Spelregels
In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Julia en mijn broer en ik van Herman van de Wijdeven. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:
- Ronde 1 bestaat uit 5 vragen over het verloop van verhaal. De spelers draaien om de beurt een kaartje om en geven antwoord op de vraag. Daarna mogen andere spelers reageren.
- Ronde 2 is een vragenrondje waarin elke speler een vraag mag formuleren aan een van de personages.
- Ronde 3 is de discussieronde. In deze ronde draaien de spelers om de beurt een kaartje om van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
- Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.
Inleiding
‘Ik laat mij achterovervallen. Om mij heen is het stil. Het bos wacht gespannen op wat ik nu ga doen. Ik luister naar mijn ademhaling. Tussen de ademhaling pinkt hier en daar een ster.’ (p. 86)
Esse is de broer van Jakob: een grote broer met een voetbaldroom en een mooi vriendinnetje, Julia. Jakob is verliefd op Julia en niet een beetje ook. Esse mist het talent om profvoetballer te worden en komt in de verleiding om zijn lichaam een handje te helpen. Hij gebruikt doping en verkoopt het spul ook aan zijn teamgenoten om zijn eigen bedrog te maskeren. Jakob wil indruk maken op Julia door een gevaarlijke smokkelklus van Esse over te nemen, maar het is de vraag wie er precies beter wordt van die heldendaad.
Julia mijn broer en ik gaat over een held voor iemand willen zijn, over vriendschap en familie en over de waarheid. Over de vraag hoe lang je beschermd wordt door een leugen, wat beschermen eigenlijk inhoudt en over verschillende belangen binnen families. In deze leesclub gaan jullie met elkaar in gesprek over die vragen.
Ronde 1: Grip op het verhaal
Grip op het verhaal
Hoe reageren Jakobs vrienden als hij vertelt over de speciale opdracht van Rocky?
Welke onverwachte link blijkt er te bestaan tussen Rocky en Jakobs familie?
Waardoor raakt Jakob zijn vrienden kwijt bij de smokkeltocht?
Hoe verklaart Julia dat Esse geen aandacht voor haar heeft?
Hoe wordt Jakob aan het eind gered van de confrontatie met Rocky?
Dit was het laatste kaartje!
Antwoorden:
- Ze staan erop dat ze met hem meegaan.
- Jakobs moeder had ooit een relatie met Rocky.
- Ze verspreiden zich, omdat ze denken dat er politie onderweg is.
- Julia denkt dat Esse homoseksueel is.
- Een windhoos blaast alles en iedereen omver.
Ronde 2: Vragenrondje
Hieronder staan verschillende fragmenten uit het boek. Kies allemaal één fragment. Bedenk en noteer een vraag die je aan een van de personages zou willen stellen. Probeer samen antwoord te geven op die vraag.
- Jakob en Julia op de open plek in het bos: ‘Julia stopt… Rocky?’’ (p. 38-39)
- Jakob zit bij Rocky in de auto: ‘Ik kijk… aan is.’ (p. 68-69)
- Jakob rent met de rugzak de heuvel af nadat hij Witse tegenkwam: ‘Sneller dan… niet vanzelf.’ (p. 87-88)
- Jakob, Esse, hun moeder en Julia staan in de keuken van de oude steenfabriek: ‘Rocky laat… niets meer.’ (p. 133)
Ronde 3: Discussie
Feest der herkenning?
Kaart 1/8 - Feest der herkenning?
Een groot deel van het verhaal speelt zich af op en rondom de plaatselijke kermis. Zijn de beschrijvingen herkenbaar? Welke herinneringen poppen er bij jou meteen op? Of: kun je je een voorstelling maken van de gelegenheid? Leg je antwoorden uit.
Kaart 2/8 - Feest der herkenning?
Wat zou jij doen als je erachter komt dat je broer zich bezighoudt met illegale zaken? Begrijp je de reactie van Jakob? Leg je antwoord uit.
Kaart 3/8 - Feest der herkenning?
Hoe zou je de relatie tussen Jakob en Esse beschrijven? Wat betekent broederliefde volgens jou?
Kaart 4/8 - Feest der herkenning?
‘Ik weet dat ze me nakijkt. Ik probeer te bedenken hoe iemand loopt die haast heeft op een bloedhete dag. Ik begin aan een sukkelig drafje, maar houd meteen weer in. Het heeft geen zin, Millie maak je niks wijs.’ (p. 100) Welke rol heeft Millie volgens jou in het verhaal? Ken je zelf een Millie in je omgeving? Leg je antwoord uit.
Kaart 5/8 - Feest der herkenning?
Jakob vindt dat de liefde van Esse voor Julia niet volwaardig is. Ben jij het met hem eens? Leg je antwoord uit. Wanneer is er volgens jou wel of niet sprake van liefde?
Kaart 6/8 - Feest der herkenning?
Julia vermoedt dat Esse geen aandacht voor haar heeft, omdat hij homoseksueel is. Wat vind jij van de manier waarop Julia en Jakob met dat vermoeden omgaan?
Kaart 7/8 - Feest der herkenning?
‘Ik snuif de nachtlucht diep naar binnen. Ik ken deze geur. Het is die van de struik in onze tuin (…). Ik verlang opeens heel erg naar thuis.’ (p. 89) Herken je Jakobs verlangen om naar huis te gaan als een manier om te vluchten uit een bepaalde situatie? Leg je antwoord uit met een voorbeeld uit je eigen leven.
Kaart 8/8 - Feest der herkenning?
Jakob brengt de voetbalcarrière van Esse in gevaar en zoent met het vriendinnetje van zijn broer. Wat vind je van de manier waarop Jakob met zijn broer omgaat?
Feest der herkenning?
Dit was het laatste kaartje!
Stof tot nadenken?
Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?
‘Hij glimlacht. Zijn gezicht wordt er nóg triester van. “Ik ben maar een toevallige held.”’ (p. 126) Zijn vader wordt als een held beschreven en ook Jakob wil graag een held zijn voor Julia. Is Jakob een held te noemen en wat betekent een held zijn voor iemand, volgens jou?
Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?
‘Rocky en mijn moeder. Ik kan het niet geloven. Ik wil het niet geloven. Die man dook gisteren op uit het niets, dacht ik, maar hij was er allang.’ (p. 86) Wat voegt dit gegeven toe aan de hele situatie?
Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?
Er lijken maar een paar dagen te verstrijken in het verhaal. Zo wordt er eens ‘gisteren’ (p. 90) genoemd en ‘een paar dagen geleden’ (p. 128). Licht toe hoe je de tijd ervaart in dit verhaal en leg uit hoe dat komt.
Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?
De ouders van Esse, Jakob en Nora leer je eigenlijk maar heel beperkt kennen. Welk beeld heb je van het gezin? Noem daar een paar voorbeelden bij. Op welke momenten leer je ze beter kennen?
Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?
Kun je je voorstellen hoe het zou zijn als het perspectief in dit boek bij Esse lag? Welke momenten komen dan boven drijven als compleet anders, of juist als eindelijk beantwoord?
Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?
Julia zegt dat je goed moet kunnen liegen als je verkering hebt met Esse. Wat bedoelt Julia hier allemaal mee, denk je?
Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?
Jakob en Esse klinkt als: Jakob en Esau, een beroemd Bijbelverhaal over twee broers. Welke overeenkomst zie jij tussen Julia en mijn broer en ik en het Bijbelverhaal? Zoek online een beschrijving van het Bijbelverhaal als je het niet kent.
Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?
Zouden jullie Julia, en mijn broer en ik bestempelen als een moderne versie van het Bijbelverhaal over Jakob en Esau? Probeer samen tot een antwoord te komen door behalve de overeenkomsten ook de verschillen te benoemen tussen de twee verhalen.
Stof tot nadenken?
Dit was het laatste kaartje!
Ronde 4: Oordeel
Geef Julia en mijn broer en ik samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.
Heb je zelf een goede discussievraag die nog niet gesteld is? Vul die dan in, dan voegen wij de vraag aan een van de stapeltjes toe.