Spelregels
In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Eén mens is genoeg van Els Beerten. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:
- Ronde 1 bestaat uit 5 vragen over het verloop van verhaal. De spelers draaien om de beurt een kaartje om en geven antwoord op de vraag. Daarna mogen andere spelers reageren.
- Ronde 2 is een vragenrondje waarin elke speler een vraag mag formuleren aan een van de personages.
- Ronde 3 is de discussieronde. In deze ronde draaien de spelers om de beurt een kaartje om van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
- Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.
Inleiding
“Er waren dagen die met grijs begonnen en met zwart eindigden. Ik heb ze allemaal overleefd, Louis. Maar als ge straks voor mijn deur staat, zal ik het u vertellen. Zodat ge het voor eens en voor altijd doorhebt. Dat ik er geen volgende keer meer ga tegen kunnen. (…). Uw familie laat ge niet in de steek. Want dan laat ge uzelf in de steek. En dan zijt ge niemand meer.”
Eén mens is genoeg vertelt over een familiedrama in het gezin van het Vlaamse meisje Juliette, haar broer Louis en haar jonge zusje Mia. Nadat Juliettes vader plotseling overlijdt aan een hartstilstand, blijkt haar moeder psychisch niet in staat om voor de kinderen te zorgen. Louis verlaat uit boosheid het gezin en Juliette staat er alleen voor. Dan begint de ellende pas echt: Juliettes moeder wordt een gevaar voor haar eigen kinderen. Juliette kan haar zusje Mia niet beschermen en neemt het recht in eigen hand. In de rest van de roman lees je hoe Juliette en Louis dit drama verwerken. Pas als de geduldige oud-wielrenner Wilfried jaren later bevriend raakt met Louis, krijgt Juliette eindelijk een kans om het verleden los te laten.
Wie draagt er schuld in deze tragedie? Hoe kan een familie gevoelens van schuld en verdriet verwerken? Wie was er verantwoordelijk voor wat, en kon hij of zij die verantwoordelijkheid wel dragen? Over deze vragen ga je met elkaar in discussie tijdens deze leesclub.
Ronde 1: Grip op het verhaal
Grip op het verhaal
1. Wat gebeurde er op de eerste ‘ongelukkigste dag’ van het leven van Juliette, op 4 oktober 1959?
2. Wat gebeurde er op de tweede ‘ongelukkigste dag’ van het leven van Juliette?
3. Waarom verlaten Louis en Juliette uiteindelijk hun geboortedorp?
4. Waarom heeft Juliettes moeder Mia een giftig medicijn gegeven?
5. Op de eerste date naar de zee gaat Wilfried letterlijk en figuurlijk een grens over met Juliette. Om welke twee grenzen gaat het dan?
Dit was het laatste kaartje!
Ronde 2: Vragenrondje
Hieronder staan verschillende fragmenten uit het boek. Welke gevoelens roepen de scenes uit het verhaal bij jullie op. Kies allemaal een fragment en probeer een vraag te bedenken die je wilt stellen over het stuk aan de persoon die achter het fragment staat. Bedenk samen een antwoord op de vraag. Let op: het kan zijn dat de paginanummering een beetje afwijkt in de versie die jij hebt gelezen.
- “Luister kind, zei hij. Een mens…zou te weinig blijken” (p. 19) stel een vraag aan de vader van Juliette.
- “Zwijg, mens! … lang uitgehouden had.” (p. 24-26) stel een vraag aan Louis.
- “Ons moeder begon…niét haar schuld was.” (p. 82) stel een vraag aan Juliette.
- “Onze Louis verbrak…ge opnieuw beginnen?” (p. 109) stel een vraag aan Louis.
- “De ambulance ging…ge vooral trainen.” (p. 130-131) stel een vraag aan Wilfried.
- “Ze stond klaar…op het juiste moment.” (p. 166-167) stel een vraag aan Juliette.
Ronde 3: Discussie
Feest der herkenning?
Kaart 1/8 - Feest der herkenning?
Kort na de begrafenis van de vader van Juliette en Louis is Louis woest op zijn moeder en vertrekt hij. In hoeverre zou jij ook zo reageren?
Kaart 2/8 - Feest der herkenning?
In het verhaal komen verschillende vertellers naar voren (in het eerste deel Juliette, in het tweede deel Wilfried en in het derde deel deze twee afgewisseld). Met wie kon je het beste meeleven en waardoor kwam dat denk je?
Kaart 3/8 - Feest der herkenning?
In het derde deel van de roman wordt steeds gewisseld tussen Juliette en Wilfried. Vind je deze wisseling voldoende of had je nog een derde personage toe willen voegen? Zo ja, wie dan? Zo nee, waarom niet?
Kaart 4/8 - Feest der herkenning?
Wanneer Wilfried met Juliette uit gaat, toont hij ontzettend veel geduld met haar. Op welke manier zou jij met Juliette omgaan als je in zijn schoenen stond? Waarom zou je dat op die manier doen?
Kaart 5/8 - Feest der herkenning?
Juliette reageert zich uiteindelijk op bijzondere wijze af op haar moeder. In hoeverre kun je haar daad begrijpen en vind je het terecht dat Juliette ervoor bestraft wordt?
Kaart 6/8 - Feest der herkenning?
Nadat Juliette haar moeder heeft doodgestoken, wordt ze jarenlang opgesloten. Wat vind jij ervan dat kinderen worden opgesloten als ze een ernstige misdaad hebben begaan?
Kaart 7/8 - Feest der herkenning?
Wanneer een rechter de hoogte van een straf moet bepalen, weegt hij of zij mogelijke verzachtende omstandigheden mee in het oordeel. Kun jij uitleggen wat verzachtende omstandigheden precies zijn? Waarom is het eigenlijk zo dat de straf afhankelijk is van de omstandigheden van een misdaad?
Kaart 8/8 - Feest der herkenning?
Heeft deze roman je geholpen om beter te begrijpen wat het betekent om verantwoordelijk te zijn voor een misdaad (als minderjarige of in het algemeen), en zo ja, hoe? Zo nee, waarom is de roman hiervoor niet geschikt?
Feest der herkenning?
Dit was het laatste kaartje!
Stof tot nadenken?
Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?
Juliette zegt in het stuk uit de inleiding ‘Uw familie laat ge niet in de steek.’ Wat is het gevolg van het vertrek van Louis voor het gezin dat hij achterlaat? Of kun je dat niet zo gemakkelijk bepalen?
Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?
‘De hele oorlog hadden ze geen nagel om aan hun gat te krabben, toch werd ik gemaakt.’ Juliette praat met zulke passieve zinnen (‘werd ik gemaakt’) op een afstandelijke manier over haar ouders. Wat is daarvoor jouw verklaring?
Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?
‘Ge hebt geen hart in uw lijf, Juliette.’ Deze opmerking komt van Juliettes moeder wanneer Juliette een reisje naar zee geen goed idee vindt. In hoeverre past deze opmerking bij Juliette?
Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?
In het verhaal zijn er twee verschillende reisjes naar zee die voor Juliette niet bepaald een goede afloop krijgen. Wat betekent het voor Juliette dat ze aan het einde toch voorstelt om met Wilfried naar zee te gaan?
Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?
Ergens in het verhaal verklaart Louis dat hij volledig verantwoordelijk is voor de ellende die Juliettes gezin heeft meegemaakt. Hij benadrukt ook dat er geen ‘verzachtende omstandigheden’ waren. Ben jij het met hem eens?
Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?
Verschillende personages (Rosa, Wilfried) hebben zo hun twijfels over de manier waarop Louis alle verantwoordelijkheid en keuzevrijheid van Juliette wegneemt. Waarom doet Louis dit volgens jou?
Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?
In het slotdeel verandert Juliette haar gedrag, na het overlijden van Louis. Denk je dat deze verandering een gevolg is van Juliettes rouw, of bewijst deze verandering dat de aanpak van Louis misschien toch niet zo goed werkte voor haar?
Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?
‘Ge hebt geluk, had juffrouw Marcella gezegd. Sommige mensen vertrokken zonder iemand die hen stond op te wachten, ik had mijn broer nog. En dat één mens genoeg was om het buiten te redden.’ In hoeverre denk je dat juffrouw Marcella met de laatste opmerking gelijk heeft gekregen?
Stof tot nadenken?
Dit was het laatste kaartje!
Ronde 4: Oordeel
Geef Eén mens is genoeg samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.