Spelregels
In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Vluchthaven van Anne van den Dool. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:
- Ronde 1 bestaat uit 5 quizvragen over de tekst. Een van de spelers leest de vragen voor en alle spelers (inclusief voorlezer) schrijven hun antwoorden op een blaadje. Na het omdraaien van de laatste vraag verschijnen de juiste antwoorden in beeld. Daarna berekent iedereen zijn score.
- Ronde 2 is een algemeen vragenrondje over de tekst: de spelers benoemen om de beurt wat ze onduidelijk vonden en proberen samen een antwoord te vinden. Als de grootste onduidelijkheden opgelost zijn, begint ronde 3.
- Degene met de meeste goede antwoorden op de quizvragen mag als eerste een kaartje van de discussievragen omdraaien van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
- Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.
Inleiding
Ik ben me er uiteindelijk niet eens van bewust door welke van de tientallen taxichauffeurs met glimmende huid en smalle snor ik me laat meevoeren, hoe mijn rugtas in de achterbak is beland, hoeveel ik heb betaald met nepbriefjes die voor mij nog niets betekenen. Wanneer ik in de auto stap, voelt het alsof ik de verkeerde kant op rijd, alsof de luchthaven nog het dichtst bij thuis was, en die witte toeristenmensen met hun neerhangende reisogen nog het dichtst bij familie. Maar onze soort verspreidt zich en raakt uitgedund, als dunne sirooplijnen in een glas limonade.
Niet omkijken, denk ik, niet omkijken.
En ik kijk om. (p. 11-12)
Wanneer de Indonesische man van haar oma overlijdt, reist Hannah af naar zijn geboorteland. Niet alleen om zijn as uit te strooien, maar ook om beter te begrijpen wie haar getraumatiseerde stiefopa nu precies was. Was hij echt liever in Indonesië dan in Nederland, liever dood dan in leven? Zo onderneemt Hannah een eenzame zoektocht naar geluk, die duidelijk maakt hoe we elkaar soms pas na de dood beter begrijpen.
Maar wat leert Hannah precies tijdens haar reis? En is die uiteindelijk geslaagd? In deze leesclub ga je in discussie over zulke vragen.
Ronde 1: Quiz
Quizvraag
1. Hannahs stiefopa reist in gedachten met haar mee. Op welke manier is hij nog meer bij haar?
2. Waarom denkt Hannah vaak aan haar vriendin Sasja tijdens de reis?
3. Welke twee eilanden bezoekt Hannah op haar reis?
4. Hannahs stiefopa was vaak treurig. Hoe zag je dat terug in zijn schilderijen?
5. Hannahs opa is niet haar biologische grootvader. Hoe zit dat precies?
Antwoorden
1. In de vorm van zijn as, in een envelop in haar rugzak.
2. Sasja is in Indonesië geweest en gaf Hannah veel tips.
3. Bali en Lombok.
4. Zijn schilderijen waren erg donker, met woeste natuur.
5. Hannahs oma is rond haar vijftigste hertrouwd met deze man.
Ronde 2: Vragenrondje
Wat vond je onduidelijk in Vluchthaven, wat begreep je niet zo goed? Formuleer om de beurt een vraag over de tekst en probeer samen tot een antwoord te komen.
Ronde 3: Discussie
Feest der herkenning?
Kaart 1/8 - Feest der herkenning?
De reis valt Hannah tegen. Heb jij weleens een soortgelijke ervaring gehad tijdens een vakantie?
Kaart 2/8 - Feest der herkenning?
Hannah heeft bedenkingen bij het toerisme op Bali. Ben je zelf wel eens op een heel toeristische plek geweest, en zag je overeenkomsten met het Bali dat Hannah beschrijft?
Kaart 3/8 - Feest der herkenning?
Hannahs stiefopa is geboren in Indonesië, maar woonde later in Nederland, waar hij zich niet altijd op zijn plek voelde. Zijn er in jouw familie of omgeving mensen met een migratiegeschiedenis? Vergelijk die ervaringen met die uit het boek.
Kaart 4/8 - Feest der herkenning?
Hannah denkt veel na over (verplichte) bezoekjes die ze aan haar grootouders bracht. Breng jij dat soort bezoekjes ook, wat vind je ervan?
Kaart 5/8 - Feest der herkenning?
Bespreek hoe Hannahs oma rouwt om haar man. Heb jij zelf weleens iemand verloren om wie je zo rouwde, of ken je iemand die zo’n verlies heeft meegemaakt? Noem overeenkomsten en verschillen tussen rouw in je eigen omgeving en de rouw van Hannahs oma.
Kaart 6/8 - Feest der herkenning?
Hannah twijfelt aan de hechte band die ze met haar stiefopa had, mede doordat er geen bloedband was. Is er volgens jou een verschil in de relatie tussen ‘echte’ familie en stief-familie? Waarom wel of niet?
Kaart 7/8 - Feest der herkenning?
Hannah en haar oma zijn allebei op hun eigen manier druk bezig de goedkeuring van anderen te krijgen. Herken je dat? Op welke momenten overkomt dat je het vaakst?
Kaart 8/8 - Feest der herkenning?
In de loop van het verhaal is Hannah niet er alleen geestelijk, maar ook lichamelijk steeds slechter aan toe. Waaraan merk je dat bij haar? Hangt hoe jij je mentaal en fysiek voelt ook met elkaar samen?
Feest der herkenning?
Dit was het laatste kaartje!
Stof tot nadenken?
Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?
Hannah beschrijft verschillende typen boeken: verhalen die slecht beginnen en goed eindigen, verhalen die goed beginnen en slecht eindigen en alles ertussenin. Hoe zou je het verloop van dit boek beschrijven?
Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?
Hannah plaatst iets op sociale media over de dood van haar stiefopa. Ze vraagt zich af of ze zo niet te veel aandacht op zichzelf vestigt. Wat zijn haar afwegingen, en wat denk jij?
Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?
Hannah zegt zowel aan het begin als aan het einde van het verhaal dat ze niet mag omkijken. Deze uitspraak verwijst naar de mythe van Orpheus en Euridice. Orpheus mocht zijn geliefde alleen meenemen uit de onderwereld als hij niet omkeek terwijl ze achter hem aan mee naar boven liep. Dat doet hij toch, waardoor hij haar verliest. Wat is de verbintenis met dit verhaal, denk je?
Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?
Indonesië was ooit een kolonie van Nederland. Hannah voelt zich schuldig over wat haar voorvaderen met het land hebben gedaan. Er is de laatste jaren veel discussie over dit thema: zijn dit soort schuldgevoelens volgens jou terecht, of niet? En waarom?
Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?
Hannah twijfelt of ze wel of niet naar de armoedige huisjes en de lokale bevolking moet kijken: is het beleefd om niet te pottenkijken, of sluit ze dan haar ogen voor het ‘echte’ Indonesië? Wat denk jij?
Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?
Waarom denk je dat Hannah zich door een local op een scooter laat meevoeren naar een afgelegen plek? Spelen in die beslissing ook gevoelens over de lokale bevolking mee?
Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?
Hannahs medereizigers zijn allemaal net als zij jonge mensen uit rijke landen die naar Azië zijn gereisd om, in haar ogen, zichzelf te vinden. Wat betekent dat? Hannah kijkt er kritisch naar, heeft zij recht van spreken dat te doen?
Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?
Hannah vindt haar medereizigers oppervlakkig en bekritiseert zichzelf ook wanneer ze een bezienswaardigheid bekijkt zonder veel van de geschiedenis te weten. Hieruit kun je twee soorten toerisme afleiden: wat is volgens jou het verschil, en voor wie maakt het iets uit welke soort toerist een plek bezoekt?
Stof tot nadenken?
Dit was het laatste kaartje!
Ronde 4: Oordeel
Geef Vluchthaven samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.
Heb je zelf een goede discussievraag die nog niet gesteld is? Vul die dan in, dan voegen wij de vraag aan een van de stapeltjes toe.