Spelregels

In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Vallen van Anne Provoost. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:

  1. Ronde 1 bestaat uit 5 vragen over het verloop van verhaal. De spelers draaien om de beurt een kaartje om en geven antwoord op de vraag. Daarna mogen andere spelers reageren.
  2. Ronde 2 is een vragenrondje waarin elke speler een vraag mag formuleren aan een van de personages.
  3. Ronde 3 is de discussieronde. In deze ronde draaien de spelers om de beurt een kaartje om van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
  4. Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.

Inleiding

‘“Het is oneerlijk,” zei ze al. “Jij groeit op alsof er niets gebeurd is. Jij moet niet luisteren naar die verhalen. Jij moet niet leven met die eeuwige discussies over hoe het zover gekomen is, en waarom, en wie de schuld heeft. Mij interesseert wie de schuld heeft net zo min als jou. Maar als ik naar het gezeur moet luisteren, dan jij ook. Dan jij nog meer, misschien.”’ (p. 112)

Zijn hele jeugd wist Lucas niks over zijn opa’s oorlogsverleden. Maar tijdens de zomer die volgt op zijn opa’s overlijden, kan hij er niet meer omheen en doet hij een schokkende ontdekking. De Amerikaanse Caitlin blijkt zelf ook verbonden met deze geschiedenis en wil dat Lucas zich uitspreekt tégen het fascisme dat zoveel mensen de dood in heeft gejaagd. De jongeman Benoît ziet Lucas’ opa daarentegen niet als een verrader, maar als een idealist die bewondering verdient. Tussen al deze tegengestelde meningen probeert Lucas te ontdekken wat hij eigenlijk zelf vindt. Wanneer een demonstratie tegen een nieuw asielzoekerscentrum helemaal uit de hand loopt, lijkt hij opeens geen keuze meer te hebben. Als hij dan ook nog een dramatisch besluit moet nemen om het leven van Caitlin te redden, stort zijn hele wereld in.

Ronde 1: Grip op het verhaal



Grip op het verhaal

1. Op welke bijzondere plek staat het huis van Lucas’ grootvader?

2. Waarom wil Soeur Béate na de oorlog niets meer met de opa van Lucas te maken hebben?

3. Waarom vindt Benoît Lucas zo interessant?

4. Hoe is Caitlin haar linkervoet verloren?

5. De geschiedenis van de onderduikers lijkt zich aan het eind van dit verhaal te herhalen. Leg uit waaruit dat blijkt.

Dit was het laatste kaartje!

  1. Op een heuvel boven het stadje Montourin, naast een klooster.
  2. Hij heeft een groep Joodse onderduikers verraden.
  3. Benoît heeft bewondering voor de daad van Lucas’ opa.
  4. Ze zat vast in de brandende auto en Lucas heeft met de kettingzaag de voet eraf gezaagd om haar te kunnen bevrijden.
  5. Soeur neemt opnieuw mensen op in het klooster, ditmaal vluchtelingen.

Ronde 2: Vragenrondje

Hieronder staan verschillende fragmenten uit het boek. Kies allemaal één fragment. Bedenk en noteer een vraag die je aan een van de personages zou willen stellen. Probeer samen antwoord te geven op die vraag.

  • Lucas confronteert Caitlin met het feit dat de joodse onderduikers de oorlog hebben overleefd: ‘Ze hebben… gedaan heeft.’ (p. 121-122)
  • Wanneer Benoît de pastorie in brand wil steken, besluit Lucas om niet mee te doen: ‘Je moet… bleef staan.’ (p. 168-169)
  • Soeur confronteert Lucas met de boodschap van Benoît dat Caitlins ongeluk geen ongeluk was: ‘Het is… het hém.’ (p. 211-212)

Ronde 3: Discussie



Feest der herkenning?

Kaart 1/8 - Feest der herkenning?

Vlak voordat Lucas’ opa de Joodse onderduikers verraadt, sterft zijn oudste dochter aan longontsteking. Vind je dat verdriet om zijn gestorven kind een goede verklaring voor zijn daad? Waarom wel of waarom niet?

Kaart 2/8 - Feest der herkenning?

‘Ik houd van mensen die onvoorwaardelijk zijn.’ (p. 137) Wat vind jij van Benoîts visie dat echte vrienden geen vragen stellen, maar elkaar direct helpen, ongeacht wat je vriend van je vraagt?

Kaart 3/8 - Feest der herkenning?

Terwijl Alex een Arabische jongen in elkaar schopt, staat Lucas erbij en doet niks. ‘Je moet keuzes maken, en elke keuze is verkeerd.’ (p. 149) Kun je je in Lucas’ standpunt verplaatsen? Waarom kiest hij ervoor om het niet op te nemen voor de jongen?

Kaart 4/8 - Feest der herkenning?

Caitlin zegt dat ze een beetje bang is voor alle stellige meningen van Benoît. Hoe is die angst van haar te verklaren?

Kaart 5/8 - Feest der herkenning?

‘Alleen tegenover onverdraagzaamheid ben ik onverdraagzaam.’ (p. 171) Wat bedoelt Caitlin met deze uitspraak volgens jou? Leg uit in hoeverre je het met haar eens bent.

Kaart 6/8 - Feest der herkenning?

‘…dat eerdere, fijne gevoel niet te hoeven beslissen en in de stroom mee te mogen drijven.’ (p. 178) Waarom voelde Lucas zich zo aan het begin van de demonstratie denk je? Wat is er fijn aan niks hoeven te beslissen?

Kaart 7/8 - Feest der herkenning?

‘De avondwarmte sloeg als een vacht om me heen.’ (p. 68) Dit verhaal staat vol met verwijzingen naar de hitte van de zomer. Welke sfeer roept dit op? En welk effect heeft de regen aan het eind van het verhaal?

Kaart 8/8 - Feest der herkenning?

Aan het begin van het boek zegt Lucas: ‘Ik kan niet meer onschuldig wakker worden…’ (p. 22). Waar voelt hij zich schuldig over? En vind je dat hij inderdaad schuldig is? Leg je antwoord uit.

Feest der herkenning?

Dit was het laatste kaartje!



Stof tot nadenken?

Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?

‘Om te dansen moet ik vallen’, zegt Caitlin (p. 65). Op welke manier verwijst dit citaat naar het einde van het boek? En welke figuurlijke betekenis van ‘vallen’ vind jij van toepassing op dit verhaal?

Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?

De angst voor de immigranten, vluchtelingen of illegale arbeiders zoals ‘de Arabieren’, loopt als een rode draad door dit verhaal. Zie je hier een overeenkomst met de tijd waar we nu in leven? En snap je waar die angst vandaan kan komen? Leg je antwoord uit.

Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?

Benoît woont op de Rue Machiavelli. Niccolò Machiavelli (1469-1527) staat bekend om zijn idee dat je ook slechte dingen mag doen om een goed doel te bereiken (het doel heiligt de middelen). Vind je dat dit idee past bij Benoît? En in hoeverre ben je het zelf met dit idee eens?

Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?

Benoît woont op de Rue Machiavelli. Niccolò Machiavelli (1469-1527) staat bekend om zijn idee dat je ook slechte dingen mag doen om een goed doel te bereiken (het doel heiligt de middelen). Vind je dat dit idee past bij Benoît? En in hoeverre ben je het zelf met dit idee eens?

Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?

In dit verhaal zitten veel verwijzingen naar vuur. Zo zijn Benoîts ogen ‘blauw als de vlam van een gasbrander’ (p. 60) en nog vóór het auto-ongeluk moet Lucas een brand doven in de schuur van zijn opa. Welke symbolische betekenis heeft dit motief ‘vuur’ volgens jou?

Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?

Wanneer de ambulancebroeder zegt dat Lucas in shock is, gelooft die hem niet. Waaraan kun je merken dat Lucas wel degelijk in shock of getraumatiseerd is door de ervaring met de auto en Caitlin?

Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?

‘Meer en meer drong het tot me door dat ze geloofde dat dingen waar je niet over sprak sneller vergeten werden.’ (p. 205) Is het volgens jou inderdaad beter om moeilijke of pijnlijke informatie te verzwijgen, zoals Lucas’ moeder gelooft? Leg je antwoord uit.

Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?

‘Ik ging in bed liggen met een diep gevoel van eenzaamheid.’ (p. 60) Lucas twijfelt het hele boek of hij wel ergens bij hoort. Caitlin zegt aan het eind van het boek dat ze die twijfel, die kwetsbaarheid, aantrekkelijk vond, maar dat deze ook een keerzijde heeft. Wat bedoelt ze daarmee, denk je?

Stof tot nadenken?

Dit was het laatste kaartje!

Ronde 4: Oordeel

Geef Vallen samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.

Leesclubs_respons