Spelregels

In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Wie ik ben van Emiel de Wild. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:

  1. Ronde 1 bestaat uit 5 vragen over het verloop van verhaal. De spelers draaien om de beurt een kaartje om en geven antwoord op de vraag. Daarna mogen andere spelers reageren.
  2. Ronde 2 is een vragenrondje waarin elke speler een vraag mag formuleren aan een van de personages.
  3. Ronde 3 is de discussieronde. In deze ronde draaien de spelers om de beurt een kaartje om van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
  4. Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.

Inleiding

‘Als ik dribbelend terug ren, schiet er een gedachte mijn kop in. Ik wil er niet aan denken. Ik schud mijn hoofd. Maar de gedachte blijft hangen: als het me nog een keer lukt om de bal er van ver in te gooien, is het niet mijn schuld dat Jelmer dood is. Ik kan er met één worp vanaf zijn.’ (p. 47)

Jeroen zit in de tweede klas wanneer hij hoort dat zijn klasgenoot Jelmer een einde heeft gemaakt aan zijn leven. Jeroen worstelt met zijn schuldgevoel, want hij heeft Jelmer gepest, samen met zijn vrienden Rico en Willem. Welke rol heeft hij gespeeld? Moet hij eerlijk zijn over de manier waarop hij Jelmer heeft behandeld, en zo ja, tegen wie? 

In deze leesclub discussieer je over de roman Wie ik ben van Emiel de Wild. Jullie gaan in gesprek over pesten, verantwoordelijkheid nemen en omgaan met verschillen. Welk effect hebben keuzes die je maakt? En hoe ga je om met mensen die anders zijn dan jij en die je misschien een beetje vreemd vindt? Aan de hand van een aantal discussievragen denk je na over hoe jij om wil gaan met anderen en met jezelf.

Ronde 1: Grip op het verhaal



Grip op het verhaal

1. Hoe hebben Jelmer en Jeroen elkaar leren kennen?

2. Wat voor filmpjes hebben Willem, Jeroen en Rico van Jelmer gemaakt?

3. Wie is Fransen?

4.  Met wie gaat Jeroen naar het winkelcentrum?

5. Hoe komt het dat Jeroen in een grote villa woont?

Dit was het laatste kaartje!

  1. Jelmer kwam de eerste schooldag van de brugklas naast Jeroen zitten. 
  2. Filmpjes waarop ze Jelmer voor gek zetten, bijvoorbeeld met een roze Little Pony.
  3. Fransen is de mentor van Jeroen en Jelmer. 
  4. met Anne
  5. Het bedrijf van zijn vader is een succes geworden.



Ronde 2: Vragenrondje

Hieronder staan verschillende fragmenten uit het boek. Kies allemaal één fragment. Bedenk en noteer een vraag die je aan een van de personages zou willen stellen. Probeer samen antwoord te geven op die vraag. 

  • Jeroen krijgt bezoek van Mevrouw Van Steenbergen. Hij heeft de sterren van haar auto’s gesloopt. ‘Ik kijk… wat voorschiet?’ (p. 20-21)
  • Het geheim van Jelmer wordt bekend. ‘Rico draaide… niet zo.’ (p. 73-74)
  • De vader van Jelmer houdt een speech tijdens de herdenkingsdienst. ‘De man… podium af.’ (p. 125-126)
  • Jeroen praat met Fransen over zijn schuldgevoelens. ‘Fransen knijpt… het lokaal.’ (p. 156-157)

Ronde 3: Discussie



Feest der herkenning?

Kaart 1/8 - Feest der herkenning?

Wanneer Fransen de klas vertelt over de zelfdoding van Jelmer, blijven de meeste leerlingen stil. Alleen Eline begint hard te huilen. Hoe zou jij reageren op dit nieuws?

Kaart 2/8 - Feest der herkenning?

‘Het is dé reden dat ik nooit thuis afspreek. Ze gaan meteen anders tegen je doen als je ouders zo’n huis hebben.’ (p. 34) Begrijp jij de keuze van Jeroen om de rijkdom van zijn ouders geheim te houden? Leg je antwoord uit.

Kaart 3/8 - Feest der herkenning?

Wanneer Jelmer na zijn griep weer naar school komt, willen Jeroen en Willem geen vrienden met hem zijn en besluiten ze hem te achtervolgen. Wat vind je van de manier waarop ze dit aanpakken?

Kaart 4/8 - Feest der herkenning?

 Op de school van Jeroen negeren docenten verschillende signalen waardoor ze hadden kunnen weten dat Jelmer wordt gepest. Hoe gaan docenten of ander personeel  op jouw school om met signalen van pestgedrag?

Kaart 5/8 - Feest der herkenning?

Hoe was het voor jou om een verhaal te lezen door de ogen van een pester? Wat herken je in het gedrag van Jeroen, en wat niet?

Kaart 6/8 - Feest der herkenning?

Hoe typeer jij de relatie tussen Jeroen en zijn ouders? Vergelijk die relatie met je eigen thuissituatie: wat is hetzelfde, wat is anders?

Kaart 7/8 - Feest der herkenning?

Wanneer Jeroen op Jelmers kamer een krat vindt met speelgoedpaarden en foto’s van Jelmer op paardrijles, vertrekt hij meteen, ‘zonder wat te zeggen, zonder hem nog aan te kijken.’ Wat vind jij van de reactie van Jeroen?

Kaart 8/8 - Feest der herkenning?

Wanneer Jeroen met de ouders van Jelmer praat, breekt hij. Hij fietst naar zijn vader en bekent alles. Zijn vader geeft hem een computerspel cadeau en vraagt hem alles geheim te houden en er niet meer over te praten, omdat wat Jeroen heeft gedaan strafbaar zou kunnen zijn. Hoe zou jij je voelen als je vader zo zou reageren?

Feest der herkenning?

Dit was het laatste kaartje!



Stof tot nadenken?

Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?

‘Als ik wegrij raspt de achterband langs het spatbord. Jelmer – Jelmer – Jelmer.’ (p. 25) Jeroen voelt zich schuldig over wat er met Jelmer is gebeurd. Zijn hersenen geven hem hiervoor meerdere signalen. Noteer nog twee voorbeelden waaruit blijkt dat Jelmer zich schuldig voelt.

Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?

Wanneer Anne en Jeroen in het winkelcentrum zijn, praten ze over Jelmer. Anne zegt: ‘Je hoeft niet bang te zijn. Ik voel het ook. Onno kan doen of jullie de enigen waren die Jelmer niet mochten, maar dat is onzin.’ (p. 80) Waarom denk je dat ze dit zegt?



Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?

 ‘En als ik iets zou slopen wat ónbetaalbaar is?’, vraagt Jeroen aan zijn moeder. (p. 60) Wat vind je, draagt Jeroen verantwoordelijkheid voor wat er met Jelmer is gebeurd? Leg je antwoord uit door voorbeelden uit het verhaal te noemen.

Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?

 Jeroens vader legt aan Jeroen uit dat pesten niet strafbaar is. Alleen fysiek geweld of bedreiging zijn strafbaar volgens de wet. Hoe zou een rechter naar het gedrag van Jeroen, Rico en Willem kijken? Beoordeel of er sprake was van fysiek geweld of bedreiging en gebruik daarbij voorbeelden uit het verhaal.

Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?

Lees opnieuw de droom van Jelmer over de koffer onder zijn bed (p. 85-87). Waarover zou deze droom éigenlijk gaan, denk je?

Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?

Het verhaal is opgedeeld in dagen van de week. Waarom denk je dat het zo is vormgegeven? Welk effect had dat op jou?

Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?

Jeroen vertelt de waarheid aan zijn vader en daarna bijna ook aan Fransen. Hij bekent in ieder geval dat hij een hekel had aan Jelmer en dat hij zich schuldig voelt over zijn dood. Stel je Jeroen voor als hij eindexamen doet. Hoe denk je dat hij zich dan voelt over de dood van Jelmer?

Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?

We komen nooit te weten wat de echte reden is dat Jelmer zelfmoord heeft gepleegd. Vind je dat de schrijver er goed aan heeft gedaan dit open te laten? Leg je antwoord ui

Stof tot nadenken?

Dit was het laatste kaartje!

Ronde 4: Oordeel

Geef Wie ik ben samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.

Heb je zelf een goede discussievraag die nog niet gesteld is? Vul die dan in, dan voegen wij de vraag aan een van de stapeltjes toe.

Leesclubs_respons