Spelregels

In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Boreas en de zeven zeeën van Mina Witteman. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:

  1. Ronde 1 bestaat uit 5 vragen over het verloop van verhaal. De spelers draaien om de beurt een kaartje om en geven antwoord op de vraag. Daarna mogen andere spelers reageren.
  2. Ronde 2 is een vragenrondje waarin elke speler een vraag mag formuleren aan een van de personages.
  3. Ronde 3 is de discussieronde. In deze ronde draaien de spelers om de beurt een kaartje om van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
  4. Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.

Inleiding

‘In de afgelopen dagen hebben we nog twee keer dolfijnen gezien. En weet je wat het gekke is? (…) Het is bijna nog mooier dan de mooiste voetbaloverwinning van Ajax. Ik raak er steeds meer van in de war. Het ene moment wil ik terug naar Amsterdam en het andere moment kan ik me niet meer voorstellen dat ik zonder de wind en de boot zou kunnen.’ (p. 107)

Boreas en de zeven zeeën van Mina Witteman gaat over het begin van een wereldreis. De ouders van Boreas gaan de wereld rondzeilen en hij moet mee. Weg is zijn vertrouwde omgeving, met school en vrienden. Eerst vindt hij het helemaal niks, maar dat verandert al snel. Het varen, de plekken waar ze komen en de bijbehorende avonturen, het blijkt allemaal toch erg bijzonder te zijn.

Weggaan van alles wat je kent is moeilijk, maar levert veel ervaringen op. Bovendien is het niet voor iedereen vanzelfsprekend om zomaar op reis te kunnen gaan. In deze leesclub praat je over de betekenis van een reis waarbij je je vertrouwde leven achter je laat. Hoe zou jij het vinden om alles achter te laten?

Ronde 1: Grip op het verhaal



Grip op het verhaal

1. Wat denkt Boreas dat er aan de hand is voor hij weet dat zijn ouders op wereldreis willen?

2. Wat gebeurt er uiteindelijk met Abbas?

3. Wie is Merel, en hoe lang komt ze meevaren?

4. Wat gebeurt er als de vissers Merel en Boreas ontdekken?

5. Waarheen lokt een dolfijn Merel en Boreas?

Dit was het laatste kaartje!

Antwoorden:

  1. Hij denkt dat zijn ouders gaan scheiden.
  2. Hij zwemt zelf terug naar Frankrijk.
  3. Merel is Boreas’ beste vriendin. Ze blijft een maand.
  4. Ze moeten aan boord blijven en klusjes doen.
  5. Naar een andere dolfijn die vastzit onder water.

Ronde 2: Vragenrondje

Hieronder staan verschillende fragmenten uit het boek. Kies allemaal één fragment. Bedenk en noteer een vraag die je aan een van de personages zou willen stellen. Probeer samen antwoord te geven op die vraag.

  • Boreas’ ouders weten niet wat ze met Abbas moeten doen: ‘‘Nee,’ zegt … haven toe.’’ (p. 32-33)
  • Boreas’ moeder is overboord gevallen: ‘‘We komen … te pakken.’ (p. 80-82)
  • Boreas en Merel gaan het vissersschip op: ‘‘Bo! Bo!’ … lach ik.’ (p. 130-131)

Ronde 3: Discussie



Feest der herkenning?

Kaart 1/8 - Feest der herkenning?

Lees nogmaals het citaat in de inleiding. Boreas heeft wisselende gevoelens tijdens de reis: hij wil alles thuis niet missen, maar geniet ook van alle avonturen aan boord. Begrijp je dat? Hoe denk je dat jij je zou voelen?

Kaart 2/8 - Feest der herkenning?

Boreas springt – vastgeklikt aan de reling van de boot – in het ijskoude water om Abbas te redden. Zou jij zoiets durven? Leg je antwoord uit.

Kaart 3/8 - Feest der herkenning?

Tijdens de reis houdt Boreas een logboek bij. Heb jij wel eens zoiets gedaan, bijvoorbeeld een dagboek bijhouden? Waarom zou je dat wel of niet een goed idee vinden?

Kaart 4/8 - Feest der herkenning?

Boreas houdt op een eiland een tractorrace met andere kinderen. Best gevaarlijk. En het mag absoluut niet van hun ouders. Zou jij zoiets doen? Leg uit waarom wel of niet.

Kaart 5/8 - Feest der herkenning?

Wanneer Boreas’ moeder overboord valt, moeten zijn vader en hij kalm blijven om haar te redden. Denk je dat jij dat zou kunnen, of raak je snel in paniek? Leg je antwoord uit.

Kaart 6/8 - Feest der herkenning?

‘Je gaat de hele wereld over zeilen en dan wil je overal alleen maar dingen eten die je kent?’ (p. 92) Merel snapt niet dat Boreas niets nieuws wil proberen. Begrijp jij hem wel of niet? Leg je antwoord uit.

Kaart 7/8 - Feest der herkenning?

Boreas geeft in het boek veel uitleg over zeilen en de woorden die zeilers gebruiken. Heb jij ook een sport of een activiteit waarvan je veel afweet en waar allerlei specifieke woorden bij horen?

Kaart 8/8 - Feest der herkenning?

Zou jij net als Boreas met je ouders op wereldreis willen gaan? Leg je antwoord uit.

Feest der herkenning?

Dit was het laatste kaartje!



Stof tot nadenken?

Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?

Boreas’ ouders besluiten dat hij mee op reis gaat. Vind je dat ouders zoiets voor hun kind mogen besluiten? Leg je antwoord uit.

Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?

Boreas’ ouders willen Abbas niet naar Engeland brengen, maar hem ook niet aangeven bij de Franse politie. Boreas’ vader zegt: ‘dit probleem is veel te groot voor ons.’ (p. 34) Wat bedoelt hij daarmee? Wat vind jij dat ze hadden moeten doen?

Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?

Abbas laat na vertrek een bedankbriefje met gedicht achter waarin hij stelt: ‘Haat zorgt voor oorlog. / Moed zorgt voor vrijheid.’ (p. 41) Denk je dat hij Boreas en zijn ouders niet moedig vindt? En wat denk jij? Leg je antwoord uit.

Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?

Boreas vindt de ongelijkheid tussen Abbas en hemzelf moeilijk. ‘Ik schaam me, omdat wij alles hebben. Omdat we op wereldreis kunnen zonder dat iemand ons iets verbiedt of ergens wegjaagt.’ (p. 41) Heb jij voor het lezen van dit boek wel eens nagedacht over reizen als luxe? Leg je antwoord uit.

Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?

In het boek staan veel woorden die met zeilen te maken hebben, zoals knopen, spinnaker en wachtlopen. Hoe is dat om te lezen? Maken die woorden het boek misschien leuker, beter, of moeilijker? Leg je antwoord uit.

Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?

Als hij Merel over Abbas heeft verteld, denkt Boreas: ‘Ik wil niet nadenken over Abbas. Wat heeft het voor zin om na te denken over iets wat je toch niet kunt veranderen?’ (p. 89) Vind je dat hij gelijk heeft? Leg je antwoord uit.

Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?

Merel en Boreas moeten op de vissersboot blijven en helpen bij het werk. Vind je die straf terecht? Leg je antwoord uit.

Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?

‘Soms zou ik ook willen dat ik thuis was. (…) Maar dan denk ik aan waar de wind ons zal brengen en wat we zullen meemaken. We zullen zo veel zien, zo veel leren, zo veel mensen ontmoeten.’ (p. 52) De moeder van Boreas vindt reizen het mooiste wat er is. Ben jij het met haar eens? Leg je antwoord uit.

Stof tot nadenken?

Dit was het laatste kaartje!

Ronde 4: Oordeel

Geef Boreas en de zeven zeeën samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.

Heb je zelf een goede discussievraag die nog niet gesteld is? Vul die dan in, dan voegen wij de vraag aan een van de stapeltjes toe.

Leesclubs_respons