Je kunt altijd terug naar de bron.’ (p. 122). Gaat deze roman over het teruggaan naar de ‘bron’? Wat wordt hier volgens jou bedoeld met ‘terug naar de bron’?

Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?

‘Alles heeft een doel,’ zegt Lijne. ‘De mier heeft een doel, en zelfs de pluisjes van de paardenbloem. Je blaast ze weg en daar gaan ze.’ (p. 56). Deze paardenbloemenpluisjes komen regelmatig terug in het verhaal. Wat is de betekenis van de pluisjes, volgens jou?

Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?

Je zou kunnen zeggen dat de familiesituatie van Mars en Reentje overeenkomsten vertoont. Noem een overeenkomst en leg uit of deze overeenkomst invloed heeft op de relatie tussen Mars en Reentje.

Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?

Als Irene wordt geboren, legt Lijne uit dat de naam Irene bij de Romeinen ‘god van de vrede’ betekent. Mars betekent bij de Romeinen de god van de oorlog. Waarom zou de schrijver voor deze namen gekozen hebben, denk je? Kun je nog meer voorbeelden geven van namen die in het verhaal een speciale betekenis hebben?

Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?

In de inleiding van deze leesclub wordt de draad het ‘machtigste’ en ‘dodelijkste’ wapen van de oorlog genoemd. Leg dat uit.

Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?

Lees het motto van het verhaal nogmaals, voorin het boek (‘We zijn / hier want / we zijn / hier want / we zijn / hier want we zijn’). Waarom past dit motto bij het verhaal?

 

Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?

Het verhaal van Mars is verdeeld in vier delen: Voor de draad, Over de draad, Achter de draad en Na de draad. Waarom zou de schrijver het boek juist de titel Achter de draad gegeven hebben? Is dat deel het belangrijkste van het hele boek, of is er een andere reden?

Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?

Door de epiloog (p. 171) krijg je het idee dat dit verhaal een waargebeurd verhaal is. Kijk je daardoor anders naar het boek dat je net gelezen hebt? Leg uit waarom wel of niet.

Stof tot nadenken?

Dit was het laatste kaartje!

Ronde 4: Oordeel

Geef Achter de draad samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.

Heb je zelf een goede discussievraag die nog niet gesteld is? Vul die dan in, dan voegen wij de vraag aan een van de stapeltjes toe.

Leesclubs_respons