Spelregels

In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over In transit van Margaretha van Andel. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:

  1. Ronde 1 bestaat uit 5 vragen over het verloop van verhaal. De spelers draaien om de beurt een kaartje om en geven antwoord op de vraag. Daarna mogen andere spelers reageren.
  2. Ronde 2 is een vragenrondje waarin elke speler een vraag mag formuleren aan een van de personages.
  3. Ronde 3 is de discussieronde. In deze ronde draaien de spelers om de beurt een kaartje om van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
  4. Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.

Inleiding

‘We leren niet meer, we bewegen ons de verkeerde kant op, achteruit, en als we zo doorgaan zal de kloof tussen ons en de anderen, de mensen die we gieren noemen, onoverbrugbaar worden.’ (p. 167)

In dit boek stap je in het jaar 2275. Een wereld waarin mensen eeuwig kunnen leven, kunstmatige huiden hebben en hun brein kunnen koppelen aan een oneindig groot digitaal systeem. De jongens Leyva C-35 en Rheyn B-71 hebben net hun studies afgerond en kijken al uit naar de volgende fase in hun ‘levensplan’. Hoewel ze allebei andere dingen gaan doen, hebben ze één ding gemeen: hun interesse in grauwers. Grauwers zijn een op mensen lijkende apensoort. Ze besluiten om net voor hun bezinningsjaar een illegaal kijkje te nemen in het reservaat van deze grauwers. Vanaf dat moment wordt de vriendschap tussen Leyva en Rheyn op de proef gesteld. Hoe kan het dat de grauwers gewoon in huizen wonen en hun eigen taal spreken? Zouden de homo sapiens toch niet uitgestorven zijn? In hoeverre kunnen ze hun eigen wereld nog als waarheid beschouwen?

Deze roman laat jou nadenken over de toekomst, over het menszijn en over hoe we met elkaar om moeten gaan. Ook leer je dat mensen in de toekomst, in het verleden en in het heden veel meer met elkaar gemeen hebben dan je zou denken.

 

Ronde 1: Grip op het verhaal



Grip op het verhaal

1. Hoe wordt Rheyn opgevangen wanneer hij gewond raakt?

2. Bedenk samen hoe de gezinssituatie van Aag precies in elkaar zit.

3. Door welke gebeurtenissen gelooft Rheyn uiteindelijk niet meer in de leugens van de overheid?

4. Op welke manier helpt Tyler Aag, Sien en Nana?

5. Wat gebeurt er met gieren die ‘defect’ blijken te zijn? Noem ook de twee personen bij wie dit is overkomen.

Dit was het laatste kaartje!

Ronde 2: Vragenrondje

Hieronder staan verwijzingen naar vier fragmenten waarin verschillende personages aan het woord komen. Welke vraag/ gedachte roepen deze fragmenten bij jullie op? Kies allemaal één fragment en verzin een vraag over het gekozen fragment. Probeer daarna samen in gesprek een antwoord te formuleren op jullie vragen.

  • Leyva: ‘Nog een … een ‘wij’.’ (p. 149)
  • Rheyn: ‘Vervroegde transit … zegt ze.’ (p. 117)
  • Aag: ‘Ze had … als jullie?’ (p. 73-74)
  • Nana: ‘En dat … niet is.’ (p. 167)

Ronde 3: Discussie



Feest der herkenning?

Kaart 1/8 - Feest der herkenning?

In transit hoort bij het genre ‘sciencefiction’. Welke films/series/boeken heb jij gezien of gelezen binnen dit genre en wat is de belangrijkste overeenkomst met In transit?

Kaart 2/8 - Feest der herkenning?

Met welk personage leefde jij het meest mee tijdens het lezen?

Kaart 3/8 - Feest der herkenning?

Vond jij het lastiger dan anders om mee te leven met deze personages, omdat het verhaal zo ver in de toekomst ligt? Of maakt dat voor jou geen verschil?

Kaart 4/8 - Feest der herkenning?

In In Transit wordt er een geheel nieuwe wereld geschetst met als nieuwe mens de ‘homo aeternus’ (een gier/humaan). Klopt dit beeld met jouw toekomstbeeld over 200 jaar? Is het verhaal volgens jou realistisch?

Kaart 5/8 - Feest der herkenning?

De grauwers verblijven in reservaten en worden door de gieren (de nieuwe mens) als minderwaardig gezien. Aan welke gebeurtenissen uit de geschiedenis moest jij denken toen je dit las? Wat zijn de overeenkomsten?

Kaart 6/8 - Feest der herkenning?

Een kenmerk van science fiction is dat de toekomstbeelden in deze verhalen ons niet alleen iets vertellen over de toekomst, maar ook over het heden en het verleden. Kun jij uitleggen hoe In transit niet alleen een verhaal is over de toekomst, maar ook over het nu of over de geschiedenis?

Kaart 7/8 - Feest der herkenning?

Kan een verhaal als In transit volgens jou mensen helpen na te denken over thema’s als racisme en ongelijkheid? Zo ja, hoe, en zo nee, waarom niet?

Kaart 8/8 - Feest der herkenning?

Margaretha van Andel schrijft over de toekomst, maar soms is die toekomst niet eens zo ver weg. Lees hier een artikel over de eerste ‘designerbaby’ in China. De gieren worden in In transit niet geboren, maar ‘geschapen’. Waarom zouden mensen dit geen goed idee kunnen vinden?

Feest der herkenning?

Dit was het laatste kaartje!



Stof tot nadenken?

Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?

Veel verhalen hebben een ‘held’. Wie is de held in dit verhaal? Waarom is die vraag niet zo makkelijk te beantwoorden?

Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?

Het verhaal wordt afgewisseld met stukjes van Rheyns gedachten (p. 24, 68, 136). Waarom heeft Van Andel voor deze vorm gekozen: wat is het effect van deze stukjes op jouw blik op het verhaal als lezer?

Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?

Maak samen een lijstje waarin je de eigenschappen van gieren en grauwers beschrijft. Vergelijk ‘gevoel’, ‘lichaam’, ‘technologische ontwikkelingen’ en ‘beroepen’. Wat zijn de belangrijkste verschillen?

Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?

Leyva twijfelt of hij een transit zou moeten doen. Wat zijn zijn overwegingen? Bedenk zelf ook argumenten voor en tegen de transit.

Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?

Nana schrijft in haar brief dat zij als ‘grauwer’ ontmenselijkt wordt. Leg uit op welke manier dit voor zowel de gieren als de grauwers geldt.

Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?

Hoewel de grauwers slecht worden behandeld vanwege de vooroordelen van de gieren, hebben ze zelf ook bepaalde vooroordelen over gieren. Welke vooroordelen heeft Aag en waarom zijn ze niet altijd waar?

Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?

Uiteindelijk gaan de grauwers en gieren op een bepaalde manier met elkaar samenwerken. Welke goede boodschap/les zou je hieruit kunnen halen?

Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?

In de loop der eeuwen hebben veel schrijvers over de werelden in de toekomst geschreven. Soms is deze toekomstige wereld een utopie, een ideale wereld. Maar soms is het een dystopie, een doemscenario. Welk begrip sluit volgens jou het beste aan bij deze roman?

Stof tot nadenken?

Dit was het laatste kaartje!

Ronde 4: Oordeel

Geef In transit samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.

Leesclubs_respons