Spelregels

In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Zuurstofschuld van Toine Heijmans. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:

  1. Ronde 1 bestaat uit 5 quizvragen over de tekst. Een van de spelers leest de vragen voor en alle spelers (inclusief voorlezer) schrijven hun antwoorden op een blaadje. Na het omdraaien van de laatste vraag verschijnen de juiste antwoorden in beeld. Daarna berekent iedereen zijn score.
  2. Ronde 2 is een algemeen vragenrondje over de tekst: de spelers benoemen om de beurt wat ze onduidelijk vonden en proberen samen een antwoord te vinden. Als de grootste onduidelijkheden opgelost zijn, begint ronde 3.
  3. Degene met de meeste goede antwoorden op de quizvragen mag als eerste een kaartje van de discussievragen omdraaien van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
  4. Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.

Inleiding

‘Misschien heb ik geschreeuwd die nacht, nutteloos. Misschien heeft iemand me gehoord. Er is niet veel over van mijn herinneringen – nee, dat is niet waar, ze zijn er wel maar ik kan er niet bij. Wat ik me herinner is eenzaamheid en pijn, het stuk hoesten van mijn longen. Het bulderen, het boosaardig rukken van de wind aan de tent, het verlangen naar rust.’ (p. 132)

In Zuurstofschuld lees je over Walter die ooit door zijn goede vriend Lenny werd aangestoken met het klimvirus. Samen leiden ze het leven van ware alpinisten. Eerst in de Alpen en daarna ook in de Himalaya, het gebergte met de hoogste toppen op aarde. Na vele gezamenlijke expedities scheiden hun wegen. In deze leesclub gaan jullie, net als Walter, op zoek naar antwoorden op de volgende vragen: Als vriendschap niet langer de reden is voor het klimmen, wat dan wel? Wat drijft mensen überhaupt om dit soort extreme uitdagingen aan te gaan? En wat kunnen we van klimmers leren over onze plaats in de natuur?

Ronde 1: Quiz



Quizvraag

1. Waar hebben Walter & Lenny elkaar ontmoet?

  • A In een café in hun studentenstad
  • B Bij een brugpijler die ze als klimwand gebruiken.
  • C Op de basisschool
  • D Tijdens een klimvakantie in Frankrijk

2. Hoe vestigen Walter & Lenny hun reputatie als klimmers?

  • A Ze maken een enorme val die ze ternauwernood overleven
  • B Ze zijn als eersten van de groep op de top en vestigen een snelheidsrecord
  • C Ze veroorzaken een lawine door onvoorzichtigheid
  • D Ze redden twee concurrenten waardoor hun beklimming mislukt

3. Wat is er gebeurd op de Annapurna?

4. Lenny wordt op een gegeven moment vader. Wat betekent dit voor de vriendschap met Walter?

5. Aan het begin lees je dat Walter ervoor kiest om op 7620 meter uit de rode thermoskan te drinken. Wat betekent deze keuze?

  • A Hij geeft de beklimming op en beëindigt zijn carrière als klimmer
  • B Hij beschouwt deze beklimming als het hoogtepunt van zijn carrière
  • C Hij zal daar sterven, want in de rode thermoskan zat een dodelijk poeder.
  • D Hij heeft eindelijk zijn trauma’s overwonnen

Antwoorden

  1. B Bij een brugpijler die ze als klimwand gebruiken.
  2. D Ze redden twee concurrenten waardoor hun beklimming mislukt
  3. Lenny kwam in de problemen en moest door Bart gered worden, terwijl Walter achterbleef in zijn tent.
  4. Hij verhuist terug naar Nederland en Walter blijft alleen achter in Chamonix.
  5. C Hij zal daar sterven, want in de rode thermoskan zat een dodelijk poeder.

Ronde 2: Vragenrondje

Wat vond je onduidelijk in Zuurstofschuld, wat begreep je niet zo goed? Formuleer om de beurt een vraag over de tekst en probeer samen tot een antwoord te komen.

Ronde 3: Discussie



Feest der herkenning?

Kaart 1/8 - Feest der herkenning?

Walter wil een stervende Chinese vrouw achterlaten, want op de berg ‘gelden andere regels’ (p. 21). Monk legt zich daar niet zomaar bij neer. In wie kun jij je het meest verplaatsen? Wat zou jij zelf beslissen? Leg je antwoord uit.

Kaart 2/8 - Feest der herkenning?

Walter vraagt zich af wat de sherpa’s, lokale bewoners in de Himalaya die onmisbare hulp bieden bij de expedities, van de klimmers vinden. Wat denk jij?

Kaart 3/8 - Feest der herkenning?

Walter heeft de herinneringen aan wat er op de Annapurna is gebeurd diep weggestopt. Waarom heeft hij dat gedaan, denk je? Wat maakt die herinneringen zo pijnlijk voor hem?

Kaart 4/8 - Feest der herkenning?

Wanneer Lenny vertelt dat hij en zijn vriendin een kind krijgen, vindt Walter het moeilijk om te reageren zoals je van een beste vriend mag verwachten. Kun jij je voorstellen waardoor dat komt? Leg je antwoord uit.

Kaart 5/8 - Feest der herkenning?

Regelmatig citeert Walter bergbeklimmers die zeggen dat het eigenlijk nutteloos is wat ze doen. Waarom blijven ze ondanks alle risico’s toch klimmen, denk je?

Kaart 6/8 - Feest der herkenning?

Heb je zelf wel eens een overweldigende ervaring gehad in de natuur? Zo ja, hoe was dat? Zo nee, kun je je er iets bij voorstellen? Leg je antwoord uit.

Kaart 7/8 - Feest der herkenning?

Wat vind jij van het drastische besluit van Walter over hoe zijn laatste beklimming moet aflopen?

Kaart 8/8 - Feest der herkenning?

Aan het einde van het verhaal geeft Lenny ‘een thermos’ aan Monk zonder dat de kleur vermeld wordt. Monk spuugt de thee meteen uit en roept ‘gatver’. Leg uit wat hier volgens jou precies gebeurt. Is er sprake van opzet of een ongeluk?

Feest der herkenning?

Dit was het laatste kaartje!



Stof tot nadenken?

Kaart 1/8 - Stof tot nadenken?

Monk en Walter zijn op het eerste gezicht heel verschillende klimmers, met heel verschillende redenen om de top te bereiken. Wat zijn de belangrijkste verschillen en eventuele overeenkomsten?

Kaart 2/8 - Stof tot nadenken?

Grofweg geldt dat binnen de Verlichting de mens de natuur wil ‘temmen’ (met zijn verstand) en tijdens de romantiek er juist een hang is naar de ongerepte, niet te temmen natuur. Waar tussen deze twee uitersten zou je Walter plaatsen?

Kaart 3/8 - Stof tot nadenken?

Je zou misschien kunnen stellen dat de bergen zelf ook personages zijn in deze roman, met eigen geschiedenissen en verhalen. Welke argumenten kun jij geven vóór deze stelling?

Kaart 4/8 - Stof tot nadenken?

Door de hoogteaanduidingen bij elk hoofdstuk worden de hoogteverschillen onderdeel van het verhaal. Zie jij een verband tussen de hoogten en de ontwikkeling van de personages: verandert Walters karakter als hij op grotere hoogte komt, en zo ja hoe?

Kaart 5/8 - Stof tot nadenken?

‘Wij klommen in een dood gebied, dat al lang bestond voordat het leven op aarde begon en dat ook na ons zou blijven bestaan.’ (p. 126) Meerdere keren verwijst Walter naar het korte leven van de mens in vergelijking met de leeftijd van een berg. Welke gevolgen heeft die gedachte mogelijk voor de manier waarop we met de aarde omgaan, volgens jou?

Kaart 6/8 - Stof tot nadenken?

Toni Kurz & Alison Hargreaves krijgen als enige klimmers een eigen hoofdstuk in dit boek. Welk verband zie je tussen hun levensverhaal en dat van Walter en/of Lenny? En waarom wordt er überhaupt zo vaak verwezen naar beroemde klimmers, wat is daar de functie van, denk je?

Kaart 7/8 - Stof tot nadenken?

Walter erkent tegenover Monk dat het vrij normaal is om geesten te zien op een berg. Welke verklaringen kun je hiervoor vinden in dit verhaal? En welke verklaring lijkt jou het meest waarschijnlijk?

Kaart 8/8 - Stof tot nadenken?

‘Het had geen zin herinneringen terug te halen, omdat ze daarboven niet bestaan, en daarbeneden trouwens ook niet.’ (p. 136) Anders gezegd: wat er op een berg gebeurt, verschilt wezenlijk van het verhaal dat er achteraf over wordt verteld. Wat betekent die onbetrouwbaarheid van herinneringen voor de manier waarop jij Zuurstofschuld leest?

Stof tot nadenken?

Dit was het laatste kaartje!

Ronde 4: Oordeel

Geef Zuurstofschuld samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen

Leesclubs_respons