Spelregels
In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Kinderen van Moeder Aarde van Thea Beckman. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:
- Ronde 1 bestaat uit 5 vragen over het verloop van verhaal. De spelers draaien om de beurt een kaartje om en geven antwoord op de vraag. Daarna mogen andere spelers reageren.
- Ronde 2 is een vragenrondje waarin elke speler een vraag mag formuleren aan een van de personages.
- Ronde 3 is de discussieronde. In deze ronde draaien de spelers om de beurt een kaartje om van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
- Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.
Inleiding
‘…omdat ze zich meester wanen van de aarde en van alles wat erop leeft. Met gezond verstand heeft dat niets meer te maken, alleen met bloeddorst en hebzucht. Daaraan is de wereld al een keer te gronde gegaan en de wereld van de Badeners zal er ook eens aan kapot gaan – onherroepelijk. Waar mannen de macht uitoefenen regeert de techniek, maar verdwijnt de beschaving.’ (p. 200)
In Thule leven de mensen in harmonie met de natuur, zonder wapens en leger, en onder het bestuur van vrouwen. Op een dag komt een onbekend schip de fjord van Thule binnenvaren: de Badenfelder, afkomstig uit het Badense Rijk. De Badeners hebben wapens en stoommachines en willen het mooie Thule, met haar vruchtbare grond, vele dieren en rijke grondstoffen veroveren. Maar de Konega en haar Vrouwenraad bieden tegenstand.
In deze leesclub ga je in gesprek over verschillende culturen en de invloed van cultuur op opvattingen over natuur, techniek en macht. Hoe bepaalt je afkomst je kijk op goed en kwaad? Kan een andere cultuur je nieuwe inzichten geven over je eigen land en leefgewoontes? Deze en andere vragen vormen de basis van de discussie.
Ronde 1: Grip op het verhaal
Grip op het verhaal
1. Door wie wordt Thule geregeerd?
2. Wie is Thura?
3. Waarom mogen de mannen niet de leiding hebben in Thule?
4. Waarom mag Christian niet met een ‘gewoon’ meisje trouwen?
5. Waarom blijven de Badeners ondanks tegenslagen vastberaden om door te gaan met hun expeditie in de binnenlanden van Thule?
Dit was het laatste kaartje!
- Konega Armina-Dottir en de Vrouwenraad
- een vriendin en later de vrouw van Christian
- Volgens de regering was de Grote Ramp het gevolg van mannelijk beleid en herhaling daarvan willen ze voorkomen.
- Hij moet met een Dottir trouwen zodat zijn dochter de nieuwe Konega kan worden.
- Ze willen de goudmijnen bereiken.
Ronde 2: Vragenrondje
Hieronder staan verschillende fragmenten uit het boek. Kies allemaal één fragment. Bedenk en noteer een vraag die je aan een van de personages zou willen stellen. Probeer samen antwoord te geven op die vraag.
- Kunz spreekt Christian aan bij de tempel: ‘Zijn blik … wreekt zich’ (p. 178-179)
- Semmel en Kunz bespreken wat ze moeten doen met de blokkade: ‘En als … kunnen slapen?’ (p. 366-367)
- Christian en Rajo pleiten voor meer inspraak bij Armina-Dottir: ‘Het is … eetzaal uit’ (p. 445)
Ronde 3: Discussie
Feest der herkenning?
Kaart 1/8 - Feest der herkenning?
‘‘Ik denk,’ zei Christian, ‘dat we beiden hetzelfde bedoelen al geven we er andere namen aan. In uw land zijn het mannen die regelen en regeren, nietwaar? Dus is het begrijpelijk dat zij het levensbrengende principe als een man zien, een Heer’’ (p. 180). Geloof jij zelf in een god? Als jij over een god nadenkt, denk je dan aan een man of een vrouw, of doet dat verschil er helemaal niet toe?
Kaart 2/8 - Feest der herkenning?
Professor Kunz verandert vaak van gedachten over Thule. Het ene moment verlangt hij ernaar om hotels te bouwen in het ongeschonden binnenland en goud en rijkdom mee te nemen naar het Badense Rijk, het volgende moment krijgt hij al heimwee bij de gedachte de schoonheid van Thule achter te moeten laten en terug te keren naar zijn eigen industriële thuisland. Kun jij zijn wisselende houding begrijpen? Licht je antwoord toe.
Kaart 3/8 - Feest der herkenning?
‘In feite is het verschil tussen goed en kwaad een kwestie van afspraak. Wat noem je kwaad, of goed.’ (p. 198). Heb jij weleens nagedacht waar jouw opvattingen over goed en kwaad vandaan komen? Waardoor worden die beïnvloed, denk je?
Kaart 4/8 - Feest der herkenning?
Armina-Dottir acht het noodzakelijk dat de Badenfelder nooit meer terugkeert naar het Badense Rijk, zodat Thule niet meer bedreigd zal worden. Andere leden van de Vrouwenraad vinden dit een schokkende opvatting. Wat zou jij gedaan hebben als je je land of een andere belangrijke plek moest beschermen?
Kaart 5/8 - Feest der herkenning?
Armina-Dottir maakt zich zorgen om de komst van de Badeners. Christian vindt haar kijk overdreven: ‘Hoe konden mensen uit een beschaafd en hoogontwikkeld land ooit een gevaar zijn voor Thule?’ (p. 168). Kun jij begrijpen waarom Christian dit in eerste instantie denkt? Leg je antwoord uit.
Kaart 6/8 - Feest der herkenning?
Hannah-Dottir grijpt niet in als Badener Hans verwond is, wel als de Badeners bijna een beer ombrengen. Christian is diep teleurgesteld in zijn tante. Wat vind jij van haar optreden? Is haar liefde voor de natuur buitenproportioneel? Beargumenteer je antwoord.
Kaart 7/8 - Feest der herkenning?
In Thule is de nadruk op natuur erg groot. Op welke manier is er volgens jou in onze eigen samenleving aandacht voor natuur? Vind je die aandacht voldoende? Leg je antwoord uit.
Kaart 8/8 - Feest der herkenning?
Vergelijk het leven in Thule met jouw eigen leven. Wat zijn volgens jou de voor- en nadelen van het leven in een land als Thule?
Feest der herkenning?
Dit was het laatste kaartje!
Stof tot nadenken?
Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?
Toen de stoommachine in Thule werd uitgevonden, verbood de toenmalige Konega het gebruik ervan vanwege de vervuiling. Armina-Dottir deelt deze opvatting. Volgens Christian staat de angst voor vervuiling vooruitgang in de weg. Vind jij dat het behoud van de natuur altijd voorop moet staan, of kun je Christians standpunt begrijpen? Leg je antwoord uit.
Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?
Christian en zijn vader hebben het over de ‘zachte onderdrukking’ van mannen in Thule (p. 319). Vind jij dat de mannen in Thule onderdrukt worden? Beargumenteer je antwoord.
Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?
‘Mannen waren aardige, sterke en vaak vriendelijke wezens die het zware werk konden doen … maar zoiets gevoeligs als het landbestuur kon je hun niet toevertrouwen. Daarvoor waren ze te ruw, te eigengereid en te zelfzuchtig…’ (p. 17). Wat vind jij van de manier waarop Beckman de verschillen tussen mannen en vrouwen beschrijft?
Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?
‘Dat het daarenboven een bijzonder mooi land is, is geen verdienste van de bevolking, dat is gewoon de natuur,’ stelt Kunz. Ben je het hiermee eens? Leg je antwoord uit met een voorbeeld uit het boek.
Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?
In Thule is het dragen van wapens verboden. Ook is er geen leger. Denk je dat het conflict met de Badeners effectiever opgelost had kunnen worden als Thule wel een leger had gehad? Leg uit waarom wel of niet.
Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?
De Badeners noemen Thule in het begin vaak een armoedig en onbeschaafd land, dat geciviliseerd (=beschaafd gemaakt) moet worden. Ook Europese landen gebruikten (en gebruiken) dergelijke opvattingen als reden om landen te koloniseren. Is het binnenvallen van een land in bepaalde omstandigheden te verantwoorden? Leg je antwoord uit.
Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?
In Thule regeren de vrouwen. Thea Beckman geloofde zelf niet dat een vrouwenmaatschappij per se beter zou uitpakken dan een maatschappij geregeerd door mannen. Hoe denk jij hierover?
Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?
Kapitein Semmel weigert op de kinderen te schieten, terwijl hij dat bij andere aanvaringen wel gedaan heeft. Zijn redenering is: ‘Toen was het oorlog, dan is zoiets onvermijdelijk. Nu is het vrede en dan kan het niet’ (p. 367). Denk jij dat oorlog bepaalde ideeën over goed en kwaad kan veranderen? Leg uit waarom wel of niet.
Stof tot nadenken?
Dit was het laatste kaartje!
Ronde 4: Oordeel
Geef Kinderen van Moeder Aarde samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.
Heb je zelf een goede discussievraag die nog niet gesteld is? Vul die dan in, dan voegen wij de vraag aan een van de stapeltjes toe.