Spelregels
In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Weg van Jowi Schmitz. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:
- Ronde 1 bestaat uit 5 vragen over het verloop van verhaal. De spelers draaien om de beurt een kaartje om en geven antwoord op de vraag. Daarna mogen andere spelers reageren.
- Ronde 2 is een vragenrondje waarin elke speler een vraag mag formuleren aan een van de personages.
- Ronde 3 is de discussieronde. In deze ronde draaien de spelers om de beurt een kaartje om van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
- Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.
Inleiding
‘Net zoals ‘geluk’, trouwens, dat snapte ze ook niet goed. Ze wist wel wat ze wilde, dus daar hield ze zich aan vast.
Ze wilde weg.’ (p. 8)
Anna woont haar hele leven al in huize Landvoorzand: een huis waar kinderen en jongeren opgevangen worden. Niet omdat ze opgevangen moet worden, maar omdat haar ouders dit tehuis runnen. Binnen dit drukke maar stabiele leven vol strenge regels wordt ze verliefd op Robin, een 18-jarige jongen die al veel in zijn leven heeft meegemaakt. Samen besluiten ze om weg te lopen, maar dan gaat Robin plotseling dood. Anna besluit de reis naar Barcelona alsnog te maken. Onderweg proeft ze de vrijheid, maar kan die vrijheid alle lege plekken opvullen?
In dit boek kijk je in het hoofd van een 15-jarig meisje. Het boek leert jou dat iedereen anders omgaat met gevoelens van onvrede en afwijzing: sommigen blijven ergens op wachten, anderen gaan juist vluchten. Dat laatste is precies wat Anna doet: ze gaat weg.
Ronde 1: Grip op het verhaal
Grip op het verhaal
1. Op welke manier komt Robin om het leven?
2. Hoe verloopt de liftreis van Anna naar Barcelona?
3. Welke ‘vriend’ is in Barcelona steeds bij Anna en hoe komt dat?
4. Wat maakt Anna allemaal mee in Barcelona? Noem minimaal twee gebeurtenissen.
5. Op welke manier probeert Anna toch nog contact met haar ouders te zoeken? Werkt dat?
Dit was het laatste kaartje!
Ronde 2: Vragenrondje
Hieronder staan verwijzingen naar drie fragmenten waarin verschillende personages aan het woord komen. Welke vraag/ gedachte roepen deze fragmenten bij jullie op? Kies allemaal één fragment en verzin een vraag over het gekozen fragment. Probeer daarna samen in gesprek een antwoord te formuleren op jullie vragen.
- Anna: ‘Ze begon … haar gekozen.’ (p. 141)
- Robin: ‘Hij zette … nog een.’ (p. 11-12)
- Barry: ‘Hij keek … passen niet.’ (p. 107)
Ronde 3: Discussie
Feest der herkenning?
Kaart 1/8 - Feest der herkenning?
Met welk personage in het boek zou jij het liefst op willen trekken? Deel jouw mening met de rest van je groepje.
Kaart 2/8 - Feest der herkenning?
Het boek heeft oorspronkelijk een andere kaft. Welke kaft past volgens jou het beste bij het verhaal?
Kaart 3/8 - Feest der herkenning?
Denk je dat het fijn is voor Anna om op te groeien in huize Landvoorzand? Noem een voordeel en een nadeel.
Kaart 4/8 - Feest der herkenning?
Wat vinden jullie van de relatie tussen Anna en haar ouders? Kies twee kernwoorden die deze relatie het beste omschrijven, en leg uit waarom je deze woorden gekozen hebt.
Kaart 5/8 - Feest der herkenning?
Wat is volgens jou het belangrijkste verschil tussen Anna’s relatie met haar ouders en jouw eigen relatie tot je ouders of verzorgers? Zie je ook een overeenkomst?
Kaart 6/8 - Feest der herkenning?
Vinden jullie dat Anna’s moeder naar Barcelona had moeten komen? Overleg samen of jullie dit een taak of verantwoordelijkheid van ouders vinden.
Kaart 7/8 - Feest der herkenning?
Ken jij een ander voorbeeld van een film, serie of een boek waarin het hoofdpersonage ook wegloopt? Wat is volgens jou het belangrijkste verschil tussen Weg en dit andere verhaal over weglopen?
Kaart 8/8 - Feest der herkenning?
In het dankwoord zegt de auteur: ‘Misschien hoort het bij weglopen; dat een verhaal heel veel andere verhalen zou kunnen zijn geweest.’ (p. 164) Hoe werkt dat bij jou: had dit verhaal ook jouw verhaal kunnen zijn, en waarom wel of niet?
Feest der herkenning?
Dit was het laatste kaartje!
Stof tot nadenken?
Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?
Anna noemt zichzelf een ‘uitbijter’ . Waarom zou ze zichzelf zo noemen?
Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?
Spanning in verhalen ontstaan door zogenaamde open plekken. Dat zijn momenten in het verhaal waarop je als lezer niet alle informatie krijgt over een bepaalde gebeurtenis. Op welke manier kan de oorzaak van Robins dood zo’n open plek zijn?
Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?
Na Robins dood besluit Anna naar Barcelona te vertrekken. Wat is de échte reden van haar vertrek, denk je?
Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?
Sommige schrijvers gebruiken in hun boeken ‘speaking names’, namen waarmee ze iets vertellen over het karakter van de personages die de namen dragen. ‘Mammita’ is zo’n speaking name. Waarom is deze naam treffend als we kijken naar haar omgang met Anna?
Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?
Barry belooft in Barcelona aan Anna dat hij haar het ware leven gaat tonen (p. 89). Heeft hij dit inderdaad gedaan? Bespreek samen waarom wel of niet.
Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?
Onderstaande uitspraken over vrijheid komen uit het boek. Bespreek van wie de uitspraken (zouden kunnen) zijn en waarom.
1. ‘Vrijheid is overal ter wereld thuis zijn.’
2. ‘Vrijheid was je ogen dichtdoen en eindeloos achteruit vallen.’
Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?
Op het einde ontdekt Anna dat zij en haar moeder iets gemeen hebben: ze wachten allebei ergens op (p. 162). Wat betekent deze overeenkomst precies volgens jou?
Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?
Sommige schrijvers sluiten hun verhaal af met een ‘open einde’. Bespreek samen wat een open einde is en of Weg een open einde heeft.
Stof tot nadenken?
Dit was het laatste kaartje!
Ronde 4: Oordeel
Geef Weg samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.