Spelregels
In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Rouwdouwers van Falun Ellie Koos. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:
- Ronde 1 bestaat uit 5 quizvragen over de tekst. Een van de spelers leest de vragen voor en alle spelers (inclusief voorlezer) schrijven hun antwoorden op een blaadje. Na het omdraaien van de laatste vraag verschijnen de juiste antwoorden in beeld. Daarna berekent iedereen zijn score.
- Ronde 2 is een algemeen vragenrondje over de tekst: de spelers benoemen om de beurt wat ze onduidelijk vonden en proberen samen een antwoord te vinden. Als de grootste onduidelijkheden opgelost zijn, begint ronde 3.
- Degene met de meeste goede antwoorden op de quizvragen mag als eerste een kaartje van de discussievragen omdraaien van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
- Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.
Inleiding
‘Janken is een keuze. Zoals alles een keuze is.’ (p. 93)
Ada is een tijd geleden vertrokken naar een verlaten gebied in het Spaanse Galicië. Haar enige gezelschap zijn de zwijgzame Molina en diens dieren. Ondanks de rust blijven Ada’s gedachten maar razen. Via allerlei sprongen in de tijd blikken we in Rouwdouwers terug op de dood van haar moeder, haar jeugdjaren met haar broer en vader in een stacaravan, haar moeilijke schoolloopbaan en haar kennismaking met Frédérique. Ze probeert de wereld waarin ze is opgegroeid te ontvluchten, maar kan die tegelijk nooit echt loslaten.
Deze leesclub verkent de harde wereld waarin Ada opgroeit en stelt de vraag hoe je daarin overleeft. Hoe ga je om met gevoelens van rouw als je geleerd hebt om die rouw zo ver mogelijk weg te stoppen? En wat betekent het om je net als Ada thuis te leren voelen in de cultuur van een andere sociale klasse? Over dit soort vragen gaan jullie in discussie.
Ronde 1: Quiz
Quizvraag
1. Hoe heet Ada’s broer?
2. Wat is het enige waarin Ada’s broer beter is dan zij?
3. Hoe komt Ada’s moeder om het leven?
4. Wat studeert Frédérique?
5. Waarmee helpt Ada Molina tijdens haar verblijf in Spanje?
Antwoorden
- Broos
- zwemmen
- Ze verongelukt in een fietsongeval als ze Broos van een verjaardagsfeestje gaat halen.
- Frédérique studeert aan de kunstacademie.
- hout hakken
Ronde 2: Vragenrondje
Wat vond je onduidelijk in Rouwdouwers, wat begreep je niet zo goed? Formuleer om de beurt een vraag over de tekst en probeer samen tot een antwoord te komen.
Ronde 3: Discussie
Feest der herkenning?
Kaart 1/8 - Feest der herkenning?
Beschrijf de schrijfstijl van deze roman. Hoe heb je deze ervaren?
Kaart 2/8 - Feest der herkenning?
Ada en Broos kennen een moeilijke jeugd. Welke van hun ervaringen hebben jou het meest getroffen?
Kaart 3/8 - Feest der herkenning?
Heb jij je net als Ada ook wel eens moeten bewegen in een wereld die niet helemaal vertrouwd was voor je? Bijvoorbeeld omdat er op een andere manier gepraat werd, omdat je niet wist wat er van je verwacht werd, of omdat er bepaalde rituelen of gebruiken waren die je niet helemaal begreep? Hoe was dat voor je?
Kaart 4/8 - Feest der herkenning?
Nadat hun vader Ada en Broos ‘onverdrinkbaar’ probeerde te maken, neemt Ada het voor hem op: ‘Het zijn juist al die vaders die het niet doen, zij zijn niet goed bij hun hoofd.’ (p. 133) Denk jij dat de opvoedstijl van hun vader inderdaad goede kanten heeft? Beargumenteer je antwoord op basis van het boek.
Kaart 5/8 - Feest der herkenning?
Volgens de verteller onthoud je eerst met je lichaam, voordat je taal leert om herinneringen in uit te drukken. Welke voorbeelden uit het boek tonen dat ons lichaam sommige herinneringen opslaat? Overkomt het jou ook wel eens dat je lichaam sneller op een situatie reageert dan je gedachten, of dat je de reactie van je lichaam niet begrijpt? Leg je antwoord uit.
Kaart 6/8 - Feest der herkenning?
In een interview met De Morgen zegt de auteur: ‘Het idee dat anderen je alles willen afpakken gedijt even goed in het woonwagenpark als in de villawijk’. Op welke manier zie je dit wantrouwen terug in de gedachten of het gedrag van Ada? Zijn deze voor jou herkenbaar of juist niet?
Kaart 7/8 - Feest der herkenning?
Ada en Frédérique vormen twee tegenpolen binnen het verhaal. In wiens wereld kun jij je het makkelijkst herkennen? Motiveer je antwoord door duidelijke gelijkenissen en verschillen te zoeken tussen jouw wereld en de wereld van het personage.
Kaart 8/8 - Feest der herkenning?
De verteller kiest ervoor om haar gevoelens zoveel mogelijk buiten te sluiten: ‘Janken is een keuze. Zoals alles een keuze is.’ (p. 93) Wat vind jij van die twee stellingen?
Feest der herkenning?
Dit was het laatste kaartje!
Stof tot nadenken?
Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?
De verteller probeert te ontsnappen aan haar vader en jeugd. Ze doet dat onder andere door naar Spanje te vluchten. Toch zie je dat haar oude leven zich daar grotendeels herhaalt. Welke overeenkomsten zie je bijvoorbeeld tussen Ada’s relatie met haar vader en Ada’s omgang met Molina?
Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?
Dieren spelen een grote rol in deze roman. Welke parallellen zie je tussen de verschillende dieren en de menselijke personages in het verhaal? Hoe helpen de dieren ons de mensen beter te begrijpen?
Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?
Ada’s moeder blijft in de roman onderbelicht. Wat kom je over haar te weten? Denk je dat zij ook bijgedragen heeft aan de moeizame relatie tussen Ada en Broos? Leg je antwoord uit.
Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?
Geïnspireerd door Frédérique schrijft de verteller zich in voor een kunstopleiding. Daar maakt ze vooral houten objecten. Waarom zou ze voor hout kiezen als materiaal? Hoe vormen haar kunstuitingen een statement, en tegen wie?
Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?
Verantwoordelijkheid is een belangrijk thema binnen de roman: zijn we altijd verantwoordelijk voor onze eigen daden of zijn we het slachtoffer van wat ons overkomen is? Hoe zou de verteller antwoord geven op deze vraag? Ben jij het met Ada eens?
Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?
Een ander belangrijk thema is communicatie. Probeer zoveel mogelijk situaties uit het verhaal te benoemen waarin de personages er niet in slagen om hun gevoelens met elkaar te communiceren. Verbind je antwoord ook met de verschillende betekenissen van de titel, ‘Rouwdouwers’.
Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?
Je ontdekt het verhaal via een vertellende ik. Dat betekent dat we voor ons oordeel van de verschillende personages volledig op Ada aangewezen zijn. Vind je dat ze de mensen rondom zich eerlijk beoordeelt? Of zijn er volgens jou personages die ze oneerlijk behandelt?
Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?
Rouwdouwers is een rauw boek dat focust op Ada’s harde leven. Zou je het geheel ‘pessimistisch’ noemen? Motiveer je antwoord door het gehele verhaal af te wegen.
Stof tot nadenken?
Dit was het laatste kaartje!
Ronde 4: Oordeel
Geef Rouwdouwers samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.
Heb je zelf een goede discussievraag die nog niet gesteld is? Vul die dan in, dan voegen wij de vraag aan een van de stapeltjes toe.