Spelregels

In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Wij zijn licht van Gerda Blees . Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:

  1. Ronde 1 bestaat uit 5 quizvragen over de tekst. Een van de spelers leest de vragen voor en alle spelers (inclusief voorlezer) schrijven hun antwoorden op een blaadje. Na het omdraaien van de laatste vraag verschijnen de juiste antwoorden in beeld. Daarna berekent iedereen zijn score.
  2. Ronde 2 is een algemeen vragenrondje over de tekst: de spelers benoemen om de beurt wat ze onduidelijk vonden en proberen samen een antwoord te vinden. Als de grootste onduidelijkheden opgelost zijn, begint ronde 3.
  3. Degene met de meeste goede antwoorden op de quizvragen mag als eerste een kaartje van de discussievragen omdraaien van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
  4. Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.

Inleiding

Wij zijn de nacht. Wie in alle rust wil sterven, zonder al te veel gedoe en drama, zal dat bij voorkeur doen in ons, de nacht, terwijl de aankomende nabestaanden slapen. Zo zien wij in dit land nachtelijks vele kanker-, hart- en longpatiënten en uitgeleefde oude mensen bijna onopgemerkt hun laatste adem uitblazen. […] Er zijn interessantere manieren waarop mensen kunnen overlijden, zoals de vrouw die op dit moment onze aandacht heeft, bij wie de herkenbare elementen van het vredig sterven samenvallen met verontrustende afwijkende omstandigheden. (p. 5)

In Wij zijn licht van Gerda Blees lees je over de woongemeenschap Klank en Liefde: een woongroep die denkt te kunnen leven zonder voedsel. Wanneer een van de groepsleden, Elisabeth, overlijdt, worden de andere leden gearresteerd. In het verhaal wordt de vraag aan de orde gesteld of de groepsleden schuldig zijn aan haar dood.

Vanuit 25 verschillende perspectieven lees je wat er is gebeurd. Daardoor krijg je als lezer heel veel kanten van de situatie te zien. Je wordt zo aan het denken gezet over de rol van Melodie, Muriël en Petrus, en de objectiviteit van de rechercheurs.

Blees’ keuze voor ongebruikelijke perspectieven – zoals de plaats delict of de nacht – geeft het boek onrealistische trekken. Tegelijkertijd wortelt het verhaal in de werkelijke wereld: de auteur heeft zich voor dit boek direct laten inspireren door het nieuws over het overlijden van een vrouw in een Utrechtse woongroep in 2017.

Ronde 1: Quiz



Quizvraag

1. Wie zijn er allemaal bij wanneer Elisabeth overlijdt?

2. Waarom kan Petrus niet tegen de lucht van sinaasappels?

3. Welke ‘slechte’ gewoontes ontstaan weer bij Muriël en Petrus wanneer ze in de cel zitten?

4. Wat denken Johan, Maarten en Anja (broers en zus van Melodie en Elisabeth) dat er met Melodie aan de hand is?

5. Wat is er aan de hand met de moeder van Elisabeth en Melodie?

Antwoorden

  1. Petrus, Muriël en Melodie
  2. Op zijn school werd hij vroeger gepest en in zijn nieuwe schooltas vond hij twee beschimmelde sinaasappels. Petrus duwde ze in de ogen van de conciërge.
  3. Muriël gaat weer eten en Petrus gaat weer roken.
  4. een eetstoornis
  5. Ze lijdt aan dementie.

Ronde 2: Vragenrondje

Wat vond je onduidelijk in Wij zijn licht, wat begreep je niet zo goed? Formuleer om de beurt een vraag over de tekst en probeer samen tot een antwoord te komen.

Ronde 3: Discussie



Feest der herkenning?

Kaart 1/8 - Feest der herkenning?

Kun je begrijpen waarom Melodie niet huilt wanneer Elisabeth overlijdt? Leg je antwoord uit.

Kaart 2/8 - Feest der herkenning?

Melodie zegt tegen Elisabeth: ‘Vind je het misschien fijn om deze muzieknoten over te tekenen met kleurpotlood?’ (p. 16) Wat vind jij van de manier waarop Melodie Elisabeth behandelt?

Kaart 3/8 - Feest der herkenning?

Melodie zegt in de spiegel altijd Samen = niet eenzaam! In hoeverre geldt dit voor de groepsleden van Klank en Liefde?

Kaart 4/8 - Feest der herkenning?

In de cel laat Muriël in het begin haar broodje met hagelslag liggen. Begrijp je haar? Leg je antwoord uit.

Kaart 5/8 - Feest der herkenning?

Melodie vindt dat haar zus heel ‘natuurlijk’ gestorven is. Leg uit waarom jij het terecht of onterecht vindt dat ze in de cel zit.

Kaart 6/8 - Feest der herkenning?

Snap jij het gevoel van de vader van Elisabeth en Melodie? Leg je antwoord uit.

Kaart 7/8 - Feest der herkenning?

Een deel van het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van het lichaam van Elisabeth: ‘Maar Elisabeth heeft ons opgeofferd, stukje bij beetje, geholpen door de mensen om haar heen, degenen naar wie ze besloot te luisteren.’ (p. 90) Vind jij dat ook?

Kaart 8/8 - Feest der herkenning?

Melodie zegt: ‘Waarom zou je ingrijpen in een natuurlijk proces? Een leven dat wil eindigen, mag eindigen.’ Ben je het met deze uitspraak van Melodie eens? Leg je antwoord uit.

Feest der herkenning?

Dit was het laatste kaartje!



Stof tot nadenken?

Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?

Het boek Wij zijn licht wordt vanuit verschillende perspectieven geschreven. Welk perspectief vond je het meest geslaagd? Leg uit waarom.

Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?

De woongroep van Melodie heet Klank en Liefde. Welk van de twee woorden vind je het beste bij de groep passen? Beargumenteer dit.

Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?

In het fragment uit de inleiding op deze leesclub wordt gesproken over ‘verontrustende omstandigheden’ die een rol speelden bij het overlijden van Elisabeth. Wat was er verontrustend aan die omstandigheden?

Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?

Wij zijn licht
W
ij zijn liefde
Wij zijn klanken overal
Wij zijn cellen vol met leven
Wij zijn niets
W
ij zijn het al (p. 18)

Naar wie verwijst ‘wij’ in dit gedicht uit het boek? Verklaar dit gebruik van ‘wij’.

Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?

Het perspectief ‘plaats delict’ zegt het volgende: ‘Het is niet alleen de kwantiteit van het gezelschap of de fysieke afstand van de ene tot de andere mens die de mate van eenzaamheid bepaalt. (…) Wij verdenken de bewoners van de woongroep Klank en Liefde ervan dat ze elkaar gevangen hebben gehouden in een kooi van eenzaamheid.’ (p. 18-19) Ben jij het met ‘plaats delict’ eens? Leg uit.

Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?

In de Volkskrant vertelt Blees in een interview: ‘Zo gaat dat nu eenmaal in het hoofd van mensen: we construeren allemaal een verhaal van gedane zaken waarmee we kunnen leven.’ Dankzij het gebruik van verschillende vertelperspectieven geeft de roman verschillende constructies van hetzelfde verhaal. Staan die verhalen soms op gespannen voet met elkaar? Noem een concreet voorbeeld waaruit dat blijkt.

Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?

Muriël heeft vaak een vlinder in haar hoofd. Waarom is het juist een vlinder en vind je dat ze echt luistert naar die vlinder?

Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?

Het perspectief ‘het verhaal’ zegt over ‘de schrijver’: ‘Ze wil het raadsel dat Elisabeth vormt intact laten, omdat dit volgens haar in het echte leven ook zo is, dat andere mensen, en vooral degenen die al dood zijn, raadsels zijn die frustratiegewijs niet kunnen worden opgelost.’ (p.112) Leg uit dat het vertelperspectief van deze roman eraan bijdraagt dat het raadsel van Elisabeth intact wordt gelaten.

Stof tot nadenken?

Dit was het laatste kaartje!

Ronde 4: Oordeel

Geef Wij zijn licht samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.

Heb je zelf een goede discussievraag die nog niet gesteld is? Vul die dan in, dan voegen wij de vraag aan een van de stapeltjes toe.

Leesclubs_respons