Spelregels

In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over De hemel van Heivisj van Benny Lindelauf. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:

  1. Ronde 1 bestaat uit 5 quizvragen over de tekst. Een van de spelers leest de vragen voor en alle spelers (inclusief voorlezer) schrijven hun antwoorden op een blaadje. Na het omdraaien van de laatste vraag verschijnen de juiste antwoorden in beeld. Daarna berekent iedereen zijn score.
  2. Ronde 2 is een algemeen vragenrondje over de tekst: de spelers benoemen om de beurt wat ze onduidelijk vonden en proberen samen een antwoord te vinden. Als de grootste onduidelijkheden opgelost zijn, begint ronde 3.
  3. Degene met de meeste goede antwoorden op de quizvragen mag als eerste een kaartje van de discussievragen omdraaien van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
  4. Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.

Inleiding

‘Tweeënhalf jaar is de oorlog bezig, maar nu pas, hier op dit moment, besef ik dat iets in mij, een klein, bijna verwaarloosbaar deel van mezelf, altijd tegen beter weten in, koppig geloofd heeft dat de Pap gelijk had. Dat oorlog niet voor kinderen bedoeld is.

Dat niemand kwaad is op kinderen.

Dan realiseer ik me twee dingen.
1. In een oorlog is niemand veilig. Ook een kind niet.
2. Ik ben geen kind meer.’ (p. 286-287)

Fing woont weliswaar in Zuid-Limburg, vlakbij de Duitse grens, maar lang lijkt ‘het gedoe’, zoals haar vader het noemt, hen nooit te bereiken. Gelukkig maar, want met zijn baan als Sigarenkoning lijkt er eindelijk eens iets te lukken. Zelfs oma Mei begint te hopen dat ze kunnen blijven wonen in hun huis nét buiten de stad: ‘Negen Armen Open’. En heel misschien mag Fing toch doorleren voor onderwijzeres? Als ze maar genoeg kan sparen van het geld dat ze verdient bij de rijke Pruusin, vrouw van de Sigarenkeizer?

Dan marcheren er op een dag toch Duitse soldaten over de Sjlammbams Sahara langs hun huis. Onder de strenge leiding van oma Mei lukt het lange tijd om ‘langs de oorlog heen te kijken’ en alsnog de eindjes aan elkaar te knopen. Maar dan moeten de Pap en Fings vier broers naar een Duits werkkamp. En tegelijkertijd krijgen Joden en mensen die kritiek hebben op het naziregime het steeds zwaarder. Uiteindelijk moet ‘Heilige Boon’ Fing toch een kant kiezen: durft ze het meisje Liesl te redden, ook al vond ze haar misschien niet eens echt aardig? En welke hoop geeft het paard Heivisj in deze donkere dagen?

Ronde 1: Quiz



Quizvraag

1. Welke kans doet zich aan het begin van het verhaal voor in het leven van Fing?

2. Waarom huurt de Pruusin Fing in?

3. Wat gebeurt er met Fings broers en de Pap tijdens de oorlog?

4. Wie of wat verbergt oma Mei in de kelder?

5. Wat vertelt Liesl op het laatst in de tunnel over haar geschiedenis?

Antwoorden

  1. Ze mag misschien naar de kweekschool om onderwijzeres te worden.
  2. De Pruusin wil dat Fing met haar nichtje vriendinnen wordt.
  3. Ze worden gedwongen tewerkgesteld in een Duits kamp.
  4. Het nichtje van de Pruusin zit ondergedoken in de kelder.
  5. Ze wist te ontkomen tijdens een inval van de nazi’s door te doen alsof ze een pop was.

Ronde 2: Vragenrondje

Wat vond je onduidelijk in De hemel van Heivisj, wat begreep je niet zo goed? Formuleer om de beurt een vraag over de tekst en probeer samen tot een antwoord te komen.

Ronde 3: Discussie



Feest der herkenning?

Kaart 1/8 - Feest der herkenning?

Fing, Muulke en Jes zijn weliswaar een ‘zussenmachine’, maar ze hebben ook drie heel verschillende karakters. In wie van de drie kun jij je het best verplaatsen?

Kaart 2/8 - Feest der herkenning?

Oma Mei is iemand die het gevaar ziet en daar naar handelt, maar de Pap is juist iemand die altijd hoop heeft. ‘Het tegendeel van zorgen’, zegt hij dan. Stel dat je in een oorlog zit: welke van deze twee levenshoudingen is dan het beste volgens jou? Leg je antwoord uit.

Kaart 3/8 - Feest der herkenning?

De Pruusin betaalt Fing om vriendinnen te zijn met Fing. Fing vindt het eigenlijk niet oké dat ze hiervoor geld krijgt, maar ze neemt het geld toch aan. Kun je die verschillende houdingen ten opzichte van geld begrijpen? Hebben ze volgens jou te maken met de omstandigheden van de Pruusin en Fing? Leg je antwoord uit.

Kaart 4/8 - Feest der herkenning?

Als Duitsland Polen binnenvalt en zelfs als de Joden weggevoerd worden uit de stad, zijn de lokale bewoners slechts heel even verontwaardigd. Al snel gaat iedereen over tot de orde van de dag. Kun je deze houding wel begrijpen of vind je het verwerpelijk? Leg je antwoord uit.

Kaart 5/8 - Feest der herkenning?

‘Nog steeds kon je langs de oorlog kijken.’ (p. 228) Fing houdt zich lange tijd een beetje buiten de oorlog. Zo heeft ze wel verkering met Filip, maar wil ze niet zelf bij de Jeugdstorm horen. Vind jij een ‘neutrale’ houding in de oorlog begrijpelijk en mogelijk? Leg je antwoord uit.

Kaart 6/8 - Feest der herkenning?

Oma Mei zegt tegen Fing dat ze vindt dat zij extra op haar zus Jes moet letten: ‘Ik besef dat ik je veel verantwoordelijkheid laat dragen. Maar ik zou het niet vragen als ik niet zeker wist dat je die dragen kon.’ (p. 136) Vind jij dat oma Mei dit van Fing mag of kan vragen? Leg je antwoord uit.

Kaart 7/8 - Feest der herkenning?

Volgens Fing gebeuren de dingen ‘als een soort ongeluk, dat zich heel langzaam voor je ogen ontvouwt maar dat je toch niet kan tegenhouden.’ (p. 62) Ben je het met haar eens waar het de oorlog betreft? Of vind je dat je oorlogsgebeurtenissen wel kunt tegenhouden of veranderen? Leg je antwoord uit.

Kaart 8/8 - Feest der herkenning?

Liesl voelt zich schuldig over wat er met haar zus Reiba is gebeurd en Fing denkt dat ze zich net zo schuldig zou voelen als dit bij haar was gebeurd. Snap je waar dit schuldgevoel vandaan komt? En zou jij je ook schuldig voelen in die situatie? Leg je antwoord uit.

Feest der herkenning?

Dit was het laatste kaartje!



Stof tot nadenken?

Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?

Dit verhaal speelt zich af in Limburg, vlakbij de Duitse grens. Zouden sommige inwoners blij zijn met de komst van de Duitsers, en zouden zij hierin verschillen van mensen uit de Randstedelijke gebieden, zoals Holland? Leg je antwoord uit.

Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?

Naast het wegvoeren van de Joden door de nazi’s kom je in dit verhaal ook meer subtiele vormen van antisemitisme tegen, zoals in het hoofdstuk ‘Gods Bakplaat (I)’ (p. 165) Noem twee andere voorbeelden die je bent tegengekomen. En kun je hierin een verklaring vinden voor wat je kunt lezen in het nawoord, namelijk dat slechts één procent van de Joden uit Sittard de oorlog overleefde?

Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?

‘Het was alsof het huis (…) gekrompen was tot een poppenhuis, waar ik nog maar ternauwernood in paste.’ (p. 202) Noem nog twee verwijzingen naar poppen die je bent tegengekomen. Vind je deze poppen een passend beeld voor hoe mensen in een oorlogssituatie zich kunnen voelen of gedragen? Leg je antwoord uit.

Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?

Het motto van het boek is: ‘Bless the beasts and the children / Light their way when darkness / Surrounds them’. Kun je dit motto van Shirley Bassey koppelen aan het paard Heivisj, dat bang is in het donker? Wat houdt ‘de hemel van Heivisj’ volgens jou in? Leg je antwoord uit.

Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?

Fing zegt dat je niet altijd bang kunt blijven, maar dat zelfs heel erge angst went ‘zoals een lichaam aan koud water went.’ (p. 272). Hoe komt dat denk je? En went die angst dan ook echt? Of gebeurt er iets anders in je hoofd? Leg je antwoord uit op basis van de ervaringen van Fing in het boek.

Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?

In stressvolle situaties zoals een oorlog worden karaktereigenschappen vaak uitvergroot. Iemand die bang is aangelegd wordt misschien extra bang. Zie je die uitvergroting ook bij de drie zussen Fing, Muulke en Jes? Wat betekent die angst voor hun relatie als zussen? Leg je antwoord uit.

Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?

Fing heeft van haar oma geleerd om in lastige situaties verhalen te vertellen: ‘Het maakte de kou minder bitter, de pijn minder erg. Of misschien hoopte ik dat alleen.’ (p. 299) Kunnen verhalen helpen om de pijn van een oorlog te verzachten, en gaat dat ook op voor De hemel van Heivisj? Leg je antwoord uit.

Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?

Aan het eind komt het verleden vrij letterlijk naar boven, als de grote lindeboom omvalt en er allemaal (pre)historische objecten van vuursteen onder blijken te liggen. Wat is volgens jou de symbolische betekenis hiervan?

Stof tot nadenken?

Dit was het laatste kaartje!

Ronde 4: Oordeel

Geef De hemel van Heivisj samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.

Heb je zelf een goede discussievraag die nog niet gesteld is? Vul die dan in, dan voegen wij de vraag aan een van de stapeltjes toe.

Leesclubs_respons