Spelregels

In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Geest van Daan Remmerts de Vries. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:

  1. Ronde 1 bestaat uit 5 vragen over het verloop van verhaal. De spelers draaien om de beurt een kaartje om en geven antwoord op de vraag. Daarna mogen andere spelers reageren.
  2. Ronde 2 is een vragenrondje waarin elke speler een vraag mag formuleren aan een van de personages.
  3. Ronde 3 is de discussieronde. In deze ronde draaien de spelers om de beurt een kaartje om van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
  4. Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.

Inleiding

‘Terwijl hij zo enkele schapen omlaagjaagt, denkt hij weer aan Amsterdam. Dit is andere koek dan het vangen van Pokémons! Jochem schudt zijn hoofd. Beesten vangen op een schermpje – in een bal…! Waarom heeft hij ooit meegedaan aan zoiets… dommigs…?
Hier gaat hij, soms slippend over een losliggende steen, door een reusachtige leegte. Blatend storten de schapen zich voor hem uit naar beneden, telkens blijven ze even staan, gluren naar achteren, en hobbelen dan weer haastig een stukje door. De lammeren voegen zich bij hun moeders. In de verte klinkt gefluit, van Kevin. Dit is ruig en… echt…’ (p. 185)

Het verhaal Geest van Daan Remmerts de Vries gaat over Jochem, die door zijn vrienden ‘ghost’ wordt genoemd. Jochems leven in het drukke Amsterdam bestaat uit gamen, skaten, concerten bezoeken met zijn vrienden en vooral sociale media. In zijn vriendengroep deelt iedereen alles online met elkaar, voorzien van grappig commentaar.

Dan besluiten zijn ouders te emigreren naar Schotland. Dat is nogal een omschakeling, zeker wanneer blijkt dat er geen internetbereik is in het kleine dorp waar ze terechtkomen. Jochems paniek is groot: hij raakt het contact met zijn vrienden kwijt en gamen is onmogelijk. Hij kan helemaal niet zonder internet, maar hij zal moeten. Langzaamaan blijkt gelukkig dat het leven in de Highlands ook mooie kanten heeft. Jochem past zich aan en leert dat er offline ook avonturen te beleven zijn.

In Geest lees je over de betekenis van vriendschap en avontuur in verschillende culturen. Welke rol heeft internet in je leven? Hoe werkt het aanpassen naar een nieuwe omgeving? Daarover praat je met elkaar in deze leesclub.

Ronde 1: Grip op het verhaal



Grip op het verhaal

1. Wat is er gebeurd met Jochems zus Jodi?

 

2. Noem een reden voor Jochems ouders om voor Schotland te kiezen.

3. Welke sport doet Jochem wekelijks met de jongens uit het dorp?

4. Waar ontmoet Jochem Caileen?

5. Waarmee heeft Marty het zwaar wanneer hij op bezoek komt?

Dit was het laatste kaartje!

  1. Ze is verongelukt op reis.
  2. Schotland heeft rust en natuur, en in Schotland kunnen ze Engels spreken.
  3. voetbal
  4. op het feest dat zijn ouders voor het dorp geven
  5. de moeilijke scheiding van zijn ouders

Ronde 2: Vragenrondje

Hieronder staan verschillende fragmenten uit het boek. Kies allemaal één fragment. Bedenk en noteer een vraag die je aan een van de personages zou willen stellen. Probeer samen antwoord te geven op die vraag.

  • Jochem bespreekt zijn onvoldoende met de leraar: ‘‘Is er niet … nog zeggen.’ (p. 41- 42)
  • Kevin en Jochem praten over meisjes: ‘‘En jij?’ … weer weg.’ (p. 181-182)
  • Jochem en Marty over sociale media: ‘‘Je had …niet horen.’’ (p. 245- 246)

 

Ronde 3: Discussie



Feest der herkenning?

Kaart 1/8 - Feest der herkenning?

Hoe zou jij het vinden om te emigreren? Zou je net zo reageren als Jochem, of heel anders? Leg je antwoord uit.

Kaart 2/8 - Feest der herkenning?

Misschien heb je zelf wel eens een dierbare verloren, of ken je iemand die dat is overkomen. Jochem en zijn ouders proberen op verschillende manieren om te gaan met het verlies van Jodi. Herken je hun manieren van rouwen, of juist niet? Leg dit uit aan de hand een voorbeeld uit het boek.

Kaart 3/8 - Feest der herkenning?

Als Jochem in Schotland een zeehond heeft gezien, denkt hij: ‘Wat heeft het voor zin om zoiets in je eentje te zien?’ (p. 105). Kun jij ergens van genieten als je het niet kunt delen met anderen? Leg je antwoord uit.

Kaart 4/8 - Feest der herkenning?

In Schotland gaat Jochem andere, praktische kleren dragen. Hecht jij zelf aan stijlvolle kleren, of maak je eerder praktische keuzes. Leg je antwoord uit.

Kaart 5/8 - Feest der herkenning?

In het Schotse dorp gaan de mensen anders met elkaar om dan in Amsterdam. Iedereen groet elkaar op straat bijvoorbeeld. Waarop lijkt jouw woonplaats meer, op een Schots dorp of op een stad als Amsterdam en waar lijkt het jou fijner om te wonen? Leg je antwoord uit.

Kaart 6/8 - Feest der herkenning?

Pas wanneer Jochem een persoonlijke vraag aan hem stelt, vindt Kevin dat ze echt vrienden zijn. ‘Vrienden praten, Bob. Die stellen elkaar vragen. Personal things, you know.’ (p. 181) Vergelijk deze opvatting met je eigen kijk op vriendschap en leg uit of je het eens bent met Kevin.

Kaart 7/8 - Feest der herkenning?

In Amsterdam filmen en delen Jochems vrienden de bierdouche die hij krijgt. Hij vindt het niet leuk. Begrijp je dat zij dat doen en zou je zelf er de humor ervan  inzien als het je overkomt? Leg je antwoord uit.

Kaart 8/8 - Feest der herkenning?

Jochems brieven aan zijn zus zijn een soort dagboeken: hij reflecteert op zijn eigen leven. Waarom denk je dat hij die brieven schrijft en hoe helpt dat hem? Denk je dat het voor jou ook zou werken in zo’n situatie? Leg je antwoorden uit.

Feest der herkenning?

Dit was het laatste kaartje!



Stof tot nadenken?

Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?

In het eerste deel van het boek spelen sociale media een belangrijke rol. Vind jij dat de schrijver realistisch beschrijft hoe jongeren hun telefoons en apps gebruiken? Leg je antwoord uit aan de hand van een voorbeeld uit het boek.

Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?

In Amsterdam heeft Jochem altijd afleiding en in games kan hij ontsnappen aan de werkelijkheid. Waarom wil hij dat denk je? Leg uit of je het een goed idee vindt dat hij altijd afleiding zoekt.

Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?

Lees het citaat in de inleiding nogmaals. Jochem realiseert zich dat online belevenissen en die in het echt anders zijn. Vind je dat er een groot verschil tussen zit? Hecht jij meer waarde aan een van de twee? Beargumenteer je antwoorden.

Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?

In het dorp kent iedereen elkaar en daardoor is er zogenaamde ‘sociale controle’. Caileen wil daarom niets laten merken van wat er tussen Jochem en haar speelt. Wat vind je daarvan en welke voor- en nadelen zie je in die sociale controle?

Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?

Jochem en Marty moeten afkicken van hun internetverslaving als ze in Schotland zijn. Denk je dat er ook een manier is om minder met je telefoon om te gaan als je nog wel bereik hebt? Leg je antwoord uit.

Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?

Als Jochem en Caileen een stier tegenkomen, weet zij hoe ze daarmee om moet gaan. Jochem schrikt en rent bij haar weg. Caileen wordt boos, omdat hij haar in de steek laat. Vind je het terecht dat ze hem niet dapper noemt? Leg je antwoord uit.

Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?

In Schotland gaat Jochem meer praten over persoonlijke dingen. Martin leert dit van Jochems moeder. Denk je dat het altijd goed is om open te zijn, of zijn er ook gevallen waarin zwijgen beter is? Leg je antwoord uit.

Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?

Als Marty in Schotland is, realiseert hij zich dat er geen plek voor eenzaamheid is op sociale media. ‘Dus eigenlijk zijn die sociale media helemaal niet sociaal. Het zijn eerder asociale media…’ (p. 245) Ben je het met Marty eens? Bedenk argumenten voor en tegen zijn mening.

Stof tot nadenken?

Dit was het laatste kaartje!

Ronde 4: Oordeel

Geef Geest samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.

Heb je zelf een goede discussievraag die nog niet gesteld is? Vul die dan in, dan voegen wij de vraag aan een van de stapeltjes toe.

Leesclubs_respons