Spelregels
In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over IJzerkop van Jean-Claude van Rijckeghen. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:
- Ronde 1 bestaat uit 5 vragen over het verloop van verhaal. De spelers draaien om de beurt een kaartje om en geven antwoord op de vraag. Daarna mogen andere spelers reageren.
- Ronde 2 is een vragenrondje waarin elke speler een vraag mag formuleren aan een van de personages.
- Ronde 3 is de discussieronde. In deze ronde draaien de spelers om de beurt een kaartje om van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
- Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.
Inleiding
‘Ik word op slag verliefd op de jongeman in de spiegel. Ik kan er bijna niet van wegkijken, en als de wolken weer voor de maan drijven en de duisternis terugkeert is alles anders. Ik kijk naar de omtrekken van mijn snurkende echtgenoot in bed en ik kan me niet voorstellen dat ik dat bed nog één keer met hem zal delen.’ (p. 92)
Het is zondag 6 maart 1808 en in Gent is een bokswedstrijd, tussen twee vrouwen welteverstaan. De achttienjarige Stans staat te popelen om te gaan kijken, want Stans houdt van rebels. Ondanks de vele opvoedpogingen van haar strenge moeder doet ze er alles aan om maar geen nette jongedame te hoeven zijn. Tot haar vader failliet dreigt te gaan en ze gedwongen trouwt met de smokkelaar Lieven. Een paar maanden houdt ze het vol, maar dan vlucht ze naar een van de meest mannelijke en gevaarlijke plekken van haar tijd: het leger van Napoleon. Terwijl Stans ontdekt hoe anders het leven is als jongeman, wil haar jongere broertje Pier vooral dat alles weer wordt zoals het was: zijn vader die machines uitvindt en hijzelf op de Latijnse school. Maar dan moet hij eerst op avontuur om de keizer hoogstpersoonlijk zijn vaders ontwerp voor een nieuw kanon te laten zien. Wanneer de wegen van Stans en Pier elkaar weer kruisen, op het slagveld in Oostenrijk, leren ze dat hun levens nooit meer hetzelfde zullen zijn.
In deze leesclub gaan jullie in gesprek over het bijzondere leven van Stans en Pier in de tijd van Napoleon. Hoe verschilt hun leven van het leven in onze eigen tijd, of zie je misschien ook overeenkomsten? Wat gebeurt er als je je als meisje staande moet houden in een mannenwereld? Die vragen staan centraal in deze leesclub.
Ronde 1: Grip op het verhaal
Grip op het verhaal
Hoe komt het dat Stans, Pier en de rest van de familie Hoste te weinig geld hebben om rond te komen?
Welk geheim weet Stans over haar moeder?
Hoe ontsnapt Stans aan haar echtgenoot?
Waarom gaat Pier ook richting Parijs, net als zijn zus?
Hoe eindigt voor Stans en Pier de veldslag in Oostenrijk?
Dit was het laatste kaartje!
Antwoorden:
- Hun vader is uitvinder, maar zijn zaagmachine wil maar niet werken, waardoor hij hun schulden niet kan terugbetalen.
- Ze weet dat haar moeder is vreemdgegaan en dat Edmond, haar broertje, een andere vader heeft dan zijzelf.
- Ze vlucht ‘s nachts terug naar Gent en neemt de identiteit aan van Binus, de bakkerszoon, om zo in het leger te komen.
- Hij gaat Stans zoeken (in opdracht van haar echtgenoot Lieven) en zijn vader wil dat hij de plannen voor een nieuw kanon aan keizer Napoleon geeft.
- Stans verliest in een hevig vuurgevecht haar arm en Pier vindt haar zwaargewond terug tussen duizenden gewonden. Hij zorgt dat ze geopereerd wordt en brengt haar naar huis.
Ronde 2: Vragenrondje
Hieronder staan verschillende fragmenten uit het boek. Kies allemaal één fragment. Bedenk en noteer een vraag die je aan een van de personages zou willen stellen. Probeer samen antwoord te geven op die vraag.
- Na de geboorte van Mondje realiseert Stans zich wie de echte vader is van haar jongste broertje: ‘Ze drukte… dat harengetrek.’ (p. 35-37)
- Pier zoekt zijn vader op in het rasphuis: ‘Ga toch… aan heeft,’ (p. 114-115)
- Na het duel in het Bois de Boulogne wordt Stans boos op Pier: ‘Stans stapt… dood ben.’ (p. 197-199)
- Pier brengt Stans terug naar huis, waar hun ouders heel verschillend reageren: ‘Kijk dan… eens weten.’ (p. 315-317)
Ronde 3: Discussie
Feest der herkenning?
Kaart 1/8 - Feest der herkenning?
Pier houdt zich het liefst aan de regels, terwijl Stans ze juist constant overtreedt. In wie kun jij je het meest verplaatsen? Waarom?
Kaart 2/8 - Feest der herkenning?
‘Moeder liet me niet meer in haar ziel kijken. Ze kneep niet meer in mijn hand.’ (p. 39) Nadat Stans achter het geheim van haar moeder is gekomen, doet die alsof er niks is gebeurd. Sterker nog: ze wordt extra veeleisend. Kun je je voorstellen waarom Stans moeder zo streng is voor haar rebelse dochter? Leg je antwoord uit.
Kaart 3/8 - Feest der herkenning?
Na Stans’ verdwijning laat Lieven Piers vader keihard vallen: ‘Nu je dochter weg is, ben jij niet langer mijn compagnon maar mijn knecht.’ (p. 115) Pier heeft in deze situatie vooral te doen met Lieven. Waarom kiest hij niet de kant van zijn vader, denk je?
Kaart 4/8 - Feest der herkenning?
Zowel Stans als Pier hoort op een moeilijk moment de stem in hun hoofd van iemand die ze bewonderen. Pier hoort de stem van Bert als hij probeert te ontsnappen aan Dupin, Stans die van bokser Courage als ze met z’n drieën twintig deserteurs moeten terughalen. Wat is hiervan het effect? En heb je zelf ook zo’n voorbeeld in je leven aan wie je je op kunt trekken als het even lastig is? Leg je antwoord uit.
Kaart 5/8 - Feest der herkenning?
In dit verhaal wordt gedetailleerd beschreven hoe het eraan toeging in een leger in de tijd van Napoleon. Is dat anders dan je had gedacht? Leg je antwoord uit.
Kaart 6/8 - Feest der herkenning?
Op haar huwelijksdag bedenkt Stans: ‘Mijn lot is dat van elke vrouw. Er zijn geen uitzonderingen.’ (p. 87) Welk beeld krijg je van de positie van de vrouw in de tijd van Stans? En welke overeenkomsten of verschillen zie je met onze tijd?
Kaart 7/8 - Feest der herkenning?
Er zijn in de geschiedenis talloos veel verhalen zoals IJzerkop, over vrouwen die zich als man verkleden om mee te vechten in het leger. Welke redenen zouden vrouwen kunnen hebben gehad om dat te doen, denk je?
Kaart 8/8 - Feest der herkenning?
Stans’ moeder wordt extra religieus nadat twee van haar kinderen zijn overleden. Snap je waarom ze daarna zo streng christelijk is geworden? Leg je antwoord uit. Welke steun kan religie bieden als je de grip op je leven kwijt bent geraakt?
Feest der herkenning?
Dit was het laatste kaartje!
Stof tot nadenken?
Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?
Pier kijkt op tegen vader, die het van schoenmaker tot uitvinder heeft geschopt. Maar Stans is niet onder de indruk van wat haar vader presteert en pest hem vaak met zijn mislukte zaagmachine. Wat vind jij? Leeft hun vader inderdaad ‘boven zijn stand’? En zo ja, is dat erg? Leg je antwoorden uit.
Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?
Wanneer hij failliet gaat, belandt de vader van Stans en Pier in het rasphuis, een soort gevangenis. Wat vind je ervan dat het hebben van schulden rond 1800 een strafbaar feit was?
Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?
Wanneer Dupin de ontsnappingspoging ontdekt, lijkt Pier zich eerst toch over te geven. Maar zodra Dupin dreigt om het meisje Dédée te straffen, omdat ze geholpen heeft, durft Pier plots tegen de douanier in te gaan. Snap je waarom hij nu ineens wel dapper kan zijn? Leg je antwoord uit. Welke betekenis heeft Dédée voor Pier?
Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?
Op haar trouwdag ziet Stans niet zichzelf in de spiegel, maar ‘Stans-het-Bruidje’. Ook beschrijft ze de huwelijksnacht maar heel kort: ‘Hij likt mijn gezicht. Het bed kraakt.’ (p. 88) Waarom denk je dat ze zo afstandelijk vertelt over haar huwelijk met Lieven?
Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?
Na de romantische nacht met de danseres Fortuna keert Stans wel terug naar het legerkamp. Snap je waarom ze dat doet, ondanks dat Fortuna het niet wil? Leg je antwoord uit.
Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?
Stans draagt een kettinkje met de Heilige Rita, die bekendstaat als de beschermheilige van hopeloze gevallen. Ze moest dit ooit dragen van haar moeder, maar ze wil het ook als ze uit huis is niet afdoen. Leg uit waarom ze daarvoor kiest. Welke symbolische betekenis kan deze ketting voor Stans hebben, denk je?
Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?
‘Wat voelt hij goed aan, die sok in mijn broek.’ (p. 266) Gedurende het verhaal wordt steeds meer duidelijk dat Stans het fijner vindt om als jongen door het leven te gaan. Maar waarom is dit? Wil ze ontsnappen aan het standaard leven van meisjes in haar tijd? Of kun je haar zien als transgender persoon? Leg je antwoorden uit.
Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?
Stans en Pier zijn aan het eind van het verhaal niet meer dezelfde personen als aan het begin. Wie van de twee heeft de grootste ontwikkeling doorgemaakt, vind jij? Wie heeft het meest geleerd? Leg je antwoorden uit.
Stof tot nadenken?
Dit was het laatste kaartje!
Ronde 4: Oordeel
Geef het IJzerkop samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.
Heb je zelf een goede discussievraag die nog niet gesteld is? Vul die dan in, dan voegen wij de vraag aan een van de stapeltjes toe.