Spelregels

In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Nicolas en de verdwijning van de wereld van Anne Eekhout. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:

  1. Ronde 1 bestaat uit 5 quizvragen over de tekst. Een van de spelers leest de vragen voor en alle spelers (inclusief voorlezer) schrijven hun antwoorden op een blaadje. Na het omdraaien van de laatste vraag verschijnen de juiste antwoorden in beeld. Daarna berekent iedereen zijn score.
  2. Ronde 2 is een algemeen vragenrondje over de tekst: de spelers benoemen om de beurt wat ze onduidelijk vonden en proberen samen een antwoord te vinden. Als de grootste onduidelijkheden opgelost zijn, begint ronde 3.
  3. Degene met de meeste goede antwoorden op de quizvragen mag als eerste een kaartje van de discussievragen omdraaien van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
  4. Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.

Inleiding

Laten we onze laatste maanden vieren als het feest dat het leven is. Laten we ons niet verleid voelen om elkaar te beroven van het laatste wat we nog hebben. Laten we elkaar in plaats daarvan vertrouwen. Laten we ons niet schamen voor ons verdriet en voor onze wanhoop. Laten we in plaats daarvan schuilen bij elkaar. Laten we elkaar omarmen. Laten we laten zien wat het is om mens te zijn (p. 107-108).

De achtjarige Nicolas woont met zijn moeder en vader in een bovenwoning. Op een dag komt er verontrustend nieuws: er komt een zwart gat op de aarde af en de kans is groot dat de hele wereld wordt weggevaagd. Nicolaas besluit om de wereld te redden, net als de held uit zijn favoriete stripboek De Adelaar.

Aan de hand van discussievragen bespreek je de invloed van een dreigend gevaar op gewone mensenlevens. Hoe gaan verschillende mensen om met de komst van het zwarte gat?  En wat is het verschil tussen fantasie en hoop? Deze en andere vragen komen in deze leesclub aan bod.

Ronde 1: Quiz



Quizvraag

1. Waaraan kun je zien dat Nicolas een andere opvoeding krijgt dan de gemiddelde achtjarige?

2. Wat zit er in het kistje van Nicolas?

3. Hoe denkt juf Helga over het zwarte gat?

4. Hoe denkt Nicolas dat hij sterker kan worden?

5. Waaraan kun je aan het einde van het verhaal zien dat het minder goed gaat met Emma?

Antwoorden

  1. Hij heeft niet altijd eten mee naar school, soms zijn zijn ouders weg en hij heeft veel verantwoordelijkheid over zijn zusje.
  2. een naald, aansteker, scheermes en schuurpapier
  3. Ze denkt dat het zwarte gat een nieuw begin is, een toegangspoort naar een nieuwe dimensie.
  4. door zichzelf pijn te doen en te vechten met Joachim
  5. Ze is mager en huilt minder hard dan eerder.

Ronde 2: Vragenrondje

Wat vond je onduidelijk in Nicolas en de verdwijning van de wereld, wat begreep je niet zo goed? Formuleer om de beurt een vraag over de tekst en probeer samen tot een antwoord te komen.

Ronde 3: Discussie



Feest der herkenning?

Kaart 1/8 - Feest der herkenning?

Wat vind je van de verschillende manieren waarop de mensen in de omgeving van Nicolas omgaan met het nieuws over het zwarte gat? Hoe zou jij reageren?

Kaart 2/8 - Feest der herkenning?

Begrijp jij waarom er op school niet gesproken wordt over het zwarte gat? Leg je antwoord uit.

Kaart 3/8 - Feest der herkenning?

Als een zwerver de banaan van Nicolas afpakt, wordt Nicolas erg boos. Begrijp jij waarom hij zo reageert? Leg je antwoord uit en vertel erbij hoe jij zou reageren.

Kaart 4/8 - Feest der herkenning?

De stripboeken van De Adelaar betekenen veel voor Nicolas. Heb jij ook een boek of een specifiek personage dat belangrijk voor je is of je inspireert? Licht je antwoord toe.

Kaart 5/8 - Feest der herkenning?

Op een gegeven moment heeft Nicolas het gevoel dat hij Emma in de steek heeft gelaten. Begrijp je waarom Nicolas zich zo voelt? Leg je antwoord uit.

Kaart 6/8 - Feest der herkenning?

Vind je dat Nicolas schuldig is aan de dood van Joachim? Licht je antwoord toe.

Kaart 7/8 - Feest der herkenning?

Het lukt Nicolas niet om de spullen van zijn vader, zijn zusje en Joachim in het vuur te gooien. Waarom niet, denk je?

Kaart 8/8 - Feest der herkenning?

Waarom denk je dat Nicolas aan Katja en Leo een verhaal begint te vertellen aan het einde van het boek?

Feest der herkenning?

Dit was het laatste kaartje!



Stof tot nadenken?

Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?

Bespreek de relatie tussen Nicolas en zijn ouders. In hoeverre denk je dat Nicolas een fijne jeugd heeft (gehad)? Beargumenteer je antwoord.

Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?

Vind je dat Nicolas zich gedraagt als een achtjarige? Leg dit uit aan de hand van voorbeelden uit het verhaal.

Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?

Nicolas heeft een bijzondere relatie met Katja. Wat vind je van de manier waarop Katja zich tot Nicolas verhoudt?

Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?

Juf Helga sluit zich aan bij een woongroep die het zwarte gat als een nieuw begin interpreteert. Kun jij begrijpen waarom deze woongroep opgericht wordt en waarom mensen zich erbij aansluiten? Leg je antwoord uit.

Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?

De ouders van Joachim kiezen ervoor om niet met hem over het zwarte gat te praten. Waarom maken zij deze keuze en heb jij daar begrip voor? Leg je antwoord uit.

Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?

‘Wat zegt de Adelaar ook alweer? Bijzondere omstandigheden vragen om bijzondere maatregelen.’ (p. 112) Vind jij dat dan alles geoorloofd is? Beargumenteer je antwoord.

Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?

‘Vergis je niet. Dit is hoe we zijn. Beroven, verkrachten, vermoorden. Beesten zijn we. Niks dat we daartegen kunnen doen. Als het erop aankomt, bestaat er geen altruïsme.’ (p. 123) Wat houdt altruïsme precies in? Zoek de betekenis eventueel op. Leg daarna uit of je het wel of niet eens bent met de woorden van Dave.

Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?

‘De Adelaar zegt altijd dat moed en hoop elkaar nodig hebben. Zonder moed geen hoop en zonder hoop geen moed’. (p. 88) Ben jij het met hem eens? Beargumenteer je antwoord.

Stof tot nadenken?

Dit was het laatste kaartje!

Ronde 4: Oordeel

Geef Nicolas en de verdwijning van de wereld samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.

Heb je zelf een goede discussievraag die nog niet gesteld is? Vul die dan in, dan voegen wij de vraag aan een van de stapeltjes toe.

Leesclubs_respons