Spelregels

In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Celinspecties van Ester Naomi Perquin. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:

  1. Ronde 1 bestaat uit 3 vragen over de manier waarop jij poëzie leest. Een van de spelers leest de vragen voor, waarna steeds alle spelers kort reageren op de vraag.
  2. Ronde 2 is een algemeen vragenrondje over de tekst: de spelers benoemen om de beurt wat ze onduidelijk vonden en proberen samen een antwoord te vinden. Als de grootste onduidelijkheden opgelost zijn, begint ronde 3.
  3. Ronde 3 bestaat uit twee stapels met een aantal discussievragen, die de spelers in beurten omdraaien. Elke beurt kiest een speler een kaartje van een stapel naar keuze en leest de vraag voor. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. De eerste vragen zijn voorzien van een voorbeeldantwoord, om je een beetje op gang te helpen. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
  4. Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.

Inleiding

Liet me argeloos vallen die dag in andermans leven, andermans

autorijles, boodschappenlijstjes, college, in andermans

aarzelingen, beginnende benen op dansles.

Zo begint Celinspecties (2012), de derde dichtbundel van Ester Naomi Perquin. Deze regels kondigen aan wat er in deze bundel gaat gebeuren: de ik-figuur – die we hier met een dichter zouden kunnen associëren – kondigt aan dat ze zich in de levens van anderen gaat verplaatsen, dat ze alle alledaagse gebeurtenissen uit het leven van iemand anders gaat herbeleven.  Hoewel – alledaags? De mensen met wie we in de bundel meekijken, delen één bijzondere ervaring met elkaar: ze zitten in de gevangenis of vertellen althans over gebeurtenissen waarvoor ze een celstraf hebben gekregen. Een aantal gedichten in de bundel heten dan ook ‘Frans van A.’, ‘Jakob de B’ en ‘Carlo “De veroveraar” da C.’, waarbij de afgekorte achternaam suggereert dat er van reële personen sprake is. Interessant genoeg heeft de bundel ook een autobiografische achtergrond: Perquin werkte jarenlang als cipier in de Gevangenis Rotterdam. Het uitgangspunt van deze bundel is dus spannend: een vrouwelijke dichter verplaatst zich in de belevingswereld van mannelijke gevangenen met wie ze professioneel te maken heeft gehad.

Ronde 1: Jouw leesproces



Jouw leesproces

Hoe heb jij dit boek gelezen? Heb je het bijvoorbeeld lineair van kaft tot kaft gelezen of las je de gedichten kriskras door elkaar?

Heb je het gedicht stil gelezen of hardop? Wat deed dat met je ervaring van de gedichten?

Heb je het boek met plezier gelezen? Waarom wel of niet?

Dit was het laatste kaartje!

Ronde 2: Vragenrondje

Wat begreep je niet zo goed tijdens het lezen van Celinspecties? Formuleer een vraag over de tekst en probeer samen tot een antwoord te komen.

Ronde 3: Discussie



Feest der herkenning?

Kaart 1/8 - Feest der herkenning?

In een interview deed Perquin de volgende uitspraak: ‘Wat ik vaak nog mis is goed, boeiend, stimulerend onderwijs over poëzie op middelbare scholen, waardoor poëzie niet in zo’n ingewikkeld licht komt te staan.’ Vind je dat deze bundel zelf toegankelijk is? Waarom wel of niet?

Kaart 2/8 - Feest der herkenning?

Denk je dat deze bundel lezers meer begrip bij brengt van hoe het is om een crimineel verleden te hebben? Waarom wel of niet?

Kaart 3/8 - Feest der herkenning?

Doen deze gedichten je denken aan het werk van andere schrijvers, qua vorm of qua thematiek?

Kaart 4/8 - Feest der herkenning?

Heb je je op sommige momenten kunnen verplaatsen in één van de gedetineerde figuren over wie in de bundel verteld wordt? In wie wel, in wie niet?

Kaart 5/8 - Feest der herkenning?

Deze bundel bespreekt niet zozeer de denk- en leefwereld van één persoon, maar gaat juist over heel veel verschillende figuren. Vind je dat interessant of staat het je leeservaring eerder in de weg?

Kaart 6/8 - Feest der herkenning?

Perquin probeert zich met dit boek als vrouwelijke auteur in de gedachten van mannelijke criminelen te verplaatsen. Denk jij dat ‘gender’, dus het feit dat je je man (en/)of vrouw voelt, uitmaakt bij de beleving van deze bundel?

Kaart 7/8 - Feest der herkenning?

Gevangenen zijn niet bepaald mensen die je met complexe poëzie associeert. Perquin zei droogjes in een NOS-interview: ‘Gedetineerden vroegen me vaak raad bij het schrijven van gedichten aan hun geliefden. Er moest veel rijmen op het woord keuken.’ Wat vind je ervan dat Perquin een relatief ‘elitaire’, hoogwaardige dichtbundel over juist deze groep heeft geschreven?

Kaart 8/8 - Feest der herkenning?

Beargumenteer of deze bundel een positief of een negatief beeld van detentie geeft, of dat het beeld eerder genuanceerd te noemen is. Geef argumenten.

Feest der herkenning?

Dit was het laatste kaartje!



Stof tot nadenken?

Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?

Er staan allerlei witte bladzijden in de bundel. Waarom zijn die toegevoegd, denk je?

Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?

Interpreteer samen de titel Celinspecties. Welke betekenis(sen) heeft dit woord in het licht van deze bundel?

Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?

De gedichten rijmen niet en zijn niet metrisch. De ondertitel van de bundel is zelfs niet ‘gedichten’. Probeer toch argumenten te verzamelen waarom je dit een dichtbundel zou kunnen noemen.

Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?

Probeer nu argumenten te verzamelen waarom deze ‘teksten’ misschien juist geen poëzie zijn. Welke tekstkenmerken zitten erin die ongebruikelijk zijn in het geval van een dichtbundel?

Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?

Analyseer het gedicht ‘Verkeerd begrepen’ en probeer erachter te komen waarom dit gedicht telkens varieert op de tegengestelde uitdrukkingen ‘Ik wilde wél’ en ‘Ik wilde níet’.

Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?

Zoek twee gedichten waarin een gedetineerde lijkt te spreken, en twee gedichten waarin hij lijkt te worden toegesproken. Zie je verschillen tussen deze twee groepjes teksten, wat betreft de toon of het perspectief?

Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?

Lees het gedicht ‘Verklaring’. Wat verklaart de ik-persoon precies? Vind je zijn verklaring geloofwaardig?

Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?

‘Welkom terug’ gaat over man-vrouwverschillen. Wat is volgens jou het verschil in de leefsituaties van de mannen en vrouwen die een rol spelen in dit gedicht?

Stof tot nadenken?

Dit was het laatste kaartje!

Ronde 4: Oordeel

Geef Celinspecties samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.

Heb je zelf een goede discussievraag die nog niet gesteld is? Vul die dan in, dan voegen wij de vraag aan een van de stapeltjes toe.

Leesclubs_respons