Spelregels

In deze leesclub discussieer je met een groepje van 4 tot 6 lezers over Zand en zee van A.L. Snijders. Je doet dat aan de hand van kaartjes met vragen over de tekst. De leesclub begint met een korte inleiding, die een van de spelers voorleest. Daarna volgen 4 rondes:

  1. Ronde 1 bestaat uit 5 quizvragen over de tekst. Een van de spelers leest de vragen voor en alle spelers (inclusief voorlezer) schrijven hun antwoorden op een blaadje. Na het omdraaien van de laatste vraag verschijnen de juiste antwoorden in beeld. Daarna berekent iedereen zijn score.
  2. Ronde 2 is een algemeen vragenrondje over de tekst: de spelers benoemen om de beurt wat ze onduidelijk vonden en proberen samen een antwoord te vinden. Als de grootste onduidelijkheden opgelost zijn, begint ronde 3.
  3. Degene met de meeste goede antwoorden op de quizvragen mag als eerste een kaartje van de discussievragen omdraaien van een stapel naar keuze. Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.
  4. Aan het einde van de discussie komen de spelers samen tot een oordeel over de tekst. In ronde 4 geven ze een oordeel uitgedrukt in sterren en motiveren zij hun keuze.

Inleiding

‘Ze bouwden hun slakkenhuizen in dezelfde vriendelijke stijl, met één zijde leunend tegen een ander, maar altijd met vrij zicht op de duinen, het strand en de zee.’

A.L Snijders is een Nederlandse schrijver die vooral bekend is geworden vanwege zijn zeer korte verhalen (‘zkv’). Hij schrijft mini-vertellingen die op één pagina passen. Door zijn keuze voor dit genre maakt hij het zichzelf niet makkelijk. In een zeer kort verhaal is bijvoorbeeld weinig ruimte om personages tot leven te wekken, om verschillende perspectieven op het verhaal te geven, om een spanningsboog op te bouwen, enzovoorts. Maar Snijders beheerst allerlei literaire trucjes om binnen de beperkte ruimte tóch een verhaal te vertellen. Daarmee roept hij ook de vraag op: wat maakt een verhaal precies tot een verhaal?

In deze leesclub ga je discussiëren over zo’n samengeperste vertelling van Snijders: het zkv ‘Zand en zee’ dat in 2013 verscheen in NRC Handelsblad. Het is een verhaal over een weggelopen jongen die op het strand van Callantsoog (in het puntje van Noord-Holland) zijn eigen ‘utopie’ bouwt. Een utopie is een ideale samenleving, een perfecte wereld die tegelijkertijd onmogelijk is. Het voordeel van een zkv is dat vrijwel iedere zin een open plek is: je kunt als lezer veel zelf invullen en er is dus genoeg ruimte voor discussie en vragen. Waarvoor vlucht de jongen? Wat is zijn doel? En hoe reageert de samenleving op zijn alternatieve wereld?

Ronde 1: Quiz



Quizvraag

In dit zkv worden vier plaatsen bij naam genoemd. Welke zijn dat?

Welke speciale gave heeft de jongen uit Breezand?

Welke belangrijke gebeurtenis uit 2008 wordt genoemd in het verhaal?

Wat is het beroep van de jongen uit Waarland?

Waarvan bouwde de jongen uit Breezand zijn hut op het strand van Callantsoog?

Antwoorden

  1. Callantsoog, Breezand, Middenmeer en Waarland
  2. Hij kon het weer voorspellen.
  3. de val van de ‘Broers Lehman’
  4. dichter
  5. aangespoeld hout

Ronde 2: Vragenrondje

Wat begreep je niet zo goed tijdens het lezen van ‘Zand en zee’? Formuleer een vraag over de tekst en probeer samen tot een antwoord te komen.

Ronde 3: Discussie



Feest der herkenning?

Kaart 1/3 - Feest der herkenning?

Wat wil de jongen uit Breezand volgens jou bereiken met zijn utopie op het strand?

Kaart 2/3 - Feest der herkenning?

Wat weet jij van de val van de Amerikaanse bank Lehman Brothers in 2008? Wat was volgens jou het belangrijkse gevolg van dat faillissement?

Kaart 3/3 - Feest der herkenning?

Wat zou volgens jou het belangrijkste kenmerk zijn van een ideale samenleving? Lijkt die maatschappij op de samenleving op het strand uit het korte verhaal?

Feest der herkenning?

Dit was het laatste kaartje!



Stof tot nadenken?

Kaart 1/3 - Stof tot nadenken?

Lees het citaat uit de inleiding nogmaals. Wat is precies het kenmerk van slakkenhuizen, en waarom gebruikt de verteller deze metafoor volgens jou?

Kaart 2/3 - Stof tot nadenken?

De verteller noemt de namen van de hoofdpersonages niet, maar benadrukt wel waar ze vandaan komen en waar ze naartoe gaan. Ze komen alledrie uit verschillende dorpen uit de polder en vertrekken naar een (natuurlijk aangelegd) strand. Wat is volgens jou de betekenis van die plaatsnamen?

Kaart 3/3 - Stof tot nadenken?

Waarom gebruikt de verteller specifiek de val van de ‘Broers Lehman’ als tijdsaanduiding volgens jou?

Stof tot nadenken?

Dit was het laatste kaartje!

Ronde 4: Oordeel

Geef ‘Zand en zee’ samen een waardering uitgedrukt in sterren. Beargumenteer vervolgens jullie keuze. Wat vonden jullie goed en wat juist minder goed? Heeft de discussie jullie individuele oordeel veranderd, en zo ja, hoe? Probeer voorbeelden en argumenten te halen uit jullie reacties op de discussievragen.

Heb je zelf een goede discussievraag die nog niet gesteld is? Vul die dan in, dan voegen wij de vraag aan een van de stapeltjes toe.

Leesclubs_respons