Spelregels
In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Suriname, ik ben van Bea Vianen. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:
- Ronde 1 bestaat uit 5 quizvragen over de tekst. Een van de spelers leest de vragen voor en alle spelers (inclusief voorlezer) schrijven hun antwoorden op een blaadje. Na het omdraaien van de laatste vraag verschijnen de juiste antwoorden in beeld. Daarna berekent iedereen zijn score.
- Ronde 2 is een algemeen vragenrondje over de tekst: de spelers benoemen om de beurt wat ze onduidelijk vonden en proberen samen een antwoord te vinden. Als de grootste onduidelijkheden opgelost zijn, begint ronde 3.
- Degene met de meeste goede antwoorden op de quizvragen mag als eerste een kaartje van de discussievragen omdraaien van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
- Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.
Inleiding
‘Langzamerhand vindt ze het tijdverspilling lang boos te zijn op wie dan ook.’ (p. 78)
In 1969 slaagt Bea Vianen er als eerste Surinaamse schrijfster in om een boek te publiceren bij een Nederlandse uitgeverij. Ze debuteert er met Suriname, ik ben, een coming-of-ageverhaal over de jonge Sita (door de verteller kortweg aangeduid als ‘S.’). Ze groeit op in een hyperdiverse samenleving, vol vragen rond haar eigen identiteit en familiegeschiedenis. In een wereld die meisjes weinig kansen biedt, probeert ze met vallen en opstaan haar eigen weg te vinden.
In deze leesclub zoomen we in op de verschillende uitdagingen die ze op haar pad vindt en het complexe netwerk van machtsverhoudingen waaruit ze probeert te ontsnappen.
Ronde 1: Quiz
Quizvraag
1. Wat hoopt Sita, naast antwoorden, nog te krijgen van Ajodiadei?
2. Wat is de relatiestatus van Sita’s vader?
3. Wat is Sita’s toekomstdroom?
4. Hoe weet Selinha, Sita’s beste vriendin, te ontsnappen aan het leven thuis en op school?
5. Wie is Sita’s steun en toeverlaat wanneer haar relatie met Islam de verkeerde richting uitgaat?
Antwoorden
- foto’s van haar grootouders
- Hij is samen met Roekmien.
- Ze wil in Nederland gaan studeren.
- Ze wordt zwanger, waardoor haar vader wel toestemming moet geven voor een huwelijk.
- Soekhia
Ronde 2: Vragenrondje
Wat vond je onduidelijk in Suriname, ik ben, wat begreep je niet zo goed? Formuleer om de beurt een vraag over de tekst en probeer samen tot een antwoord te komen.
Ronde 3: Discussie
Feest der herkenning?
Kaart 1/8 - Feest der herkenning?
Hoe heb je de eerste hoofdstukken van de roman ervaren? Vond je het gemakkelijk om te volgen?Licht je antwoord toe. Wat maakte het misschien uitdagend?
Kaart 2/8 - Feest der herkenning?
Suriname, ik ben speelt zich af in een multiculturele samenleving. In hoeverre kun je die wereld vergelijken met de huidige Nederlandse samenleving? Welke gelijkenissen en verschillen zie je?
Kaart 3/8 - Feest der herkenning?
Sita wordt als meisje met veel vooroordelen geconfronteerd. Zijn er vooroordelen uit het boek waar meisjes vandaag nog steeds op botsen? Of zijn veel van die vooroordelen ondertussen al verdwenen? Licht je antwoorden toe.
Kaart 4/8 - Feest der herkenning?
Waarom denk je dat Sita verliefd wordt op Islam? Wat trekt haar in hem aan? Lijkt hij jou een goede man voor haar te zijn? Licht je antwoord toe.
Kaart 5/8 - Feest der herkenning?
‘Langzamerhand vindt ze het tijdverspilling lang boos te zijn op wie dan ook.’ (p. 116) Vind je dat Sita haar woede soms te snel laat bekoelen. Lijkt je dat een goede keuze? Licht je antwoorden toe.
Kaart 6/8 - Feest der herkenning?
Sita en Selinha kiezen voor een totaal ander leven. Wiens keuzes begrijp jij het best? Motiveer je antwoord aan de hand van concrete gebeurtenissen uit het boek.
Kaart 7/8 - Feest der herkenning?
Literatuur uit Suriname komt op de meeste scholen slechts weinig aan bod. Zou je het een meerwaarde vinden indien scholen hier meer op inzetten? Motiveer je antwoord aan de hand van voorbeelden uit Suriname, ik ben.
Kaart 8/8 - Feest der herkenning?
Aan het einde van de roman kiest Sita ervoor om haar kind achter te laten en in Nederland te gaan studeren. Begrijp je haar keuze? Licht je antwoord toe.
Feest der herkenning?
Dit was het laatste kaartje!
Stof tot nadenken?
Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?
In Suriname, ik ben komen personages met verschillende achtergronden aan bod. Welke soorten verschillen merk je allemaal tussen de personages (bijvoorbeeld leeftijd, opleidingsniveau …). Probeer rond elk soort verschil personages te groeperen (bijvoorbeeld jonge versus oude personages).
Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?
Het boek besteedt veel aandacht aan natuur- en omgevingsbeschrijvingen. Hoe helpen deze de verhaalsfeer te creëren? Welke indruk krijg je zo van Suriname?
Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?
Sita wordt geplaagd door een droom waarin ze een onbereikbaar schip probeert te halen. Welke betekenis zou achter die droom schuilgaan, denk je? Kun je het beeld verbinden met andere elementen uit het boek? Licht je antwoorden toe.
Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?
Hoewel de roman voornamelijk focust op het leven van vrouwen in Suriname, spelen mannen toch een belangrijke rol. Welk beeld schetst het boek van mannen? Motiveer je antwoord aan de hand van verschillende voorbeelden.
Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?
Hoe solidair zijn de verschillende vrouwelijke personages met elkaar? Bespreek zoveel mogelijk voorbeelden uit het boek.
Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?
Aan het begin van het boek wil Sita ontdekken wat er met haar grootouders is gebeurd. Hoe ontdekt ze uiteindelijk de waarheid? Wat houdt die waarheid in?
Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?
Lees een stukje over transgenerationeel trauma. Welke kenmerken kun je herkennen in Suriname, ik ben?
Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?
Het verhaal wordt verteld vanuit een personale verteller die Sita steeds aanduidt als S. of ‘het meisje’. Wat is het belang daarvan in de grotere evolutie van het verhaal? Verbind dit ook met het slot van het boek.
Stof tot nadenken?
Dit was het laatste kaartje!
Ronde 4: Oordeel
Geef Suriname, ik ben samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen