Spelregels

In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Lepelsnijder van Marjolijn Hof. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:

  1. Ronde 1 bestaat uit 5 vragen over het verloop van verhaal. De spelers draaien om de beurt een kaartje om en geven antwoord op de vraag. Daarna mogen andere spelers reageren.
  2. Ronde 2 is een vragenrondje waarin elke speler een vraag mag formuleren aan een van de personages.
  3. Ronde 3 is de discussieronde. In deze ronde draaien de spelers om de beurt een kaartje om van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
  4. Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.

Inleiding

Hij werd kwaad, zo ontzettend kwaad. Op Frid, omdat hij had gelogen en zomaar was verdwenen, en op Schenkelman omdat hij alles had verpest. En op zichzelf omdat hij niet meer wist wat hij moest geloven. Hij ging op het bankje zitten en sloeg met zijn handen tegen zijn hoofd. Hij gilde. Achter de staldeur sloeg Luki aan. Kiezel balkte en het zwarte hondje kefte. Janis gilde overal bovenuit. Hij gilde tot hij niet meer kon. (p. 63)

Boven op een berg, ver van de bewoonde wereld, wonen Frid en Janis in een kleine hut. Frid, een oude man, voedt de jonge Janis in zijn eentje op. Ze leiden een eenvoudig leven. Soms gaat Frid naar het dal om houten lepels, gesneden door Janis, te ruilen voor eten. Janis mag onder geen enkele voorwaarde mee, want beneden heerst de grote ziekte volgens Frid. Op een dag komt Frid niet terug.

Als al het eten op is, moet Janis wel naar beneden. Hij komt er al snel achter dat de grote ziekte niet bestaat. De enige mens die hij kende, Frid, heeft tegen hem gelogen. Hoe weet Janis wie hij kan vertrouwen? Janis valt van het ene avontuur in het andere en komt erachter dan hij niet is wie hij denkt dat hij is.

In deze leesclub discussieer je over de waarde van familie, over eenzaamheid, over vertrouwen hebben in anderen, over jezelf opofferen voor anderen en over de kracht van taal en verhalen. Wanneer ben jij bereid anderen te helpen? Wat doe jij als je je echt alleen voelt? Hoe reageer jij op roddels, verhalen of leugens die over jou of anderen worden verteld?

Ronde 1: Grip op het verhaal



Grip op het verhaal

1. Hoe heet de hond van Janis?

2. Hoe heet de jongen met wie Janis de stad Dolmerstede bereikt?

3. Hoe zijn de ouders van Janis en Silke aan hun eind gekomen?

4. Wat was het beroep van Frid, voordat hij voor Janis ging zorgen?

5. Hoe helpen Jutta en Ever bij de ontsnapping van Janis en Silke?

Dit was het laatste kaartje!

Antwoorden
1. Luki
2. Ever
3. Het lijkt erop dat Koender en Asserik hun ouders vergiftigd hebben.
4. Hij was tuinman bij Janis en Silkes ouders.
5. Ze zorgen voor andere kleding en Jutta vertelt de Holderlingen dat de tweeling is verdronken.

Ronde 2: Vragenrondje

Hieronder staan verschillende fragmenten uit het boek. Kies allemaal één fragment. Bedenk en noteer een vraag die je aan een van de personages zou willen stellen. Probeer samen antwoord te geven op die vraag.

  • Janis merkt op dat Frid langer wegblijft dan normaal: ‘Aan het … de mat.’ (p. 12-13)
  • Janis ontdekt in de herberg van meneer en mevrouw Trebs dat de woorden van Frid niet allemaal klopten: ‘Ik kom … vreemd verhaal.’ (p. 60-62)
  • Janis hoort dat hij de zoon is van een familie uit de stad: ‘Jutta stak … zijn armen.’ (p. 115-116)
  • Janis leest dat Frid is omgekomen: ‘Links en … je eraan.’ (p. 156-157)
  • Silke en Janis horen van Mette waarom ze bij hun geboorte uit elkaar zijn gehaald: ‘Jullie moeder heeft … van mama.’ (p. 186-188)

Ronde 3: Discussie



Feest der herkenning?

Kaart 1/8 - Feest der herkenning?

Is Ever een echte vriend voor Janis? Leg je antwoord uit.

Kaart 2/8 - Feest der herkenning?

Frid zegt dat Janis een heelmaker is. Wat bedoelt Frid met die uitspraak? Ben jij meer een heelmaker of meer een stukmaker? Leg je antwoord uit.

Kaart 3/8 - Feest der herkenning?

Ever wil Janis minder sullig en angstig maken. Hij wil dat Janis voor zichzelf op kan komen en van zich af kan bijten. Vind je dat een nuttige les van Ever? Leg je antwoord uit.

Kaart 4/8 - Feest der herkenning?

Lees nogmaals het citaat in de inleiding. Janis wordt bijna gek, omdat hij niet kan bepalen wat en wie hij kan geloven. Janis komt er gedurende het verhaal achter dat bijna iedereen tegen hem heeft gelogen. Van welk personage zijn de leugens het ergst? Op wie zou jij vooral boos zijn als je Janis was? Leg je antwoord uit.

Kaart 5/8 - Feest der herkenning?

Janis moet van Koender en Asserik een straf voor Silke bedenken. Janis zegt dat Silke als een hond alles moet doen wat hij zegt. Dat lijkt een vreemde keuze. Welke redenen kun je bedenken voor het feit dat dit eigenlijk best een slimme keuze is?

Kaart 6/8 - Feest der herkenning?

Janis komt er in het dal, in de echte wereld, achter dat Frid hem veel niet heeft verteld, hem misschien wat dom heeft gehouden. Daardoor beoordeelt hij gedrag van anderen of gebeurtenissen soms anders dan andere personages. Is dit voor Janis lastig of levert hem het ook iets op? Leg je antwoord uit.

Kaart 7/8 - Feest der herkenning?

Als Janis luistert naar Silke en Freeda bedenkt hij: ‘Waarom moest alles hier zo uitgebreid verteld worden? Niemand zei iets in twee, drie zinnen. Ze probeerden het niet eens. Frid was zuinig met woorden. Hij kon een hele dag werken zonder veel te praten.’ (p. 170) Ben jij net als Frid zuinig met woorden of praat jij zoveel als de mensen op Holderstate? Leg je antwoord uit.

Kaart 8/8 - Feest der herkenning?

Mette zegt tegen Janis en Silke over toekomstvoorspellingen: ‘Ik zou mijn toekomst niet willen kennen, voor geen goud, dan had ik vroeger al geweten dat ik hier zou eindigen en had ik geen oog meer dichtgedaan. Maar ik vind dat jullie het moeten weten.’ (p. 191) Ben je het met Mette eens, of denk je anders over toekomstvoorspellingen? Leg je antwoord uit.

Feest der herkenning?

Dit was het laatste kaartje!



Stof tot nadenken?

Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?

Waarom zou je Lepelsnijder een sprookje kunnen noemen? Leg je antwoord uit.

Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?

Wordt Janis iemand anders als blijkt dat hij uit een rijke familie komt? Wat bepaalt wie je bent, volgens jou?

Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?

De verschillen in rijkdom tussen de Holderlingen, Jutta en Ever, en de mensen bij de bogen zijn erg groot. Vergelijk dit met de verschillen in rijkdom in onze huidige Nederlandse samenleving: wat is er vergelijkbaar, en wat is er anders? En waardoor komt dat, volgens jou?

Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?

In Lepelsnijder ontwikkelt Janis zich van jonge jongen tot adolescent. Hij is niet alleen ouder geworden, hij is ook veranderd. In welk opzicht is hij volgens jou het meest veranderd? Leg je antwoord uit.

Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?

De door Janis gesneden lepels staan afgebeeld in het boek. Wat is de eerste en wat is de laatste lepel? Welke lepels staan boven de hoofdstukken? Staat boven elk hoofdstuk een andere lepel? Waarom zijn deze keuzes gemaakt, denk je?

Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?

Janis en Silke weten door een list weg te komen van Holderstate. Is de voorspelling van madame Petrova uitgekomen of niet? Maakt het uit door wiens ogen je dat bekijkt? Leg je antwoord uit.

Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?

Janis en Silke willen in vrijheid leven. Levert hun vlucht vrijheid op? Leg je antwoord uit.

Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?

Het vervolg op Lepelsnijder heet De kaarten van madame Petrova. Bedenk drie vragen waarop dit vervolg volgens jou waarschijnlijk antwoord geeft.

Stof tot nadenken?

Dit was het laatste kaartje!

Ronde 4: Oordeel

Geef Lepelsnijder samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen

Leesclubs_respons