Spelregels

In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over En ik herinner me Titus Broederland van Auke Hulst. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:

  1. Ronde 1 bestaat uit 5 quizvragen over de tekst. Een van de spelers leest de vragen voor en alle spelers (inclusief voorlezer) schrijven hun antwoorden op een blaadje. Na het omdraaien van de laatste vraag verschijnen de juiste antwoorden in beeld. Daarna berekent iedereen zijn score.
  2. Ronde 2 is een algemeen vragenrondje over de tekst: de spelers benoemen om de beurt wat ze onduidelijk vonden en proberen samen een antwoord te vinden. Als de grootste onduidelijkheden opgelost zijn, begint ronde 3.
  3. Degene met de meeste goede antwoorden op de quizvragen mag als eerste een kaartje van de discussievragen omdraaien van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
  4. Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.

Inleiding

‘Hij: sterk, ik: taai.’ (p. 11)

In een wereld die lijkt op de onze, maar toch weer niet helemaal, woont de naamloze verteller samen met zijn vader en tweelingbroer Titus in een afgelegen huis bij een bos. Als hun vader plotseling overlijdt en een zinkgat hun huis bedreigt, zijn ze verplicht de wijde wereld in te trekken. Misschien net doordat ze zo op elkaar lijken, benadrukt de verteller steeds weer de verschillen tussen de raadselachtige Titus en hemzelf. Terwijl de vijandige wereld rondom hen steeds verder uit elkaar valt, moeten de twee samen proberen om veiligere oorden te bereiken. De vraag rijst echter in hoeverre ze elkaar echt kunnen vertrouwen.

Aangezien de reis van de twee jongens een centrale plaats inneemt in dit verhaal, focussen we ons in deze leesclub vooral op de ruimte waardoorheen ze zich verplaatsen. Daarnaast besteden we ook aandacht aan de innerlijke reis die de broers doormaken.

Ronde 1: Quiz



Quizvraag

1. Hoe noemen de dorpelingen Titus en de verteller?

2. Welk verboden voorwerp verbergt hun vader bij hen thuis?

3. Wie is Billie?

4. Wat is de vroegste herinnering van de verteller?

5. Wat is het einddoel dat de jongens met hun reis voor ogen hebben?

Antwoorden

Antwoorden:

  1. duivelskinderen
  2. een platenspeler
  3. de gitaar van Titus en de verteller
  4. Hij herinnert zich hoe Titus hem in de baarmoeder een stomp verkocht.
  5. de zee

Ronde 2: Vragenrondje

Wat vond je onduidelijk in En ik herinner me Titus Broederland, wat begreep je niet zo goed? Formuleer om de beurt een vraag over de tekst en probeer samen tot een antwoord te komen.

Ronde 3: Discussie



Feest der herkenning?

Kaart 1/8 - Feest der herkenning?

In dystopische literatuur wordt een verontrustend beeld geschetst van de wereld in de toekomst. Hoe lijkt de wereld van de gebroeders Broederland enerzijds op de onze en tegelijkertijd ook weer niet? Geef ten minste drie concrete voorbeelden.

Kaart 2/8 - Feest der herkenning?

En ik herinner me Titus Broederland vermengt verschillende literaire genres. Heb jij het boek vooral gelezen als een dystopische roman of vooral als een coming-of-ageroman? Licht je antwoord toe. 

Kaart 3/8 - Feest der herkenning?

Dystopische romans willen vaak waarschuwen voor dingen die er in de hedendaagse samenleving gaande zijn en die in de toekomst wel eens een gevaarlijke wending kunnen nemen. Waarvoor zou En ik herinner me Titus Broederland de lezer waarschuwen, denk je?

Kaart 4/8 - Feest der herkenning?

De personages die de broers ontmoeten weigeren te vluchten. Het is immers hun land: ‘[…] geïrrigeerd met ons zweet en bloed, en gevoed met onze dode ouders en kinderen.’ (p. 158) Kun je begrijpen dat mensen zo verknocht zijn aan hun geboorteplaats? Zou jij je thuis gemakkelijk achter je kunnen laten? Licht je antwoorden toe.

Kaart 5/8 - Feest der herkenning?

Van alle rampspoed werd Hij [God] de vader geacht, terwijl Hij het kind was. De nageboorte.’ (p. 154) Wat bedoelt de verteller hiermee? Kun jij je vinden in zijn stelling? Licht je antwoorden toe.

Kaart 6/8 - Feest der herkenning?

Ondanks dat hun vader gelovig is, kiest hij er bewust voor zijn kinderen niet gelovig op te voeden. Kun je begrijpen waarom hij dat deed? Licht je antwoord toe.

Kaart 7/8 - Feest der herkenning?

Vind je Titus een goede ‘oudere’ broer voor de verteller? Houden de twee er volgens jou een gezonde relatie op na? Licht je antwoorden toe.

Kaart 8/8 - Feest der herkenning?

Het boek heet En ik herinner me Titus Broederland. Voor de verteller is het creëren en vastleggen van herinneringen heel belangrijk: het herinneren lijkt zijn manier te zijn om de wereld te begrijpen. Herken jij de behoefte om herinneringen te koesteren? Helpen ze jou ook om grip te hebben op je omgeving? Licht je antwoorden toe.

Feest der herkenning?

Dit was het laatste kaartje!



Stof tot nadenken?

Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?

De verteller en Titus moeten hun huis verlaten door een uitdijend zinkgat dat hun huis en het omringende bos verzwelgt. Welke symboliek zou er achter het zinkgat kunnen schuilen?

Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?

‘Maar sta me toe dat ik eerst het een en ander uitleg over aardebloed, aangezien jullie hier geen aardebloed hebben.’ (p. 52) De verteller lijkt zijn verhaal tot anderen te richten. Wie zouden de toehoorders zijn? Kun jij je een beeld vormen op basis van de informatie uit het boek? Licht je antwoorden toe.

Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?

Elk van de drie delen eindigt met een cursief gedrukt hoofdstuk. Wat is de functie van deze hoofdstukken? Op welke manier verschillen deze hoofdstukken van de rest van het boek?

Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?

Muziek en boeken zijn verboden in de wereld die het verhaal schetst. Waarom zouden streng religieuze gemeenschappen hier zo’n afkeer van hebben? Leg je antwoord uit.

Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?

Titus spreekt regelmatig in een geheime taal. Waarom is dat een belangrijk element in het verhaal? Wat probeert hij met die geheime taal te bereiken?

Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?

De verteller analyseert de dynamiek tussen Titus en hem als volgt: ‘Hij: sterk, ik: taai’ (p. 11. De verteller vindt dat hij door zijn litteken steeds meer gaat verschillen van Titus. Heb jij het gevoel dat de broers in de loop van het verhaal meer of minder op elkaar gaan lijken? Leg je antwoord uit.

Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?

We lezen het volledige verhaal door de ogen van slechts één broer. Hoe betrouwbaar is hij als verteller? Hoe zou het verhaal anders zijn geweest als we de gebeurtenissen door de ogen van Titus zouden bekijken? Leg je antwoorden uit. 

Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?

Het boek start met een definitie van het Welshe woord ‘Hiraeth’ (heimwee naar een thuis waarnaar je nooit kan terugkeren of dat zelfs nooit heeft bestaan). Waarom is die dubbele definitie toepasselijk bij dit verhaal?

Stof tot nadenken?

Dit was het laatste kaartje!

Ronde 4: Oordeel

Geef En ik herinner me Titus Broederland samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.

Heb je zelf een goede discussievraag die nog niet gesteld is? Vul die dan in, dan voegen wij de vraag aan een van de stapeltjes toe.

Leesclubs_respons