Spelregels

In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Moord op de moestuin van Nicolien Mizee. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:

  1. Ronde 1 bestaat uit 5 quizvragen over de tekst. Een van de spelers leest de vragen voor en alle spelers (inclusief voorlezer) schrijven hun antwoorden op een blaadje. Na het omdraaien van de laatste vraag verschijnen de juiste antwoorden in beeld. Daarna berekent iedereen zijn score.
  2. Ronde 2 is een algemeen vragenrondje over de tekst: de spelers benoemen om de beurt wat ze onduidelijk vonden en proberen samen een antwoord te vinden. Als de grootste onduidelijkheden opgelost zijn, begint ronde 3.
  3. Degene met de meeste goede antwoorden op de quizvragen mag als eerste een kaartje van de discussievragen omdraaien van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
  4. Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.

Inleiding

‘Juut, wat zou jij nooit doen?’ vroeg Anne. ‘Wat ik nooit zou doen, en ik bedoel het niet als kritiek maar werkelijk precies zoals ik het zeg, is mensen van hun land verdrijven.’ ‘Ik ook niet’, beaamde Fiep direct vol sympathie. ‘Het is volgens Merlijn uit Koning Arthur de enige reden om iemand dood te slaan: als ze jou of je gezin bedreigen, of je land binnenvallen’. Ab lachte. ‘Ze bedoelt jou, Fiep’. ‘Ik zou nooit over levende mensen schrijven’, kaatste Fiep terug. ‘Als je ooit over mij gaat schrijven vermoord ik je.’

In Moord op de moestuin van Nicolien Mizee is schrijfster Judith net drie dagen getrouwd met Thijs wanneer hij een hartaanval krijgt. Thijs overleeft de aanval maar heeft veel rust nodig om te herstellen. Om de verbouwing van hun buren te ontvluchten, gaan ze met Judiths zus Cora en haar man Ab naar het landgoed van hun oude vriendinnen Fiep en Anne. Maar ook op het vervallen landgoed blijkt het niet écht rustig te zijn: er is een verwoede strijd gaande rond de moestuinen. En dan is er ook nog de vloek van de Lanssens. Moord op de moestuin krijgt alle kenmerken van een klassieke detective, maar wijkt soms ook af van de regels van het genre. Het boek laat je nadenken over manieren van vertellen, genres, en over de moeilijke vraag: hoe vertel je een spannend verhaal?

Plattegrond van het landgoed Groenlust. © Nynke Kuipers

Ronde 1: Quiz



Quizvraag

1. Hoe heet het landgoed waar het verhaal zich afspeelt?

2. Wat verzamelt Cora?

3. Waar vindt Judith de schedel van oom Friso?

4. Wat is de soortnaam van de boom waarover Guusje en Kenny ruziemaken?

5. Wie heeft Kenny vermoord?

Antwoorden

  1. Groenlust
  2. kabouters
  3. in het bamboebos
  4. een saffraanpeer
  5. Govert

Ronde 2: Vragenrondje

Wat vond je onduidelijk in Moord op de moestuin, wat begreep je niet zo goed? Formuleer om de beurt een vraag over de tekst en probeer samen tot een antwoord te komen.

Ronde 3: Discussie



Feest der herkenning?

Kaart 1/8 - Feest der herkenning?

Moord op de moestuin heeft veel kenmerken van een detective. Zijn er andere detective-verhalen (boeken, films, series etc.) waaraan jij moest denken tijdens het lezen, en waarom?

Kaart 2/8 - Feest der herkenning?

In het boek komt een bonte verzameling personages voor. Welk personage sprak jou het meeste aan en waarom?

Kaart 3/8 - Feest der herkenning?

Cora gelooft in kabouters en voert hierover voortdurend discussies met Thijs. Geloof jij ook in iets dat niet direct geaccepteerd wordt door je omgeving?

Kaart 4/8 - Feest der herkenning?

Judith leert haar studenten van de schrijfcursus dat een personage een Grote Angst moet hebben. Haar Grote Angst is uitgelachen te worden. Wat is jouw Grote Angst?

Kaart 5/8 - Feest der herkenning?

Volgens Judith moet een personage naast een Grote Angst ook een Grote Wil hebben. Wat is jouw Grote Wil?

Kaart 6/8 - Feest der herkenning?

Lees het citaat uit de inleiding opnieuw. Judith en Fiep beantwoorden allebei de vraag wat zij nooit zouden doen. Wat zou jij nooit doen?

Kaart 7/8 - Feest der herkenning?

Judith ontrafelt de moord op Kenny, maar besluit de dader niet aan te geven bij de politie. Wat vind jij daarvan?

Kaart 8/8 - Feest der herkenning?

Moord op de moestuin wordt verteld door Judith, die ook schrijver is. Daarmee wekt de auteur van het verhaal, Mizee, de indruk dat het personage Judith het verhaal geschreven heeft. Welk effect heeft die verteltruc op de manier waarop jij het verhaal beleeft?

Feest der herkenning?

Dit was het laatste kaartje!



Stof tot nadenken?

Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?

De titel Moord op de moestuin kun je op meerdere manieren uitleggen. Welke twee betekenissen kun jij aan de titel geven?

Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?

De uitgever van het boek heeft een geïllustreerde plattegrond van het landgoed met zijn moestuinen toegevoegd (zie de inleiding hierboven). Wat voegt deze plattegrond toe voor jou?

Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?

Moord op de moestuin valt binnen het genre van de detective. Wat zijn volgens jou de belangrijkste kenmerken van dit genre?

Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?

Nicolien Mizee is een groot fan van de Britse detective-schrijver Agatha Christie. Haar boeken hebben vaak een aantal vaste ingrediënten: een mysterieuze moord, een kleine sociale kring (een dorp, een familie), en verschillende mensen met een motief voor de moord. Hoe past Moord op de moestuin binnen dit format?

Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?

Je zou ook kunnen zeggen dat Moord op de moestuin juist afwijkt van een klassiek detective-verhaal. Welke verschillen zie jij met andere verhalen uit dit genre?

Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?

Het verhaal verwijst regelmatig naar bekende sprookjes. Zo herstelt Govert het olieverfpaneel met daarop een afbeelding van Roodkapje. Hij verwijdert de wolf van het paneel, omdat die ‘niet authentiek was’. Leg uit dat Govert in het verhaal nog ‘een wolf’ verwijdert. Weet je dan ook wie Roodkapje is in het verhaal?

Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?

Judith leert haar studenten dat verhalen ‘constructies’ zijn waarin alle onderdelen een logische samenhang moeten vormen. Voldoet Moord op de moestuin volgens jou aan die regel, en ben jij het met die regel eens?

Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?

In het citaat uit de inleiding kun je het volgende lezen: ‘Het is volgens Merlijn uit Koning Arthur de enige reden om iemand dood te slaan: als ze jou of je gezin bedreigen, of je land binnenvallen’. Leg uit dat beide redenen op Kenny van toepassing zijn en Govert aanzetten tot zijn daad.

Stof tot nadenken?

Dit was het laatste kaartje!

Ronde 4: Oordeel

Geef Moord op de moestuin samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.

Leesclubs_respons