Spelregels

In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Kindertrein uit Boedapest van Emy Koopman. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:

  1. Ronde 1 bestaat uit 5 quizvragen over de tekst. Een van de spelers leest de vragen voor en alle spelers (inclusief voorlezer) schrijven hun antwoorden op een blaadje. Na het omdraaien van de laatste vraag verschijnen de juiste antwoorden in beeld. Daarna berekent iedereen zijn score.
  2. Ronde 2 is een algemeen vragenrondje over de tekst: de spelers benoemen om de beurt wat ze onduidelijk vonden en proberen samen een antwoord te vinden. Als de grootste onduidelijkheden opgelost zijn, begint ronde 3.
  3. Degene met de meeste goede antwoorden op de quizvragen mag als eerste een kaartje van de discussievragen omdraaien van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
  4. Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.

Inleiding

‘Een conducteur in nachtblauw uniform schuift de deur van de coupé open. Hij verwelkomt ons en vraagt wat voor warme drank we bij het ontbijt hadden gewenst. Ik lach om de onverwachte luxe en bestel een chocolademelk. Zonder het te zien weet ik dat het kind glimlacht. In water gekookte cacao en een snee witbrood met boter; dat was het eerste avondeten dat haar werd gegeven in de trein op weg naar Nederland.’ (p. 18)

In Kindertrein uit Boedapest stapt Emy Koopman op de trein naar Hongarije, het land van haar grootmoeder Mariska Muskovics. In de jaren twintig van de vorige eeuw reisde Mariska samen met andere Hongaarse kinderen met de zogenaamde kindertrein naar Nederland. Ze bleef en kreeg een gezin toegewezen. Emy maakt nu dezelfde reis als haar grootmoeder destijds, alleen dan omgekeerd: van Amsterdam naar Wenen naar Boedapest. Ze gaat op zoek naar de geschiedenis van haar grootmoeder en daarmee ook naar die van zichzelf.

In deze leesclub ga je in gesprek over identiteit. Welke rol spelen de vroegere levens van je ouders en grootouders in je eigen leven? En kun je jezelf ooit écht kennen als je je voorgeschiedenis niet kent?

Ronde 1: Quiz



Quizvraag

1. Welk doel hadden de kindertreinen die in 1920 voor het eerst vanuit Hongarije naar Nederland vertrokken?

2. Wie is het kleine meisje met de witte strik dat met de hoofdpersoon meereist naar Boedapest?

3. Wat is de huidige functie van het gebouw in Boedapest waar Emy’s grootmoeder woonde?

4. Waar vindt Emy Koopman uiteindelijk het archiefmateriaal dat ze zocht?

5. Wie is Jaap?

Antwoorden

  1. Hongaarse kinderen kregen tijdelijk onderdak bij Nederlandse gezinnen en keerden gevoed weer terug.
  2. De oma van de hoofdpersoon, Mariska Muskovics.
  3. Het gebouw is nu een daklozenopvang.
  4. Op een website voor familiegeschiedenis (familysearch.org).
  5. Een oude vriend van Emy die nu lesgeeft aan de universiteit van Boedapest.

Ronde 2: Vragenrondje

Wat vond je onduidelijk in Kindertrein uit Boedapest, wat begreep je niet zo goed? Formuleer om de beurt een vraag over de tekst en probeer samen tot een antwoord te komen.

Ronde 3: Discussie



Feest der herkenning?

Kaart 1/8 - Feest der herkenning?

De oma van Emy Koopman, Mariska, is op jonge leeftijd naar Nederland gegaan en heeft haar ouders daarna nooit meer gezien. Ze woonde bij verschillende gezinnen en werd daar niet altijd even goed behandeld. Hoe denk je dat Mariska zich gevoeld moet hebben? Hoe zou jij het vinden om bij een vreemd gastgezin terecht te komen?

Kaart 2/8 - Feest der herkenning?

Toen Mariska al volwassen was, kocht ze alsnog mooie poppen voor zichzelf. ‘Van antieke porseleinen babypopjes tot hoogbenige Barbies en van flamencodanseresjes tot geisha’s.’ (p. 28). Waarom denk je dat ze dit deed?

Kaart 3/8 - Feest der herkenning?

Emy reist helemaal naar Boedapest om meer te leren over het leven van haar oma. Waarom is het volgens jou belangrijk dat ze daarvoor naar Boedapest gaat? Wat is het verschil met een zoektocht online, van achter je computer?

Kaart 4/8 - Feest der herkenning?

Wat weet jij over het verleden en de jeugd van jouw grootouders? Hebben zij je daar wel eens over verteld? Zo ja, wat is het belangrijkste verschil met het leven van Mariska? Zo nee, wat had je / zou je je eigen opa of oma willen vragen?

Kaart 5/8 - Feest der herkenning?

Zijn jouw families in Nederland opgegroeid, of ben jij net als Emy Koopman een (klein)kind van migranten? Stel dat je net als Emy een zoektocht naar je familiegeschiedenis zou ondernemen, waar zou die zoektocht je heen leiden?

Kaart 6/8 - Feest der herkenning?

Vlak voor de trein in Nederland weer stopt, vindt Emy in een online archief informatie over haar overgrootmoeder. Veel meer dan een trouwakte is het niet. Kun jij je voorstellen dat deze informatie zo belangrijk is voor de schrijfster? Zou het voor jou voldoende informatie zijn?

Kaart 7/8 - Feest der herkenning?

Het Hongaars heeft een woord voor de ervaring dat er iets ontbreekt zonder dat je precies weet wat: hiányérzet. ‘Iets ontbreekt, maar je gaat verder met wat er wel is, trekt een nieuw leven aan als een te ruime jas’. (p. 64) Ken je dit gevoel? En hoe kun je dit begrip toepassen op het leven van Mariska?

Kaart 8/8 - Feest der herkenning?

Kindertrein uit Boedapest is gebaseerd op de werkelijkheid, maar er zitten ook een aantal magische elementen uit. Kun je die elementen benoemen? Wat vond je hiervan?

Feest der herkenning?

Dit was het laatste kaartje!



Stof tot nadenken?

Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?

In Kindertrein uit Boedapest wordt de al overleden grootmoeder van Emy Koopman opgevoerd als klein meisje dat overal mee naartoe reist. Zou je dit meisje ook een personage kunnen noemen? Wat is het verschil met personages als Emy of Jaap?

Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?

De hoofdstukken genaamd ‘fluisterspel’ bestaan uit dialogen tussen Emy en haar familie. De familie blijkt bepaalde herinneringen aan het leven van Emy’s grootmoeder te hebben. Wat vertellen de dialogen je over hoe Emy’s familie zich het leven van haar grootmoeder herinnert?

Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?

Tussen de regels door vertelt Emy Koopman veel over de geschiedenis, het volkslied en de hedendaagse politiek van Hongarije. Welk beeld krijg je daardoor van Hongarije? Wat heb je tijdens het lezen over dit land geleerd?

Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?

Mariska wilde aan het eind van haar leven niet meer terug naar Boedapest. ‘Ze begon te trillen. Ze was bang dat wat ze zou aantreffen niet zou kloppen met de wereld die ze had gekend. Liever hield ze de herinnering intact’ (p. 69). Leg uit wat voor Mariska de voor- en nadelen zijn om haar geheugen selectief te houden.

Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?

Op de allerlaatste avond spreekt Emy haar grootmoeder toe. Ze vertelt haar over het leven dat ze zal leiden, met alle pijn en vreugde die daarbij horen. Vervolgens glimlacht Mariska en ‘vervliegt ze, wordt doorzichtig, almaar doorzichtiger, tot er niets meer over is buiten die glimlach’ (p. 77). Waarom denk je dat Mariska op dit moment verdwijnt?

Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?

Emy reist heen en weer van Amsterdam naar Boedapest, terwijl Mariska alleen de heenreis maakt: zij blijft in Boedapest achter. Leg uit welke symboliek je zou kunnen zien in Mariska’s terugkeer naar Boedapest.

Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?

‘Zolang je onderweg bent, kun je je inbeelden dat je het allemaal onophoudelijk voor het uitkiezen hebt, maar vroeg of laat zul je moeten uitstappen, en wie niet onvermoeibaar is, zal ergens moeten blijven’ (p. 81).  Hoe kun je deze uitspraak toepassen op de rest van het boek?

Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?

In de negentiende eeuw is er zoiets ontstaan als treinliteratuur. Binnen de treinliteratuur neemt het station een bijzondere plaats in. Het staat voor verandering en transitie. Denk aan een hartverscheurend afscheid, een nieuw begin, of een lang verwachte thuiskomst. Welke rol heeft het station in Kindertrein uit Boedapest?

Stof tot nadenken?

Dit was het laatste kaartje!

Ronde 4: Oordeel

Geef Kindertrein uit Boedapest samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.

Heb je zelf een goede discussievraag die nog niet gesteld is? Vul die dan in, dan voegen wij de vraag aan een van de stapeltjes toe.

Leesclubs_respons