Hoe werkt het?

Structuur
In ieder veld doorloop je vijf stappen:

  1. De voorbereiding
  2. De instrumenten
  3. Het experiment
  4. De lakmoesproef
  5. Het vrije experiment

Noteer je antwoorden op de vragen in een Wordbestand, succes!

Woord vooraf
Om meer over wetenschappelijk onderzoek en de Nederlandse literatuurgeschiedenis te weten te komen, verricht je veldwerk in teksten uit verschillende periodes, met de rol van emoties als vertrekpunt. Elke stap bevat tekst die wordt afgewisseld door opdrachten. Omdat voor wetenschappelijk onderzoek veel bronnen nodig zijn en op allerlei plekken waardevolle informatie te vinden is, lees of bekijk je in iedere stap ook teksten van andere webpagina’s. Soms via een directe link of een noot in de tekst, soms ga je zelf op zoek. Er zijn ongetwijfeld ook termen waar je meer over wilt weten waar geen link staat. Laat dat je er niet van weerhouden om zelf op onderzoek uit te gaan!

Ga naar stap 1

Stap 1: De voorbereiding

Emoties en literatuur
Literatuur heeft de bijzondere eigenschap mensen te raken. Net als andere kunstvormen heeft literatuur daarmee een reëel effect op emoties: als spontane reactie, of omdat lezers op zoek gaan naar dit effect. Lachen om komisch geschreven passages, tot het einde meeleven met een personage, ontroerd raken of zelfs huilen: het zijn reacties die een boek tot ‘een aanrader’ kunnen maken.

Emoties van lezers hangen samen met de emoties waarover ze lezen. Zo kan blijdschap of verdriet van een personage dezelfde reactie bij de lezer opwekken, maar het kan ook complexer zijn: wat als een onsympathiek personage iets slechts overkomt en de lezer deelgenoot wordt van zijn of haar verdriet? Behalve een personage kan ook de auteur zelf het emotionele effect van een tekst op de lezer stimuleren. Lezers vinden (vermeende) autobiografische romans vaak bijzonder aangrijpend: het idee dat iets ‘echt gebeurd’ is en dus ook ‘echt gevoeld’, stimuleert blijkbaar vaak de emotionele betrokkenheid.

Tonio
Een bekend en recent voorbeeld van een roman die emotioneert door zowel de personagebeschrijvingen als het autobiografische karakter, is Tonio, van A.F.Th. van der Heijden, dat over het verlies van zijn eigen zoon gaat en waarmee hij in 2012 de Libris literatuurprijs won. Lees de korte samenvatting op de website van Querido en bekijk eventueel de trailer van de in 2016 uitgekomen verfilming. De manier waarop Van der Heijden zijn rouw naar woord omzet, wekt bewondering. In de woorden van Volkskrantrecensent Arjan Peeters: ‘Wat hij hier schrijft is geen verhaal. Het is het vlees en bloed, en het zijn de tranen, van de werkelijkheid die met rechtvaardigheid niets te schaften heeft.’ Lees hier de volledige recensie.

Lees nu onderstaande passage. Het eerste stuk is het slot van een terugblik naar Tonio als kleuter, die voor school nog even op de bank tv mocht kijken en chocolademelk kreeg. Het volgende hoofdstuk start weer in de tegenwoordige tijd van de roman.

Even later stak ik mijn hoofd om de deur. Tonio hing op de bank tegen zijn moeder aan, en zoog loom knipperend aan de fles, terwijl hij naar een video van zijn favoriete eend Alfred Jodocus Kwak keek. Hij sloeg daarbij om zich heen met een lap bolletjesstof, alsof hij vliegen verjoeg. Van tijd tot tijd trok hij de speen uit zijn mond om de fles tegen het licht te houden: zo hield hij bij hoe ver het niveau al gedaald was, en hoe lang deze paradijselijke toestand tussen bed en school nog zou duren. Het was zijn klok, zijn vloeibare zandloper.

28
Tonio was nu alweer uren dood, en ik had nog altijd geen zelfmoord gepleegd. Ik mocht wel eens bij mezelf te rade gaan over zaken als lafheid, gebrek aan solidariteit, kilheid van gevoelens. Als hij ontvoerd was, of anderszins vermist, liep ik nu op onmogelijke plaatsen naar hem te zoeken, buiten adem. Op zijn sterven had ik geen antwoord.

Opdracht 1

  1. Welke emoties herken je in deze passage? Benoem zowel emoties van de personages als wat de passage bij de lezer kan oproepen.
  2. Welke onderzoeksvraag zou een literatuuronderzoeker kunnen stellen aan dit fragment als hij/zij de emotionele werking wil bestuderen?

Het emotionele karakter en succes van een roman als Tonio roept interessante vragen op. Waarom zou men zich ter ontspanning verdiepen in andermans leed? Dit wordt ook wel de ‘drama paradox’ genoemd; genieten van verdriet. (Zie voor meer hierover bijvoorbeeld het artikel ‘Durven lezen over de dood’ in Trouw.) Zware thema’s staan de populariteit van boeken blijkbaar niet in de weg; heftig leed lijkt lezers soms zelfs aan te spreken, juist als het op waarheid is gebaseerd. Zie bijvoorbeeld deze blog, waarin een lezer Tonio bespreekt en Van der Heijden en zijn vrouw aan het eind troost toewenst. Hoe werkt de interactie tussen literatuur en emotie bij de lezer eigenlijk? En hoe hangt het samen met waardering van die literatuur? Hoe werken tekst, auteur en lezer in een geval als Tonio samen om emotie tot stand te brengen?

Opdracht 2

Een voorbeeld van een onderzoeker die geïnteresseerd is in emotionele effecten op lezers, is Emy Koopman. Bekijk haar artikel ‘Hoe lezers lijden’.

  1. Lees het abstract op pagina 1 en vervolgens de passage ‘Om te… elkaar uit?’ op pagina 3-4. Welke vraag staat centraal in het onderzoek?
  2. Lees de rest van het artikel.
    • Welke methode wordt er gevolgd in het onderzoek?
    • Noem enkele opvallende resultaten.

Het artikel van Koopman laat zien dat literatuur een medium is dat interacteert met de wereld. Literatuur heeft een effect op lezers, maar komt zelf ook ergens uit voort. Boeken worden gekleurd door ervaringen van de auteur, eerder verschenen teksten, en de tijd en taal waarin zij geschreven zijn. En door het effect op lezers kan literatuur ook verder reiken: invloed op latere boeken, kunstuitingen of zelfs op de geschiedenis, zoals Uncle Tom’s Cabin van Harriet Beecher Stowe in de afschaffing van de slavernij. Lees meer over deze beroemde klassieker op de website van het Harriet Beecher Stowe Center (synopsis onderaan de pagina). Bij het nadenken over emoties in literatuur is die dynamiek van belang. Lezersreacties zijn een gevolg van (emoties in) een tekst, maar de emoties in de tekst komen ook ergens vandaan. In alle romans uit Koopmans artikel wordt een verkrachting beschreven, maar de manier waarop verschilt van elkaar. Hierbij kunnen verschillende factoren een rol spelen.

Opdracht 3

  1. Kun je drie factoren bedenken die een rol zouden kunnen spelen in de manier waarop een verkrachting wordt beschreven in een verhaal? Betrek in je antwoord een van de verschillende schrijfstijlen die Koopman in haar artikel identificeert.
  2. Noem een voorbeeld van een literaire factor en een culturele factor die van invloed zouden kunnen zijn op de mate waarin een verkrachtingsscène expliciet beschreven wordt.

Eerder in deze stap las je een fragment uit Tonio. Zoals Koopman onderzoek deed naar de lezers van romans over verkrachting, kun je ook onderzoek doen naar de lezers van Tonio en hun emotionele reacties. Niet bij alle teksten heb je die mogelijkheid: voor historische teksten kun je niet achterhalen hoe lezers van die tijd reageerden op de tekst zoals Koopman dat doet in haar onderzoek. Ook in historische literaire teksten is het echter interessant om te kijken naar hoe emoties functioneren en in welke mate ze emotioneel zijn of waren voor lezers en schrijvers. Dat zegt namelijk veel over hoe literatuur werkt in een bepaalde periode én over hoe mensen op een bepaald moment aankeken tegen emoties.

Bij zo’n benadering van een tekst gebruik je een andere methode dan Koopman: je kunt geen empirisch onderzoek doen naar reële lezersreacties, maar wel de literair- en cultuurhistorische context van de tekst in je analyse betrekken. Emotierijke scènes in een tekst zijn namelijk gekleurd door een cultuur en tijd.

Opdracht 4

  1. Kijk terug naar je antwoord op vraag 1.2. Met wat voor soort methode zou je jouw onderzoeksvraag het beste kunnen beantwoorden?

In dit veld komen teksten uit verschillende tijden aan bod waarin emoties een belangrijke rol spelen. Net als Tonio gaan die teksten over overleden kinderen, een rijk genre dat al eeuwen bestaat. In stap 2 en 3 leer je de zojuist beschreven ‘contextmethode’ hanteren met de tragedie Jeptha van Joost van den Vondel als casus, waarna je in stap 4 en 5 teksten uit verschillende periodes van de geschiedenis onderzoekt op een vergelijkbare manier.

In deze stap heb je het veld ‘emoties in de literatuur’ leren kennen aan de hand van een voorbeeldtekst, en een idee gekregen hoe de literatuuronderzoeker die emoties kan benaderen. In de volgende stap worden enkele instrumenten op een rij gezet waarmee je dit veld systematisch kan onderzoeken.

Stap 2: De instrumenten

Een vraag, instrumentarium en een methode
Om wetenschappelijk onderzoek te kunnen doen, moet je duidelijk voor ogen hebben wat je precies wilt weten. Ook kijk je wat andere wetenschappers doen bij vergelijkbare vraagstukken. Welke instrumenten en methode hanteren zij, en wat voor uitgangspunt ligt daaraan ten grondslag? In de vorige stap zagen we Emy Koopman die empirisch onderzoek deed. Voor onderzoek naar emoties in historische literatuur is zo’n methode minder geschikt. Het onderzoeksveld dat hier van belang is, is de ‘history of emotions’. Dit interdisciplinaire onderzoeksveld gaat uit van het idee dat emoties (gevoelens en de uitdrukking daarvan) historische constructies zijn en de omgang ermee cultureel en historisch is bepaald . Lees bijvoorbeeld deze introductievan het Research Center ‘History of Emotions’ van het Max Planck Instituut in Berlijn.

Emotie als ‘constructie’ klinkt misschien wat abstract. Natuurlijk zijn emoties ook authentiek en persoonlijk, maar het hangt af van de context hoe ze worden geuit. Naast persoonlijk gevoel, zijn andere factoren van invloed op de uiteindelijke situatie. Wanneer iemand woede inhoudt in het openbaar, is dat een voorbeeld van een norm volgen. Mensen gebruiken ook symbolen om uiting te geven aan gevoel, zoals het geven van rozen om liefde te tonen. Liefde zit niet in een roos, maar de ander herkent het gebaar en brengt het er (onbewust) mee in verband. Dit noemen we een conventie: een construct waarvan men vaak vergeten is dat het gebruik niet vanzelfsprekend verband houdt met de betekenis. De roos is een eeuwenoud symbool, maar er zijn ook conventionele uitingsvormen die vrij recent tot ontwikkeling zijn gekomen. Zo is de stille tocht in de jaren negentig een symbool geworden om collectief verdriet te tonen. Elke tijd kent zijn eigen gebruiken en conventies, en literatuur uit een bepaalde periode kan ons helpen om die op het spoor te komen.

Opdracht 1

  1. Bedenk zelf nog een of meerdere voorbeelden van een hedendaagse conventie voor het uiten van emoties.

Conventionele uitingsvormen zoals die zojuist aan bod zijn gekomen, helpen mensen om emoties die ze voelen zichtbaar te maken en te delen, maar sturen tegelijkertijd ook de emotionele ervaringen zelf. Denk maar aan de emoji die je op social media tot je beschikking hebt om emoties uit te dragen: je kunt alleen de emoties delen die door het medium ‘aangeboden’ worden. Emoties zijn dus cultureel bepaald: ze worden gemaakt en gestuurd door de mogelijkheden die onze cultuur biedt. Ook in literatuur kun je die mogelijkheden terugzien, en zo kunnen teksten helpen om grip te krijgen op de emotiecultuur.

Om een indruk te krijgen van de omgang met historische emoties, bekijken we eerst dit voorbeeld:

O blond-gestruiveld haar! haar dat de Zonn’ beraait,
dat mijn jonk-jarig hert houdt zo strange bevangen.
O tanden van ivoor! o sneewwittige wangen,
die t’pinceel van Apell’ met purper heeft befraaid!

O lipjes daaruit dat liefde zijn schichten zaait!
O mond daaruit dat stort de jeugd haar zoete zangen.
O wel-besneden hand, die om mijn pijn t’herlangen
ontsteekt van nieuws de toorts, die eens was uitgewaaid.

O oogskens, biênde vreugd en droefheid van gelijke!
O borstjens die bezit Cupido voor zijn rijke!
O keel, diens zoet geluid zolang in d’ore blijft!

O kuskens, die mij dwaas ijdel troost-hope geven!
O zoet-zurige spraak, die nu smeekt, en nu kijft!
Gij doet mij duiz’maal s’daags hersterven en herleven.

Bron: literatuurgeschiedenis.nl

De heftige hartstochten in dit gedicht komen misschien wat overdreven en ongeloofwaardig over op de lezer van nu. Maar het komt ook duidelijk uit een andere tijd. Om de manier waarop de emoties worden weergegeven te kunnen plaatsen, proberen we daarom eerst meer over de achtergrond te weten te komen. Een goed vertrekpunt in dit geval, is dat dit een petrarkistisch sonnet is. Lees de pagina over petrarkisme in het Algemeen letterkundig lexicon.

Als je het gedicht nu nog eens bekijkt, zie je waarschijnlijk dat bepaalde eigenschappen te herleiden zijn als conventies van het genre waaraan de dichter zich houdt: liefde wordt uitgedrukt met beschrijvingen van uiterlijk, emoties zijn een strijd, en zo meer.

Doordat je deze achtergrond nu kent, snap je waarom de dichter dicht zoals hij doet. Je kunt nu ook een stap verder zetten. De tekst weerspiegelt niet alleen literaire conventies, maar legt meer bloot: de conventionele mooie vrouw van die tijd (blond haar, een lichte huid en witte tanden) en idealen in de liefde: een innerlijk beleefde overgave boven fysieke passie. Wat deels ook weer gedicteerd wordt door de mogelijkheden van het genre: dat bemoeilijkt het een ander soort liefde te beschrijven dan zo’n geestelijke en diepgevoelde.

Begrippen
Als we emoties bekijken in teksten, kunnen we op basis daarvan niet zeggen: dit voelden mensen precies en echt zo. Wel biedt het inzicht in hoe die cultuur met emoties omging, wat voor instrumenten en zegswijzen er waren om uiting te geven aan emoties en hoeveel ruimte er was voor die uiting. Voor de literatuuronderzoeker zijn onderstaande begrippen daarom van belang.

Norm
‘Een gedragsregel die gekoppeld is aan een waarde, of wordt gezien als ‘normaal’.’
Conventie
‘Een stilzwijgend aanvaarde overeenkomst of afspraak voor gebruiken in de maatschappij of de kunsten.’
Cultuur-historische context
‘In dit veld heeft dit begrip de volgende specifieke invulling: de (combinatie van) elementen in een cultuur die het denken over en de ruimte voor emoties in een bepaalde tijd beïnvloeden.’
Literair-historische context
‘In dit veld doelen we op: de ‘spelregels’ waar literatuur aan moest voldoen in een bepaalde tijd, bijvoorbeeld van een bepaald genre of een kunststroming.’

 

Instrumenten ingevuld voor de Jeptha
Nu je de belangrijkste instrumenten in dit veld kent, kunnen we ze toepassen op onze casus, de tragedie Jeptha, of offerbelofte van Joost van den Vondel uit 1659. Jeptha is een bijbelse figuur die zijn dochter moet offeren aan God na een krijgsoverwinning. Zijn dochter Ifis berust in haar lot, maar trekt eerst voor twee maanden de bergen in om te treuren om haar lot. In stap drie analyseer je de rol van emoties in Jeptha. In deze stap bereid je dit voor, door de context te schetsen van deze tragedie en zo de instrumenten in te vullen. Op die manier leer je niet alleen de context voor deze casus kennen, maar ontdek je ook waar je kunt zoeken naar informatie.

Cultuurhistorische context
Om iets over de cultuurhistorische context van een werk te weten te komen, kun je op verschillende manieren te werk gaan. De auteur is een goed uitgangspunt: je kunt proberen meer te weten te komen over de tijd waarin hij leefde. Bedenk wel dat niet elk historisch feitje helpt bij de analyse, het is goed om in je achterhoofd te houden met wat voor werk je te maken hebt en wat de focus van je onderzoek is.

Een factor waarmee je vaak rekening moet houden bij de analyse van historische teksten, is religie. In Vondels tijd speelde geloof een cruciale rol. Hij genoot een doopsgezinde opvoeding, koos de kant van de remonstranten in de strijd binnen de staatskerk en bekeerde zich in 1640 tot het katholicisme. Meer over Vondel vind je bijvoorbeeld op de website van de Koninklijke Bibliotheek. Bovendien is de zeventiende-eeuwse tragedie Jeptha gebaseerd op een Bijbels verhaal met als kern het offeren aan een God. Bij het lezen van dit werk is het goed je bewust te zijn van religieuze aspecten, geloof kan immers een grote rol spelen in emotionele beleving.

Opdracht 2

  1. Naast religie zijn er ook andere elementen die een rol kunnen spelen in de omgang met emoties. Waar je bijvoorbeeld aan kunt denken, is hoe er in die tijd over (mentale) gezondheid werd gedacht.
    a. Zoek op wat de humeurenleer inhoudt bijvoorbeeld op literatuurgeschiedenis.nl. en noteer de belangrijkste punten.
    b. Op DBNL staat Schat der gezondheid, een boek van de zeventiende-eeuwse arts Johan van Beverwijk. Bekijk de inhoudsopgave en lees de paragraaf over de vier elementen. Wat hebben de vier elementen met gezondheid te maken?
    c. Uit Van Beverwijks tekst blijkt een streven naar evenwicht en harmonie om gezond te blijven. Bekijk de passage over de vier menstypen nogmaals. Denk je dat het ideaal van evenwicht ook geldt voor geestelijke gezondheid?
    d. Geestelijke en lichamelijke gezondheid hangen op verschillende manieren samen. In de tijd van Vondel dacht men ook dat geestelijke disbalans kon zorgen voor een ziek lijf. Tot wat voor potentiële problemen met emoties zou dit denken over gezondheid kunnen leiden?
  2. Naast religie speelde ook filosofisch gedachtegoed een belangrijke rol in Vondels tijd. Veel schrijvers waren beïnvloed door het stoïcisme, zo ook Hooft. In deze tekst van het Muiderslot staat in hoofdstuk 1 informatie over Hooft, en waar hij door beïnvloed was.
    a. Wat behelst het stoïcisme?
    b. Hoe zou het stoïcisme normen omtrent emoties beïnvloed kunnen hebben?

 

Literair-historische context
Naast cultuur-historische elementen is het ook goed om meer te weten over de literaire traditie waarin het te onderzoeken werk staat. Je kunt vergelijkbare bronnen raadplegen als bij de cultuur-historische achtergrond:

Voor Jeptha heb je het geluk dat er een recente editie met een goed en uitgebreid nawoord online beschikbaar is.

Opdracht 3

Op DBNL staat Jeptha in een editie van Jan Konst uit 2004, samen met twee andere tragedies met hetzelfde thema.

  1. Zoek de editie op en lees de volgende gedeeltes uit het nawoord van Konst: Introductie (p. 271) en De bronnen (p. 276-277). Noteer per gedeelte enkele punten die van belang zouden kunnen zijn als literair-historische context bij de tragedie.
  2. Uit deze literair-historische context kwamen normen en conventies voort. Op welke manier kunnen deze normen en conventies samenhangen met de emotionele ontwikkeling van personages?
  3. Welke norm of conventie zou ook effect kunnen hebben op de emoties van lezers of bezoekers van de tragedie? Op welke manier?
  4. Lees uit het nawoord ook Het Aristotelische model (vanaf p. 288). Konst legt de nadruk op drie belangrijke elementen uit de aristotelische theorie. Noteer van elk element de consequenties voor de emoties bij personages in een tragedie en/of het publiek.
  5. Lees nu de conclusie van het nawoord en vergelijk dit met je antwoorden op de vorige vraag. Heb je nog elementen gemist die de literair-historische context voor Jeptha bepalen? Zo ja, noteer ze en de eventuele consequenties voor de omgang met emoties in de tragedie.

Nu je kennis hebt gemaakt met de cultuur- en literair-historische context van Jeptha, heb je de instrumenten in handen om de emoties in de tragedie te analyseren. Bedenk nog dat teksten zelden een eenduidige afspiegeling van hun tijd zijn. Jeptha is geschreven is de 17e eeuw, maar bouwt voort op tradities: de aristotelische tragedie, een oudtestamentisch verhaal. Bij het trekken van conclusies moeten literatuurwetenschappers zich bewust zijn van deze complexiteit.

In deze stap bleek dat verschillende factoren van invloed kunnen zijn op de weergave van emoties in literatuur. Je hebt de termen ‘norm’, ‘conventie’, ‘cultuur-historische context’ en ‘literair-historische context’ leren kennen, en een eerste indruk gekregen van de specifieke invulling daarvan voor de tijd en het werk van Vondel. In de volgende stap analyseer je met behulp van deze instrumenten delen uit Vondels Jeptha.

Stap 3: Het experiment

De vorige stap gaf een inkijk in de cultuur en literatuur van de tijd waarin Vondel zijn Jeptha schreef. Enkele elementen blijken erg van invloed op de omgang met emoties: de ideologie van het stoïcisme, de humeurenleer (waarin de balans tussen de humeuren cruciaal was), en het ideaal van standvastigheid en harmonie. Ook op literair gebied zijn verschillende zaken bij het lezen van Vondel van belang, met name de invloed van Aristoteles: dramatis personae, peripeteia, de harmatialeer en katharsis – allemaal elementen die veel uitmaken voor de omgang met emoties in een tekst. Ook streefde Vondel naar een intensieve emotionele beleving bij het publiek. Misschien heb je naast deze elementen zelf ook nog andere relevante literaire of culturele factoren ontdekt.

Deze context roept interessante vragen op: zou de door Vondel beoogde intensieve emotionele beleving bijvoorbeeld kunnen samengaan met het uitdragen van het belang van het temperen van emoties en een harmonieus innerlijk? Dat ontdekken we in deze stap.

Opdracht 1

  1. Bekijk Jeptha op DBNL in de editie van Jan Konst, bestudeer de inhoudsopgave en het overzicht van de personages (‘sprekende personaadjen’).
  2. In de vorige stap las je delen uit het nawoord van Jan Konst. Hierin staat ook een goede weergave van de inhoud van Jeptha. Lees deze samenvatting op pagina’s 277 t/m 280 van de editie. Geef per bedrijf in enkele zinnen de inhoud weer.

Omdat emoties op verschillende lagen in een literair werk als Jeptha functioneren, benader je ze vanuit verschillende vertrekpunten (zie onderstaand uitrolmenu).


A. Personages

  1. Hoe gaan bepaalde personages met hun emoties om?
  2. Vindt er een emotionele ontwikkeling plaats bij de personages?
  3. Welke emoties roept de (aanstaande) dood van Ifis op bij verschillende personages?

B. Uitdrukking

  1. Wat wordt er concreet getoond aan emotionele uitlatingen?
  2. Beschrijven de personages hun eigen emoties?
  3. Hoe wordt het emotionele gedrag getoond: Met welke woorden en uitdrukkingswijzen? Is het taalgebruik expressief?

C. Conventies

  1. Past het getoonde emotionele gedrag bij heersende emotionele conventies?
  2. Krijgt de lezer of toeschouwer signalen over welke personages wel en niet wenselijk gedrag vertonen, en hoe dan?

D. Lezer

  1. Wat moeten de lezers of toeschouwers hieruit halen voor hun eigen emotionele ontwikkeling?


Opdracht 2

  1. Kies twee van de vijf bedrijven om te lezen voor je analyse, op basis van de zojuist gelezen samenvatting. Het derde bedrijf is wat minder geschikt, omdat de nadruk meer op discussie en redeneringen ligt dan op emoties.
    Bekijk voordat je begint met lezen eerst de volgende opdrachten in deze stap, zodat je die in je achterhoofd kunt houden.
  2. Noteer voor beide door jou gekozen bedrijven:
    • De voorkomende personages en de emoties die ze tonen
    • Een personage dat op emotioneel vlak interessant is
    • Opvallende (terugkerende) uitdrukkingswijzen van de emoties
    • Normen of conventies die je herkent
    • Twee aristotelische tragediekenmerken die je terugziet
  3. Kies van beide bedrijven een passage van ongeveer dertig regels die je uitvoerig analyseert met vertrekpunt B en/of C. Gebruik hiervoor je aantekeningen uit de vorige vraag. Je kunt ook gebruik maken van het nawoord van Konst en eventuele andere bronnen.
  4. Schrijf op basis van je bevindingen uit bovenstaande vragen een antwoord op punt D, dat je met tekstvoorbeelden illustreert.

In deze stap heb je onderzoek gedaan naar de emoties in Vondels Jeptha met behulp van de in stap 2 vastgestelde cultuur- en literair-historische context. In de volgende stap ga je dit onderzoek uitbreiden met teksten uit andere periodes van de Nederlandse literatuurgeschiedenis.

Stap 4: De lakmoesproef

Het onderzoek in de vorige stap concentreerde zich op emoties in de tragedie van de zeventiende eeuw. De analysemethode uit de vorige stap komt terug in stap 4 en 5, waar wederom literatuur over overleden kinderen centraal staat. Nu komen verschillende genres uit verschillende periodes van de literatuurgeschiedenis voorbij.

In stap 5 schrijf je een nota waarin je emoties in verschillende literaire periodes met elkaar vergelijkt. Je kunt hiervoor in ieder geval Vondels Jeptha gebruiken, daarnaast selecteer je minimaal een werk uit een andere periode. Om je keuze te maken, gebruik je deze stap. Je maakt kennis met zes literaire werken uit zes verschillende periodes en voor elke periode worden handvatten geboden om de cultuurhistorische context en de literair-historische context te verkennen.

Je kunt alle onderzoeksmogelijkheden kort bekijken, en voor de werken van je keuze alvast aantekeningen maken aan de hand van dezelfde vragen als stap 3. Je hoeft dit niet in te leveren, maar kunt het goed gebruiken voor stap 5. Je kunt een proefanalyse van één casus uitwerken ter voorbereiding op de eindopdracht.

Hier nogmaals de vertrekpunten uit de vorige stap:


A. Personages

  1. Hoe gaan bepaalde personages met hun emoties om?
  2. Vindt er een emotionele ontwikkeling plaats bij de personages?
  3. Welke emoties roept de (aanstaande) dood van Ifis op bij verschillende personages?

B. Uitdrukking

  1. Hoe wordt het emotionele gedrag getoond:
  2. Met welke woorden en uitdrukkingswijzen? Is het taalgebruik expressief?
  3. Wat wordt er concreet getoond aan emotionele uitlatingen? Beschrijven de personages hun eigen emoties?

C. Conventies

  1. Past het getoonde emotionele gedrag bij heersende emotionele conventies?
  2. Krijgt lezer (of luisteraar) signalen over welke personages wel en niet wenselijk gedrag vertonen, en hoe dan?

D. Lezer

  1. Wat moeten de lezers/luisteraars hieruit halen voor hun eigen emotionele ontwikkeling?

De verschillende onderzoeksopstellingen vind je in onderstaande uitrolmenu’s:

Deze eerste onderzoeksopstelling gaat ook over teksten uit de zeventiende eeuw, maar uit een heel ander genre: grafgedichten of funeraire poëzie.

Primaire literatuur

Enkele tips:

  • De hoofdletter U wordt in de zeventiende eeuw ook wel als V geschreven.
  • Let ook op eventuele annotaties in de kantlijn. Dit zijn opmerkingen die de moderne editeur van de tekst erbij heeft gezet om jou als lezer te helpen.
  • Als je tijdens het lezen een woord tegenkomt dat je niet begrijpt, kun je gebruik maken van de woordenboekapplicatie van de geïntegreerde taalbank. Deze applicatie bevat woorden en betekenissen uit de hele geschiedenis van het Nederlands en is daarom een handig hulpmiddel bij het lezen van historische teksten. Tip: Je kunt het beste zoeken in het veld ‘origineel trefwoord’, bedenk ook dat je met name werkwoorden soms in een andere vorm moet opzoeken. Als het niet lukt, kun je ook nog het veld ‘woord in citaat’ proberen. Dan krijg je als resultaat zinnen waarin het woord voorkomt, en heb je dus meer context om de betekenis mogelijk af te leiden.

Secundaire literatuur: handvatten voor contextualisering

Cultuurhistorisch

  • Omdat deze gedichten uit de zeventiende eeuw komen, spelen dezelfde factoren een rol als bij Jeptha.

Literair-historisch

  • Een goed vertrekpunt is deze pagina in het Algemeen letterkundig lexicon over funeraire poëzie. Hier vind je uitleg over verschillende concepten die je op het spoor brengen van relevante conventies van het genre van de grafdichten, met name laus, luctus en consolatio.
  • Daarnaast kun je de inleiding van Ton van Strien bij Hollantsche Parnas, Nederlandse gedichten uit de zeventiende eeuw lezen via Google books. Hierin staat meer over de achtergrond van de zeventiende-eeuwse dichters en wordt ook kort iets gezegd over de verhouding tussen (persoonlijke) emoties en poëzie.
  • De felle dood die nu geen licht mag zien. De Nieuwe Taalgids Jaargang 47. Dit artikel gaat met name over de betekenis van het woord ‘wit’ in de eerste regel van Vitvaert van mijn Dochterken, maar geeft tussendoor ook andere informatie over het gedicht.
  • Voor studenten die werken met het handboek J.M. Keβler e.a., Leerboek Inleiding Letterkunde, Open Universiteit, Heerlen 2016: zie blok 2 over de renaissance en het classicisme.

Primaire literatuur

Secundaire literatuur: handvatten voor contextualisering

Cultuurhistorisch en literair-historisch

  • De pagina over Poot op literatuurgeschiedenis.nl geeft een korte indruk van de dichter, zijn werk en zijn plek in de literatuurgeschiedenis.
  • Op de dood van mijn dochtertje staat in Dichter en boer, een uitgebreid boek over Poots leven en gedichten door Riet Schenkeveld-van der Dussen. Haar inleiding helpt om Poots poëzie te karakteriseren en contextualiseren. Van de uitgebreide inleiding kun je in ieder geval het begin en eind lezen (de gedeeltes Uitgangspunt en Lieux de mémoire). In het gedeelte Laatste jaren 1728-1733 staat meer over de periode waarin hij het grafdicht schreef, en wordt expliciet aandacht besteed aan het gedicht.

Literair-historisch

  • Net als bij de vorige casus zijn de conventies van de funeraire poëzie weer van toepassing.
  • Voor studenten die werken met het handboek J.M. Keβler e.a., Leerboek Inleiding Letterkunde, Open Universiteit, Heerlen 2016: zie blok 3 over de achttiende eeuw.

We hebben te maken met hetzelfde genre als in de vorige opstelling, maar de tekst is nu van een eeuw later. Ook dichter Hubert Poot schreef over de dood van zijn kind. Bij het lezen van de secundaire literatuur merk je dat er aandacht is voor Vondel als voorbeeld van Poot en voor dit grafdicht in het bijzonder. Deze vergelijking kun je goed gebruiken in je analyse. Je stelt weer dezelfde vragen: hoe worden de emoties uitgedrukt, hoe staat dat in verhouding tot de culturele en literaire conventies, de normen van het genre en welke effecten zou de tekst hebben gehad op lezers? Wat moesten ze eruit meenemen?

Primaire literatuur

Secundaire literatuur: handvatten voor contextualisering

Cultuurhistorisch

  • Zoek iets op over de Verlichting op literatuurgeschiedenis.nl en in het Algemeen Letterkundig Lexicon. Deze vernieuwde levenshouding bracht ook een nieuwe (positievere) kijk op emoties met zich mee.
  • Samenhangend met de ideeën van de Verlichting kwam er meer aandacht voor kinderen en hun opvoeding. Meer hierover vind je in het boek Kind van de toekomst van Arianne Baggerman en Rudolf Dekker. Zij onderzochten het dagboek van een kind in de achttiende eeuw, Otto van Eck, geschreven tussen 1780 en 1798. In het eerste hoofdstuk, Verlicht opvoeden, wordt uitgebreid aandacht geschonken aan pedagogische ontwikkelingen van die tijd. Lees bijvoorbeeld het gedeelte onder het kopje Otto’s opvoeding in de praktijk (p.78-85).

Literair-historisch

  • Als je de inhoudsopgave van het boek van Dorothée Sturkenbooms Spectators van de hartstocht: Sekse en emotionele cultuur in de achttiende eeuw bekijkt, zie je dat er in de 18e eeuw voor allerlei lezersgroepen opiniërende teksten over emoties verschenen. Emoties konden soms wel als bedreigend worden ervaren, maar veel vaker (ook) als belangrijke pijlers op de weg naar kennis en deugdzaamheid, die in de Verlichting nadrukkelijk gezocht werden. In literaire teksten was er in vergelijking met de periode ervoor meer ruimte voor persoonlijke gevoelens, ook met betrekking tot groepen die eerder minder aandacht kregen, zoals kinderen. Helaas zijn grote delen van het boek niet online beschikbaar, maar je kunt stukjes lezen om een indruk te krijgen.
  • Op de website van de KB staat een informatieve inleiding bij Van Alphens Kleine gedigten.
  • Voor studenten die werken met het handboek J.M. Keβler e.a., Leerboek Inleiding Letterkunde, Open Universiteit, Heerlen 2016: zie blok 3 over de achttiende eeuw.

Willem Bilderdijk, romantische dichter bij uitstek, schreef in het begin van de 19e eeuw gedichten voor zijn overleden zoontjes. Deze lange lyrische gedichten zijn totaal anders dan die uit de vorige periode, en vormen dus interessant contrasterend materiaal in het onderzoek naar emoties.

Primaire literatuur

Secundaire literatuur: handvatten voor contextualisering

Cultuurhistorisch

  • De Romantiek was een internationale kunststroming in de 19e eeuw die in alle kunstvormen terug te zien was. Voor wat algemene informatie kun je kijken op literatuurgeschiedenis.nl.

Literair-historisch

  • De pagina Romantiek in het Algemeen Letterkundig Lexicon bevat uitgebreidere informatie over de stroming, en meer specifiek over literatuur.
  • Voor de precieze context waarin Bilderdijk deze gedichten voordroeg, kun je het proefschrift van Rick Honings raadplegen, Geleerdheids zetel, Hollands roem! Op pagina 241 worden zijn optredens besproken.
  • In Honings’ proefschrift vind je meer informatie over de relatie tussen Bilderdijk en zijn zoontje Julius Willem: hij schreef ook een prentenboekje voor hem.
  • Het is goed om er in je analyse rekening mee te houden dat de gedichten zijn voorgedragen. Zoek daarom iets op over voordrachtskunst. Je kunt hiervoor ook kijken naar de proef over Voordracht op het onderzoeksplatform van LitLab voor middelbare scholieren.
  • Voor studenten die werken met het handboek J.M. Keβler e.a., Leerboek Inleiding Letterkunde, Open Universiteit, Heerlen 2016: zie blok 4 over de negentiende eeuw.

Het zal je opvallen dat Bilderdijks gedicht vol grote expressie zit en hij veel bombastische stijlmiddelen gebruikt om emoties over te dragen. Probeer wat van die stijlmiddelen te herkennen, en te gebruiken in je analyse. Met name voor vertrekpunt B, uitdrukking (zie het schema aan het begin van deze proef) is dit van belang. Daarnaast probeer je natuurlijk ook de overige context zoveel mogelijk in je analyse te betrekken, om de emoties in deze gedichten zo goed mogelijk te onderzoeken.


Primaire literatuur

Secundaire literatuur: handvatten voor contextualisering

Cultuurhistorisch

Literair-historisch

  • Cremer staat in de traditie van het sentimentalisme, bekijk de pagina in het Algemeen Letterkundig Lexicon.
  • Voor studenten die werken met het handboek J.M. Keβler e.a., Leerboek Inleiding Letterkunde, Open Universiteit, Heerlen 2016: zie blok 4 over de negentiende eeuw.


Zoals Cremer leed inzet om op emoties in te spelen bij zijn publiek en zo iets gedaan te krijgen, wordt dat in onze tijd nog steeds gedaan. Denk maar aan verdrietige reclames voor goede doelen. Emoties ook een onderdeel geworden van commerciële cultuuruitingen, denk maar aan tv-programma’s als All you need is love of Hello Goodbye. Emoties zijn zeker niet meer iets waar terughoudend over gedaan moet worden, maar elke tijd kent zijn conventies – en dus ook grenzen.

Primaire literatuur
In deze laatste proefopstelling kies je zelf tussen de volgende werken:

Je hoeft de romans/bundels niet helemaal te lezen, maar genoeg om te kunnen analyseren.

Secundaire literatuur
De informatie uit stap 1 kun je gebruiken als aanzet voor context, maar zoek vooral ook je eigen aanvullende literatuur. Dit kunnen recensies zijn, interviews met de auteur, of algemenere informatie over culturele verschijnselen in het werk van je keuze.

Analyseer het (deel van) je roman of dichtbundel weer vanuit dezelfde vragen: hoe worden de emoties uitgedrukt, hoe staat dat in verhouding tot de culturele en literaire conventies, de normen van het genre en welke effecten zou de tekst hebben gehad op lezers? Wat moesten ze eruit meenemen?

Stap 5: Het vrije experiment

Schrijf een nota waarin je minimaal twee teksten uit de verschillende periodes van de vorige stap met elkaar vergelijkt aan de hand van een vraagstelling. Je kunt hiervoor ook Jeptha gebruiken, maar je mag ook alleen werken uit stap 4 gebruiken. Analyseer vanuit de vertrekpunten die in stap 3 en 4 staan, verwijs naar de secundaire literatuur die je gebruikt en gebruik citaten uit de teksten ter illustratie. Probeer in je nota een soort historische lijn te laten zien, waarin je zowel overeenkomsten als verschillen benoemt in de vraagstelling die je beantwoordt.

Houd in je nota de volgende basisstructuur aan:

  • een inleiding waarin je de twee of meer gekozen literatuurperiodes en je vraagstelling introduceert
  • de uitwerking van je vraagstelling in meerdere alinea’s, geïllustreerd met tekstvoorbeelden
  • een slot waarin je een conclusie trekt over je vraagstelling

Emotiestudies

  • Broomhall, S. (2017). Early Modern Emotions: An Introduction. Londen: Routledge.
  • Frevert, U. (2011). Emotions in History: Lost and Found. Boedapest: Central European University Press.
  • Rosenwein, B.H. (2006). Emotional communities in the early Middle Ages. Ithaca: Cornell University Press. (hieruit: Introductie)
  • Reddy, W.M. (2001). The navigation of feeling : a framework for the history of emotions. Cambridge: Cambridge University Press.
  • Rosenwein, B.H. (2015). Generations of feeling : a history of emotions, 600-1700. Cambridge: Cambridge University Press.

Vondel

  • Bloemendal, J. & Korsten, F.W. (2012). Joost van den Vondel (1587-1679): Dutch playwright in the Dutch Golden Age. Leiden: Brill.
  • Korsten, F.W. (2006). Vondel belicht : voorstellingen van soevereiniteit. Hilversum : Verloren.
  • Prandoni, M. (2007). Een mozaïek van stemmen : Verbeeldend lezen in Vondels Gysbreght van Aemstel. Utrecht: Proefschrift Universiteit Utrecht.

Nederlandse literatuur en emotie

  • Honings, R., O. van Marion & T. Vergeer (red.) (2018). Van Constantijntje tot Tonio: Het dode kind in de Nederlandse literatuur. Hilversum: Verloren.
  • Sturkenboom, D.M. (1998). Spectators van hartstocht : Sekse en emotionele cultuur in de achttiende eeuw. Hilversum: Verloren.
  • Stipriaan, R. van, (1996). Leugens en vermaak: Boccaccio’s novellen in de kluchtcultuur van de Nederlandse renaissance. Amsterdam: Amsterdam University Press.
  • Dekker, R.M. (1997). Lachen in de Gouden Eeuw: Een geschiedenis van de Nederlandse humor. Amsterdam: Wereldbibliotheek.