Spelregels
In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Het lied van ooievaar en dromedaris van Anjet Daanje. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:
- Ronde 1 bestaat uit 5 quizvragen over de tekst. Een van de spelers leest de vragen voor en alle spelers (inclusief voorlezer) schrijven hun antwoorden op een blaadje. Na het omdraaien van de laatste vraag verschijnen de juiste antwoorden in beeld. Daarna berekent iedereen zijn score.
- Ronde 2 is een algemeen vragenrondje over de tekst: de spelers benoemen om de beurt wat ze onduidelijk vonden en proberen samen een antwoord te vinden. Als de grootste onduidelijkheden opgelost zijn, begint ronde 3.
- Degene met de meeste goede antwoorden op de quizvragen mag als eerste een kaartje van de discussievragen omdraaien van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
- Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.
Inleiding
‘Veelvuldig heeft hij déjà vu’s en onverklaarbare voorgevoelens, alsof de Tijd niet langer een rechte weg is, met uitzichtpunten die de reis betekenis geven en een zinvol einddoel, maar een grillig kronkelende bergweg met haarspeldbochten, waarvan iedere afslag uiteindelijk terug naar de hoofdweg leidt, soms zelfs naar een al eerder gepasseerde kruising, en erger nog, iedere berg blijkt bij nader inzien uit nieuwe bergen en dalen te bestaan, en die bergen en dalen ook weer uit andere bergen en dalen, een eindeloos naar zichzelf verwijzende, geplooide structuur, waarin je, als je niet oplet, verdwijnt of opgesloten raakt, zonder kans op verlossing’. (p. 636)
Wat is tijd? Helemaal aan het einde van Het lied van ooievaar en dromedaris kom je erachter dat de schrijver, Anjet Daanje, met haar dikke boek een antwoord heeft gezocht op deze grote, filosofische vraag. We hebben de tijd meetbaar gemaakt met klokken en ingedeeld in dagen, uren, minuten. Maar wat nou als we die ‘lineaire’ opvatting van tijd – tijd als een lijn van gisteren, naar vandaag, naar morgen – zouden loslaten? Dan ontstaat er misschien een soort gelijktijdigheid, een cirkel zonder begin en einde. Als dat waar is, dan zien we misschien hoe mensen kunnen voortleven na de dood en hoe ze steeds opnieuw geboren worden in andere levens en werelden. De roman van Daanje is een literair experiment waarin ze haar verhaal vertelt volgens dat principe: de Tijd niet langer als een ‘rechte weg’ maar als een opeenstapeling van déjà vu’s (letterlijk ‘al gezien’, de vreemde indruk dat je sommige gebeurtenissen al eerder meegemaakt hebt). Het is deels geïnspireerd op het leven van de beroemde schrijvende zussen Emily en Charlotte Brontë uit de negentiende eeuw, die in de elf verhaallijnen van het boek steeds opnieuw en steeds op een andere manier terugkeren.
Ronde 1: Quiz
Quizvraag
1. Even opfrissen: wat weet je nog over het personage Grace Jennings-Appleton? Beschrijf haar in een paar steekwoorden.
2. Even opfrissen: wat weet je nog over het personage Kathleen Chambers? Beschrijf haar in een paar steekwoorden.
3. Even opfrissen: wat weet je nog over het personage Emery Bowman? Beschrijf hem in een paar steekwoorden.
4. Even opfrissen: wat weet je nog over het personage Clyde Middleton? Beschrijf hem in een paar steekwoorden.
5. Even opfrissen: wat weet je nog over het personage Amélie de Louvrière des Garrons? Beschrijf haar in een paar steekwoorden.
Antwoorden
- Bijv.: postkantoor, wisselbibliotheek, leesclub, briefjes in boeken
- Bijv.: het Chambers-boekje, dochter van Drayden biografe, wolweverij Chambers Mill, Mr. Brearcliffe
- Bijv.: naamvloek, het getal 7, Sally, experimenten met dieren, crypte onder de kerk
- Bijv.: Amerika, arts, pianolerares Gabriella Osbourne, verwarring met Eliza May
- Bijv.: obsessie met haar zus, pianolessen, Tweede Wereldoorlog, Britse soldaten
Ronde 2: Vragenrondje
Wat vond je onduidelijk in Het lied van ooievaar en dromedaris, wat begreep je niet zo goed? Formuleer om de beurt een vraag over de tekst en probeer samen tot een antwoord te komen.
Ronde 3: Discussie
Feest der herkenning?
Kaart 1/8 - Feest der herkenning?
Het lied van ooievaar en dromedaris bestaat uit maar liefst elf verschillende verhaallijnen. Welke verhaallijn sprak jou het meeste aan? Leg je antwoord uit.
Kaart 2/8 - Feest der herkenning?
Het boek van Daanje laat zien hoe moeilijk het is om een biografie te schrijven: verschillende feiten uit het leven van Eliza May Drayden worden door haar biografen verkeerd geïnterpreteerd of kloppen niet. Over welke historische figuur zou jij een biografie willen schrijven, en hoe zou je dan te werk gaan?
Kaart 3/8 - Feest der herkenning?
Het lied van ooievaar en dromedaris vertelt in verschillende verhaallijnen over een hechte band tussen twee zussen. Hoe is jouw eigen relatie met je zus(sen) of broer(s), als je die hebt? Herkende je iets van de manier waarop de verschillende zussen in het verhaal met elkaar omgaan?
Kaart 4/8 - Feest der herkenning?
Het boek van Daanje heeft net als veel negentiende-eeuwse romans elementen die we ‘gothic’ noemen, met een spookachtige setting en een belangrijke rol voor de Dood. Noem een aantal voorbeelden van zulke spookachtige kenmerken in het boek en leg uit wat je van deze milde horror vond.
Kaart 5/8 - Feest der herkenning?
In de verhaallijn van de zusjes Lena en Penny (die voor de buitenwereld samen Phoebe zijn) voeren zij een act op waarin zij contact met de doden hebben. Is het volgens jou mogelijk om contact te hebben met overleden mensen? Zo nee, heeft dit boek je over dit onderwerp aan het denken gezet? Zo ja, op wat voor manier?
Kaart 6/8 - Feest der herkenning?
In verschillende verhaallijnen komt de zogenoemde Maanlicht-sonate (‘Pianosonate nr. 14’) terug, die Beethoven opdroeg aan een gravin op wie hij verliefd zou zijn geweest. Beluister het stuk en vertel wat je van de muziek vindt. Zou het beluisteren van dit stuk iets toe kunnen voegen aan je leeservaring, zo ja, wat?
Kaart 7/8 - Feest der herkenning?
Welke rol speelt deze sonate van Beethoven precies in één van de verhalen (kies er één, bijvoorbeeld van Clyde, Amélie of Ties)? Heb je zelf ook een liedje of een muziekstuk dat een belangrijke betekenis heeft voor jou?
Kaart 8/8 - Feest der herkenning?
Dubbele identiteiten en gedaanteverwisselingen spelen een belangrijke rol: zo spelen de tweelingzusjes Lena en Penny dat ze dezelfde persoon zijn, en schrijft Dagmar / Dora Barker brieven namens anderen. Heb jij je wel eens voorgedaan als iemand anders? In welke situatie of welke relatie gebeurde dit?
Feest der herkenning?
Dit was het laatste kaartje!
Stof tot nadenken?
Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?
In het allerlaatste hoofdstuk over de Groningse klokkenmaker Ties Auwerda wordt veel gefilosofeerd over wat tijd nou eigenlijk is. Lees het citaat uit de inleiding nogmaals. Wat vind je van deze tijdsopvatting? Hoe zou jij de tijd omschrijven?
Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?
In de roman van Daanje vind je veel variaties op dezelfde thema’s: verschillende personages die verliefd worden op hun pianoleraar, die buiten het kerkhof begraven worden, die zich anders voordoen dan wie ze zijn enz. Kun je nog meer voorbeelden noemen van elementen die in verschillende verhalen terugkeren?
Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?
Een van de terugkerende thema’s is ook het verlies van status: verschillende personages verliezen na het overlijden van ouders hun geld, hun huis, hun bedrijf. Geeft dit gegeven uitdrukking aan een circulaire opvatting van tijd? Licht je antwoord toe.
Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?
Literaire verhalen onderscheiden zich van het leven zelf doordat ‘de vertelde tijd’ niet in een rechte lijn hoeft te lopen. Welke middelen hebben schrijvers om de chronologie van een vertelling te doorbreken? In welke mate zie je deze middelen terug in het boek van Daanje?
Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?
De verschillende verhaallijnen zou je best ook als losse verhalen kunnen lezen. Toch krijgen de verhalen andere betekenissen als je ze achter elkaar leest. Denk bijvoorbeeld aan de stenen in de kist van Eliza. Leg uit hoe jouw begrip van sommige verhalen veranderde nadat je meerdere verhaallijnen gelezen had.
Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?
Het boek bestaat uit een mengeling van verschillende tekstsoorten: verhaalfragmenten, gedichten, brieven, biografische beschrijvingen enz. Wat voegde deze mengeling van genres toe voor jouw begrip van het verhaal? Waren de biografische beschrijvingen volgens jou minder ‘fictief’ dan de verhalen zelf?
Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?
De verhaallijnen in het boek zijn niet alleen variaties op elkaar, maar ook op andere verhalen, zoals de biografie van de Brontë zussen en het levensverhaal van de componist Beethoven bijvoorbeeld. Daarmee zegt dit boek ook: verhalen zijn nooit helemaal origineel, ze herhalen onvermijdelijk wat eerder geschreven is. Wat vind jij van die stelling?
Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?
Natuurkundige Heleen en haar vriend Ties Auwerda proberen het mysterie van de tijd op te lossen met wiskunde en tabellen. Anjet Daanje wil hetzelfde mysterie oplossen, maar dan via de literatuur. In hoeverre is zij in die poging geslaagd? Verwijs in je antwoord naar wat jullie eerder besproken hebben over de verbeelding van tijd in deze roman.
Stof tot nadenken?
Dit was het laatste kaartje!
Ronde 4: Oordeel
Geef Het lied van ooievaar en dromedaris samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.
Heb je zelf een goede discussievraag die nog niet gesteld is? Vul die dan in, dan voegen wij de vraag aan een van de stapeltjes toe.